Bed

Het bed tegenover mij was leeg. Schuin rechts lag een oudere vrouw mij vriendelijk toe te glimlachen. Ik knikte terug in een poging vriendelijkheid en afstand te combineren. Als ik ergens geen behoefte aan had dan was het wel contact, ook al heb ik over het algemeen een zwak voor oudere dames. Ik had even genoeg aan mijzelf.

Ahum

De geur was de geur van vroeger. De dagen na kerst. Drie Koningen. De dagen dat we de huizen langs gingen op zoek naar te verbranden kerstbomen. Het was die geur vermengd met de onvermijdelijke regen of sneeuw. De geur van brandstichter en bluswater.

7.51

Het was precies negen voor acht. Eenenveertig minuten nadat de wekker was gegaan. Een vage herinnering. Om negen voor acht begon er een luide piep in mijn oor. Rechts. Vervolgens ergens links. Het hield lang aan. Zo lang dat ik vervolgens niet meer wist of het nu links of rechts was. Ik had een piep in mijn hoofd. Vast het kenmerk van het een of ander. Vreemd.

Knuien

De bevalling verliep ook een stuk gemakkelijker zei ze. Ze vertelde aan een stuk door. De vrouw naast haar luisterde aandachtig zo leek het. In ieder geval maakte ze op mij de indruk van aandachtig luisteraar. Ik zat tegenover de vertelster en staarde naar buiten. We reden Koog-Bloemwijk uit en hadden nog een aantal stations voor de boeg… Zaandijk, Wormerveer, Krommenie, Uitgeest, Castricum…

Margreet

Ze was een kennis van een kennis. We hadden in hetzelfde bedrijf gewerkt en kwamen elkaar wel eens tegen. Soms in de stad, soms bij de supermarkt. Ze werkte toentertijd in de thuiszorg. Margreet heet ze. Ik had haar lang niet gezien. Vijftien jaar terug voor het laatst. In het voorbijgaan, op de fiets. Haar strak in de staart. Neus in de wind. We riepen elkaar de vraag toe of alles goed ging en alles ging goed. Uiteraard. We fietsten door. Dat leek ons allebei het beste.