Peter

Peter staat voor het raam. Hij is ongeduldig. Zijn moeder is boodschappen gaan doen en ze is nog niet teruggekeerd. En hij wil zo graag met haar knuffelen, zijn hoofd in haar nek leggen en zachtjes wiegen. Wiegen op haar hartslag, dat is wat Peter wil. Hij pakt zijn beer van de stoel naast hem. “Ache beer,” mompelt hij terwijl het berehoofd platgedrukt wordt tussen een arm en een zwaaiend bovenlijf. Waar blijft mama nou?

Dag, vader(dag)

De deur van het winkelcentrum opent zich. Als de berg Sesam toont het zich aan mij met alle rijkdommen die je van een winkelcentrum mag verwachten. Ikzelf heb er vandaag niet veel te zoeken – alleen een broek. Het is er druk vandaag. Moeders met kinderen die door de schappen grasduinen in de hoop iets van een gouden vondst te ontwaren om de vader des huizes mee te verblijden. Schoenen, jassen, elektronica – overal om mij heen zie ik de dozen vervoert worden.

‘Dat zal hij echt op prijs stellen’ hoor ik een moeder kirren tegen haar jongen. Ik schat dat hij een jaar of acht is. Hij koestert de bundel in zijn armen met de devotie die een zoon voor zijn vader op kan brengen. ‘Je vader houdt zo van puzzelen, dat extra dikke boek geeft hem vast enorm veel plezier.’

Grappig, vroeger zat mijn vader ook veel te puzzelen. Niet dat hij er echt van genoot maar hij hoopte dat de intense massage van de grijze cellen het denkwerk goed van kwaliteit en prestatie zou houden. De laatste keer dat ik hem heb zien puzzelen was zo’n tweeëneenhalf jaar geleden. Net voor de vorige opname, nu ik er zo over nadenk. Sindsdien is het puzzelboek niet meer opengeslagen. (meer…)

Vader van het Oud Rotterdam

Mijn vader is nog van het oude Rotterdam. In 1931 geboren aan de Goudscherijweg kwam hij met een tussenstop van 10 maanden in november 1932 in de Hoogstraat terecht. Die straat uit zijn jeugd is heel belangrijk voor hem geweest. Daar wijst hij me regelmatig op. Het lijkt wel of naarmate de tijd vordert hij meer en meer de behoefte voelt om me deelgenoot te maken van die oude straten en stegen waar hij zich zo mee verbonden voelt.

Vout gespeld

“Had je nou niet effe de spellingchecker erover heen kunnen halen?”
“Huh?”
“Nou, die column van je? Op ColumnX!”
“Man, waar heb je het over?” Het is een slecht idee om een vriendin voor een man uit te maken. Groot kans immers dat zij het ook doet. Uitmaken dan. Voor sommige dingen heb ik nou eenmaal een feilloze timing. Oké, strike 1, nog twee en ik lig eruit.

Het goede voorbeeld

Het was een achteloos gebaar dat de mandarijnenschil vrijwel geluidloos op straat deed belanden. De hand die het gebaar volbracht, was grof gevormd en verweerd. Gebruind overigens ook, en van nature zo te zien want het gezicht dat erbij hoorde en mij aankeek in het achteruitkijkspiegeltje had een west-aziatische signatuur. De kaaklijn werd gesierd door een verweerde huid en omkranst door witgrijs haar. Een mooi karakteristiek gezicht met een lege maar opstandige blik. Zo’n blik vol tegenstrijdigheden dat je bijblijft.

Schrijfproces

Het is al laat, mijn lichaam slaapt en mijn ogen zijn al moe. Uit zijn kamer roept mijn bed: kom dan maar naar mij toe. Maar in mijn hoofd daar fluistert zacht, dat ene zinnetje dat wint aan kracht. Het rijgt meer woorden aan zijn staart totdat het dan een verhaaltje heeft gebaart. Het zijn maar woorden. Nee, toch ook niet. Tussen de letters druppelt wat verdriet. Emotie vormt zich achteraan, waar steeds meer de woorden zijn gaan staan.

Anton

Anton was grootgebracht met de bijbel. Tot grote vreugde van zijn ouders en zijn grootmoeder verslond hij de woorden met een gretigheid die je maar zelden tegenkwam. Nu hij volwassen was, nam hij ook andere lectuur tot zich. Maar hij kon het rijke aroma dat de bijbel hem verstrekte nog altijd zeer hoog waarderen.

Stil

De koffie is slap en smakeloos. Hij slurpt en kijkt uit over de straat waar de opkomende zon de stenen wakker streelt. De dozen zijn opgestapeld tegen de muur. 45 dozen zijn het maar, geen 120 zoals bij de vorige verhuizing. Boeken en CD’s, prullaria uit windstreken waar zijn voeten hun indruk in zacht gras hebben achtergelaten en eelt zich op de tegels heeft ontwikkeld. Hij ademt diep in en voelt de lucht door zijn lichaam gaan. De mok in zijn handen trilt wanneer hij doelgericht zijn adem uit zijn lichaam perst.

Te goed

Ik voel me oud vandaag. Niet bejaard, maar als oud geclassificeerd. Ik heb geen rollator of lichamelijke gebreken, alles doet het nog en is zoals de engelsen dat mooi zeggen “in working order”. En toch voel ik me oud.

Woensdagmorgen

Op het hek zit een merel. Hij houdt zijn kop scheef terwijl hij kijkt hoe ik de was aan de droogmolen hang. Een van mijn overhemden hangt gebroedelijk naast een panty van mijn vrouw. In de resterende ruimte kan nog makkelijk wat hangen dus ik buk om twee knijpers te pakken en het volgende kledingstuk uit de wasmand. “Tsjilp,” zegt de merel terwijl hij zijn kop de andere kant opdraait. Ik kijk naar het beestje en naar het weer. Hoog in de strakblauwe hemel trekt een vliegtuig witte banen van condens. Grappig dat iets wat zo heet naar buiten wordt gestoten zo’n spoor van ijskristallen achter een machine achter kan laten.

Schipbreuk

[i]“Cor en Coby trekken naar elkaar toe.”[/i] Een mededeling die gisteren niet gelijk als een bom insloeg maar wel als een zuur mijn gemoed aanvrat en tevens prompt een nieuw gedicht deed ontwaken.

Moeder

Je ligt zo rustig, zo sereen. Zo anders dan een week geleden, toen je vechten moest voor adem. Je bezoek wisselt en iedereen raakt je even aan.
Ik schik de haren op je koele voorhoofd en druk zachtjes een zoen erop. Je gesloten ogen knipperen geen moment. Je rust en je hebt het verdiend.
De koelte van je voorhoofd doet me denken aan jaren die in het verleden liggen, voorbije periodes waarin de kilte niet in je hoofd maar tussen ons was: ik heb je gemist en weet dat jij dat weet. Ik weet zoveel en toch zo weinig, er is nog zoveel dat ik van je weten wil. Maar voor alles is een tijd en ik weet niet of de tijd van vragen ooit nog komen zal.
Ik loop even naar vader en spreek met hem. Uit alles blijkt dat hij ons nu zo nodig heeft. Zijn bloemen staan in elk geval mooi.