Verloren, al voordat de trein er is

“Papa, waar gaan we naar toe?”, vraag ik nieuwsgierig. Gerard, mijn broertje, snapt het ook niet goed. Papa neemt ons mee, terwijl we eigenlijk op school moeten zijn. “Gaan we op vakantie”, probeer ik. “Zoiets ja, niet zeuren”, luidt het antwoord. Papa is moe, dat zie ik aan zijn ogen. Hij heeft rode ogen omdat hij slecht slaapt. Veel ruzie met mama. “Je moet wel voorzichtig rijden papa, Bassie en Adriaan zeggen dat in hun show!”. Treinen! We gaan treinen kijken!

Nachtmerries van opa

Mijn gedachten slaan op hol. Zojuist ontwaakt uit een helse nachtmerrie. Ik zag het allemaal weer gebeuren. Op de rand van zijn bed, starend naar het levenloze lichaam van mijn opa. Gestorven, kanker, dat weet ik maar al te goed. Zijn ogen openen zich, de familie zit in de kamer. Hij grijpt mijn mond en trekt me door het bed heen. Rechtstreeks naar een andere dimensie, waar het pikzwart is. Zo zwart dat ik geen flauw benul meer heb of ik val of zweef. Vaak schrik ik wakker tijdens deze droom. Zweet op mijn voorhoofd, kramp in mijn handen. Na een glas water kom ik tot rust.

Vrouwen verdienen voorrang

“Ga maar voor hoor”, zeg ik tegen het lieflachende meisje in de trein. Vriendelijk knikt ze naar me en geeft daarmee haar blijk van waardering. Ze heeft het gevoel dat ik een echte heer ben. Tenminste dat gok ik. Het tegendeel is echter waar.

Onkunde is lamstralerigheid

Vandaag heb ik ondervonden dat onkunde vooral te maken heeft met lamstralerigheid en laksheid. Sinds jaar en dag roep ik tegen mezelf dat een fietsband plakken onmogelijk is met mijn harkehanden. Het lot bleek vandaag anders te bepalen.

Nooit meer douchen in de morgen

Na een fikse draai aan de doucheknop begint het water te stromen. Als de regen enkele momenten oud is, besluit de cabine in te springen alsof mijn leven er vanaf hangt. Het is nog vroeg en daarom te donker in de badkamer. “Ik had beter het licht aan kunnen doen”, fluister ik tegen mezelf.