Er zijn weinig dingen waar ik mij zo verschrikkelijk blauw aan erger als aan mensen die onterechte kritiek spuien op alles en iedereen. Het valt mij steeds vaker op dat er ontelbaar velen zijn op wie het spreekwoord van toepassing is: ‘de pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet.’
‘Wat is het toch dat zogeheten diepgelovigen als de dood doet zijn voor seks en erotiek.’ Deze zin las ik enige tijd geleden in een column van Sietse van der Hoek in de Leeuwarder Courant.
Mijn intrede in het maatschappelijk leven of beter gezegd beroepsleven was niet erg hoopgevend. Toen ik 17 jaar was, werd ik elektromonteur bij een machinefabriek. Ik was er nog maar twee dagen, toen een collega mij vroeg of de chef elektro mij al een keer de huid vol gescholden had. De man was berucht om zijn opvliegende temperament.
Er wordt door Nederlanders nogal eens lichtelijk geringschattend en gekscherend over België gesproken en de moppen over die ‘domme Belgen’ zijn niet van de lucht. Dit hoeft men uiteraard niet serieus te nemen, want geen mens die bij zijn volle verstand is, zal in ernst beweren dat Belgen dommer zijn dan Nederlanders. Er zijn knappe mensen en minder knappe mensen, maar om het ene volk dommer te noemen dan het andere slaat als een lul op een koekjestrommel.
In de krant las ik onlangs dat veel mensen dit jaar niet op vakantie gaan wegens penibele pecunia. Ik moet bekennen dat ik eigenlijk nooit op vakantie ga. Toen ik 22 jaar was, ben ik met een vriend in de auto naar Valkenburg geweest. Het was de bedoeling dat we een hele week zouden gaan, maar we hadden niks voorbereid, we dachten dat we wel in de auto konden slapen. Dat viel echter bitter tegen.
