Persiflage

Wat een troep, wat een ellende allemaal. Het leven. Reeds vroeg in de ochtend op een koude, mistige wintermorgen in het jaar Onzer Heren 1967 voelde ik mij bij het ontwaken beroerd en misselijk. Kwam het van de wijn die ik gisteren met gulle hand -alsof het nooit oorlog wordt- had geschonken voor mijzelf en kunstbroeder C.?

Op bezoek

De volgende grap die ik eens in een boek van Jan Cremer las, vind ik nog altijd ‘onbetaalbaar’.
Iemand vraagt aan een man: ‘Wat vindt u van Rembrandt?’
Antwoordt die man: ‘Ik weet niet, ik hou niet van sport.’

Waardeloos weerloos

‘Alles van waarde is weerloos’. Deze beroemde uitspraak van de nog beroemdere dichter Lucebert klinkt geweldig, maar het slaat helemaal nergens op en het is de grootst mogelijke onzin. Het schijnt dat deze spreuk ook in kolossale letters geschreven staat op een of ander groot verzekeringskantoor.

Siemonsma uit Leeuwarden

In café De tietjes van Tante Toos, dat in werkelijkheid gewoon Tante Toos heette, maar door iedereen zo genoemd werd wegens de dikke tieten van eigenares Tante Toos (waar mannen gerust af en toe aan mochten zitten, want tante Toos had haar verstand niet in haar tieten zitten en maar al te goed in de gaten dat zulke dingen omzetverhogend waren, ze reed niet voor niks in een BMW cabriolet), stond Siemonsma uit Leeuwarden voor de zoveelste keer op te scheppen dat hij wereldberoemd was en dat iedereen hem kende.