Rook

‘Wat zeg je straks tegen Luuk als hij gaat roken?’

Fijntjes liet ze me een nieuwe kant van een bestaand probleem zien. Speelde vroeger alleen een mogelijk zwartgallig eindigende opera als toekomstmuziek door mijn gedachten, op slag mengde zich een ethisch strijkkwartet in het stuk. Blijkt de akoestiek van mijn hersenpan ineens uiterst geschikt te zijn voor ethische tonen.

Dame

Er bestaan mensen die, vanaf het moment dat ik ze voor het eerst zie, op mijn eeuwige sympathie kunnen rekenen. De dame met de rollator is zo iemand. Door weer en wind duwt ze het karretje voort, maar het lijkt meer op uithoudingsvermogen te lukken dan op souplesse. Alsof de rollator nog op de rem staat, zo ziet het er uit. Met haar lichaam gebogen in een hoek gelijk aan haar leeftijd ploetert ze de stoep over. Misschien is het ding zelfs zo’n blok aan haar been, dat ze er zonder rollator als een kievit vandoor zou gaan. Mij zou het niet verbazen. Maar goed, iedere keer lukt het haar om de afstand te overbruggen en uit mijn zicht te verdwijnen. Dan sta ik inwendig te juichen op mijn balkon.

Kolf

‘Vind je me ooit nog aantrekkelijk?’

Zonder mijn antwoord af te wachten trok ze haar t-shirt uit en klapte ze de flapjes van haar BH naar beneden. Plichtbewust maar met frisse tegenzin keek ze naar de twee plastic cilinders in haar handen, welke waren aangesloten op vreemdsoortige trechters. Deze zette ze op haar tepels, die vrijwel direct naar binnen werden gezogen. In een vrolijk ritme gleden haar tepels het smalle gedeelte van de trechters in en uit. Dunne straaltjes melk vulden vervolgens langzaam de cilinders.

Puntjes

Na een dag hard werken, kom je vrolijk binnen gelopen. Knuffel hier, kusje daar.
Hoe was jouw dag?
Prima hoor, die van jou?
Niets bijzonders eigenlijk. Zal ik koken, of wil jij?
Doe jij maar.

Negatief gedacht

[i]”Ieder geluksmoment, hoe teer ook en miniem, pers ik uit tot de kiem, daarna wentel ik er in”.[/i]
Wat zou het mooi zijn om zo te leven. De realiteit is vaak anders.
De momenten waarop ik gelukkig ben geweest, zie ik pas achteraf.
Het leven bekeken vanuit de binnenspiegel. Toch poog ik dit wel eens te ondervangen.