Parallellen

Wat uiterlijk betreft lijken mijn dochter en ik niet erg op elkaar, in de manier waarop we dat uiterlijk tonen wel. Natuurlijk ben ik, qua smaak, met het volwassen worden wat milder geworden, maar als ik denk aan de puber die ik was, zie ik veel parallellen met het vijftienjarige meisje dat mijn dochter nu is.

Portret van een (voormalige) happy single (3)

Misschien kinderachtig, maar ik kan het niet laten. Normaal gesproken loop ik de tijdschriftenschappen in de supermarkt voorbij. Nu aarzel ik ter hoogte van de damesbladen, besluit te stoppen en sla de Margriet open. Op een van de laatste pagina’s staat de aankondiging voor het artikel over singles. Het artikel waarin ik, met acht andere alleenstaande vrouwen, geportretteerd word. Op de foto bij de aankondiging staat een collega-single, haar voet brutaal op het stoeltje waarop ik ook geposeerd heb. Ik voel een enorm brede grijns op mijn gezicht verschijnen en dat levert me een nieuwsgierige blik van de klant naast me op.

Gebarsten glazuur

De craquelé bloempot op de balkontafel, waarin gedurende de zomer de ‘gothic’ viooltjes van mijn dochter stonden te pronken, heeft de strenge vorst niet doorstaan. Het gebarsten glazuur valt er in stukjes vanaf, zodat iedere dag een beetje meer van de onderliggende terracotta zichtbaar wordt. Onherstelbaar beschadigd, helaas.

Vervreemd en vertrouwd tegelijk

Haar gezicht licht op, zodra ze me ziet. ‘Wat fijn dat jullie gekomen zijn’, zegt ze, waarna ze haar armen om me heen slaat. Ze is niet veel ouder geworden in de vijf jaar dat ik haar niet gezien heb, maar voor mijn gevoel wel een beetje kleiner of misschien ligt dat wel aan het feit dat ik op hoge hakken naast haar sta. Het leven is haar het afgelopen jaar niet goedgezind geweest. Ze heeft een ernstige ziekte moeten overwinnen en bovendien haar man moeten begraven. Toch is ze daardoor niet veranderd, want als ze vol vuur begint te vertellen, zie ik nog steeds de schoonzus die ze ooit was. Vertrouwd.

Portret van een voormalige happy single (2)

Verbaasde blikken worden me toegeworpen, terwijl ik door de gangen van de Caballero Fabriek wandel. Hoewel ik al een beetje in mijn tijdelijke rol begin te groeien, maken de vraagtekens op de gezichten van de passanten, dat ik me toch weer wat ongemakkelijk ga voelen. Zodra de fotografe me plaats laat nemen op een verwarmingsradiator voor een glazen wand, blijft een aantal nieuwsgierigen staan. Ik heb noch het figuur, noch het uiterlijk van een fotomodel.