Portret van een voormalige happy single (1)

In mijn mailbox vind ik een verzoek van Saskia, journaliste, die een serie portretten over singles maakt. Ze wil laten zien dat alleenstaanden geen zielige, eenzame mensen zijn. Naar aanleiding van wat ze in mijn columns heeft gelezen, vraagt ze of ze mij mag interviewen. Ben ik zo lang alleen geweest, heb ik net weer een relatie en krijg ik dit! Grinnikend stuur ik mijn vriend een sms’je. ‘Doen,’ roept hij even later enthousiast door de telefoon, ‘hartstikke leuk voor je!’

Geluk bij een ongeluk

Nadat ik mijn vriend naar het station heb gebracht en mijn dochter heb uitgezwaaid, zet ik de pc aan. Ik weet dat het even duurt, voordat hij ‘op stoom’ is, zodat ik eerst nog even een kopje koffie kan gaan halen. Weer terug in de studeerkamer word ik aangestaard door een inktzwarte monitor, met in een grijs kader de mededeling: ‘Kan aanmeldingsgebruikersinterface niet laden. Neem contact op met uw systeembeheerder.’ Dat ben ik, vrees ik. Een systeembeheerder die ook even geen raad weet met deze opmerking. Ik besluit een nieuwe opstartpoging te doen. Het resultaat blijft echter onveranderd.

Damesdingen en een colbert

Bijna vijf jaar lang hadden wij een echte dameshuishouding. De badkamer stond vol met vrouwenspullen: antirimpel-crèmes voor mij, antipukkel-smeerseltjes voor mijn dochter, zoete geurtjes, Always. Op de mat bij de achterdeur stond alleen maar schoeisel in maat 39, op die enkele keer na, dat een puberjongen zijn maat 45 ertussen parkeerde. Een achteloos over een stoel gegooid colbertje trof je in ons huis nooit aan. De kapstok fungeerde als opbergplaats voor jassen in felle kleuren. We wisten niet meer beter, waren gewend geraakt aan een manloos huis.

Blazende zeehond aan de lijn

Ze moet hem niet – en dat is zacht uitgedrukt – terwijl hij haar nooit iets heeft misdaan. Dat weet ik zeker, want bij ieder bezoek heb ik haar gechaperonneerd. Toch begint ze al te grommen en te blazen, zodra ik haar met kooi en al op de behandeltafel zet. Ik maak het luikje aan de bovenkant open, negeer haar gemopper en wurm haar uit haar benarde positie.

Beter dan perfect

Terwijl ik, met stramme, van pijn bonkende knieën en hees als een 06-lijnmevrouw in de supermarkt rondscharrel, zie ik anderen meewarig naar me kijken. Ze kunnen alleen mijn buitenkant zien: een beetje een sneu, zwak vrouwtje, dat strompelend en hoestend haar winkelwagentje voortduwt. Als ze écht naar me zouden kijken, zouden ze kunnen zien dat ik van binnen dans op de tonen van mijn zingende hart. Mijn buitenkant mag dan de prijs betalen, mijn binnenkant kan nog heel lang teren op die beter dan perfecte 15e oktober 2010.