Burenmozaiek

De buurvrouw zie ik wel zitten. Door de haagbeuk. Van de buurman zie ik niet één stukje of beetje maar hij is niet ver van zijn vrouw vandaan. Dat hoor ik aan zijn stem. We genieten na tijdens de warme zomeravond. Kletsnat lig ik in ons kleine zwembadje en koel langzaam af. Mijn vriendin drijft nog steeds, op de groene opblaasbare krokodil.

Meneer van Dalen

Zodra de wiskundeleraar zich omdraait naar het bord, maak ik met de spuugvingermethode zijn grijze achterkant een stuk minder saai en droog. Binnen vijftig minuten is zijn kostuum met pied-de-pouledessin doorweekt. Zijn zoon, die naast me zit op de eerste rij, vindt het schitterend. Zoals bij alles wat ik doe. Hij weet hoeveel en waarom ik zijn vader haat. Hoe die me het leven zuur maakt en me altijd slechte cijfers geeft. Voor de klas stelt mijn kwelgeest juist de vragen die ik niet kan beantwoorden. De wiskundeleraar vindt me een nul.

Een tweetje

Wanneer liefde staat tot haat, als één staat tot tien. Staat dan mogen tot neutraal als vier staat tot vijf?

Een meisje dat ik erg graag mag schreef me laatst:’Liefde en haat staan héél dicht bij elkaar.’

Babette

Babette pijpt me terwijl ze wijdbeens op de rand van het bed zit. Ik sta voor haar. Ik zie het niet maar ik weet en voel het. Dat ze naar me opkijkt. Dat ze naar mij kijkt alsof ik een vreemde ben. Voor deze dag noem ik haar Babette. Voor deze dag is ze blond. Helblond. Ze blijft me aankijken. Dat doet ze altijd.

Even goede vrienden

Bij alle geweld wil ik het waarom begrijpen. Met alle geweld probeer ik en heb ik geprobeerd het te begrijpen! Mensen die anderen naar het leven staan en op een mooie dag afspreken om met elkaar een paar dagen in vrede te leven. Bijzonder én vreemd. Elkaars maatjes doden en dan twee dagen samen kerstdagen vieren met een glaasje wijn en een sigaretje erbij.