Gevangen-3

Op het kantoor waar ik werk is een centrale trap met bruine houten traptreden. Na acht treden is er een overloop naar het tweede deel van de trap. Boven is de koffieautomaat gesetteld en aangezien ik deze handeling dagelijks herhaalde malen uitvoer doe ik dit bijna blindelings; zo ook vorige week.

Gevangen-2

Met mijn boodschappentas onder mijn arm druk ik op de liftknop en wacht tot de lift komt. Vrijwel meteen gaan de deuren open. Ik stap naar binnen en druk op de B-knop. De deuren sluiten zich en meteen voel ik de lift dalen, 8, 7, 6, 5, de etages tellen af en het lichtje met nummer 1 brand. Ik verwacht nu dat de lift vaart mindert maar nee, hij gaat door. Ik zie het lichtje met de “nul” branden maar de lift verminderd geen vaart: hij daalt verder.

Gevangen-1

Gevangen voel ik mij; geketend. Ik open mijn ogen en zie een glazen stulp over mij heen staan, en vage contouren van een deur en een raam. Ik sla uit alle macht op het glas en zie mensachtige figuren naar mij opkijken maar die reageren niet. Er komen andere figuren aangelopen, uitgedost als wandelende huisvuilzakken en met op zuurstofflessen gelijkende bepakkingen. Waar ben ik? En waarom?

Dwarsliggers

Stiekem glurend door een venster zie ik een man aan een bureau zitten. Het schijnsel van een druipende kaars, op een houten standaard, geeft de man spookachtige contouren. Er steekt een zwak rokende pijp uit zijn mondhoek die soms, al kauwend, verhuist naar zijn andere mondhoek. Rooksliertjes van de brandende pijp kringelen, in het schijnsel van de kaars, omhoog. Op een oude Brother schrijfmachine typt hij zijn verhaal; briesend van woede zo te zien.