Galbakken

Ja jongens, ik moet nu weer even galbakken. Het is alweer te lang serieus geweest met die medaillon serie.

Zaterdag bijvoorbeeld, reed ik naar de pomp; in plaats van te lopen. Maar de benzinepomp, waar ik altijd diesel tank, blijkt kapot. PC storing staat er te lezen op het handgeschreven A4’tje dat, met een stukje tape, op de betreffende pompen is geplakt. Dus ik vraag heel beleeft aan de bediende of ik alleen niet kan pinnen of …

De ontmoeting (slot)

Als kind al moest ik alleen zijn als mij iets dwars zat, en diezelfde drang heb ik nu nog. Niemand kan mij dan helpen nee, ik moet daar zelf uitkomen. Een goede remedie is dan wandelen door het park of door de polder en mijn gedachten laten werken. Alles komt er dan uit, ongenuanceerd; kaf en koren tegelijk.

Gaby

Dromen doe ik de laatste tijd, op een vreselijke manier. Ik word bijna elke nacht badend in het zweet wakker, en slaap erg slecht. Door mijn kop spookt die vrouw, Gaby. Maar welke binding heb ik met haar? Welke link is er tussen ons? Naar het schijnt kennen wij elkaar maar niet dat ik weet; van waar kennen wij elkaar dan toch? Hoe moet ik dit alles rijmen?

Het medaillon

Het is zondagochtend acht uur. Ik zit voor het raam en kijk naar buiten. Een nevel ligt als een sluier over het park waarin alleen de boomtoppen net boven de nevelsluier uittoornen. In de verte zie ik de bovenste etages van flats; wazig aan de horizon.

Berlijn 1934

Mijn vrouw is een fervent aanhangster van het opkomende regime. Trots loopt zij in alle mogelijke demonstraties mee. Oh God, wat houd ik van haar. Kinderen hebben wij niet en die zullen er voorlopig niet komen; eerst moet deze tijd zich stabiliseren en dan zien wij wel verder.