Zorg

Meneer Bakker zit achter de geraniums. Alweer. Buren proberen een glimp van hem op te vangen en sommigen steken hun hand op. De nieuwsgierige buurvrouw van nummer 4 klampt een voorbijganger aan. Tijdens het kletsen schudden ze hun hoofd en loeren schichtig naar zijn raam. Hij zwaait. Beschaamd wuiven ze terug.

Rook-Worst

Het ouderwetse Anton Pieckwinkeltje, dat tussen de moderne Belgische grootwinkelbedrijven staat ingeklemd, is een lust voor het oog. De ontelbare butsen in de houten kozijnen zijn weggestopt onder een dikke donkerbruine laklaag. De tand des tijds heeft wel geknabbeld maar niet gebeten.

Knock out

De spiegel vertelt dat ik een centimeterslange en duimdikke blauwe streep op mijn kaak heb. De waarheid is hard; ik lijk op een bokser die de avond ervoor knock-out is geslagen. Ik druk op de bult. Het doet pijn. Ik besluit de plek onder een pleister te verstoppen en waag me op straat.

Jansje

Haar gebit ligt grijnzend op een schoteltje. Ze lacht haar tandenloze mond bloot, klapt in haar handen en schatert:,,Wat een gezellig feest. Strakkies ga ik Jansje bedanken en dan krijgt ze twee dikke klapzoenen.”

Halve zolen

‘Gun je schoenen een tweede ronde; weggooien is zonde’ is het motto van de huidige generatie schoenlappers. Slogan nummer twee is: ‘De schoenmaker heeft meer in huis dan u denkt’. Eigenlijk zit daar wel wat in, dacht ik in een overmoedige bui.