Druk, druk, druk, Ik moet nog even terug naar mijn werk of ik kom vanavond later thuis.
Het zijn van die gejaagde uitspraken die iedereen wel herkent. Je baan is het aan de praat houden van alle elektrische apparatuur terwijl je steeds vaker rondrijdt met een wagentje door Rotterdam om onderdelen te verzamelen; druk verkeer en overal oponthoud; na veel gestresste inhaalmanoeuvres kom je dan eindelijk weer binnen rijden. “Waar blijf je nou, iedereen wacht op je!”
Je bloed bereikt het kookpunt en je loopt steeds vaker fysiek en moreel paars aan, dit is namelijk je toekomst zonder dat je het beseft; ergere dingen zijn er niet. Je woont inmiddels boven de zaak en geniet met volle teugen van de beweeglijkheid op ons terrein en in de haven. Dan wordt er een terrein aangekocht ver buiten de stad en de bedrijfsplaaggeest stuurt jou vooruit om hier en daar dingen te regelen. Wat je ook doet: hij had het net even iets anders gedaan, het glas kan immers half vol of half leeg zijn en de spanning loopt verder op.
Dan komt, als donderslag bij heldere hemel de oplossing: je bent in de nieuwe opzet niet meer nodig.
Die sigarenpeukenkauwer met z’n gehaktballenkop en een stropdas die te strak zit, legt het grijnzend op je bord.
Nu ben jij aan zet, schijnt hij te denken. De trap aflopend bedenkt je de ergste dingen, je wilt hem zelfs met stoel en al het raam uitkieperen.

Dan ben je thuis en kijkt uit het raam, één hand ondersteund je kin en de andere trommelt op je elleboog.
Je hebt geen moer te doen!
De volkstuin ja maar daar lopen ook al plaaggeesten, konijnen vreten aan je koolbladeren, vogeltjes pikken je tomaten lek en mollen graven gangen onder je grasveldje zodat, als je met je stoel in de tuin wilt gaan zitten je met een stoelpoot in een mollengang verdwijnt en met armen en benen balancerend probeer je om je evenwicht te bewaren terwijl een argeloze voorbijganger denkt dat dit misschien wel een dependance van een of andere open inrichting is; hoofdschuddend loopt hij verder. Slaan, schoppen of gooien naar die kolere beesten helpt niet want ze zijn altijd net even sneller dan jij. De gein gaat er ook hier af omdat er andere dingen door je hoofd spelen. Weg met die tuin! Fietsen door Rotterdam dan, rondkijken kijken in de haven waar altijd zoveel bedrijvigheid was. Zelfs dit is veranderd, heel de stad ligt op de schop terwijl de bedrijvigheid in de haven is verdwenen. Je zit op je fiets aan de waterkant en tuurt de Maas af, niemand praat tegen je en jij ziet niemand om tegen te praten.

Eindelijk ga je verhuizen naar de Hoofdweg; weg uit dat verleden. Een leuke flat krijg je daar, in een gezellige buurt. Daarna komt er een periode dat je rot slaapt; als er b.v. een huis afbrandt midden in de nacht hoor je het weliswaar niet, maar ‘goed’ slapen is toch net even iets anders. Je begint andere dingen te bekijken en gaat met mij mee naar een stoomdepot of een modeltreinbeurs. Je krijgt zin in dingen als postzegels verzamelen en beurzen af te lopen; het leven krijgt weer een kleurtje. De eentonige afgestompte regelmaat van het werk keert om in het besef dat je de rijkdom in handen hebt. Je hebt een vrouw die van je houdt en er altijd voor jou is; een zoon die, als je met je vingers knipt direct bij je is. Jij bent gezond en lacht de wereld smalend tegemoet terwijl anderen een zandwinkeltje hebben geopend. Jij loopt huppelend door de straten zonder plastic in je heupen of knieën en haalt vrij adem. Nu ben jij aan zet, was ooit de vraag.
Uiteindelijk heb jij gewonnen.

Prlwytskovsky.

Categorieën: Verhalen

8 reacties

KawaSutra · 11 juli 2006 op 00:19

Een eerlijk verhaal, een werkzaam leven in een notendop. Knap verhaal Peter.
Die slag is jou!

DreamOn · 11 juli 2006 op 00:33

[quote] Wat je ook doet, hij had het net even anders gedaan[/quote]

Ook heel sterk aanwezig in het onderwijswereldje: onderwijzers zijn vaak eigenwijzers.

Leuke column, maar wel een beetje verwarrend om te lezen. Ik had er nu eigenlijk pas de rust voor.

Mup · 11 juli 2006 op 17:59

Ik sluit me aan bij Kawa,

Groet Mup.

WritersBlocq · 11 juli 2006 op 21:15

Het rommelige en gebruik van afkortingen maakte voor mij dat het chaotisch overkwam, maar misschien was dat juist je bedoeling. Ik vind het een mooi stukje.

Li · 11 juli 2006 op 21:33

[quote]Je hebt een vrouw die van je houdt en er altijd voor jou is; een zoon die, als je met je vingers knipt direct bij je is. Jij bent gezond en lacht de wereld smalend tegemoet terwijl anderen een zandwinkeltje hebben geopend. Jij loopt huppelend door de straten zonder plastic in je heupen of knieën en haalt vrij adem. Nu ben jij aan zet, was ooit de vraag.[/quote]

Zo is het Prlwytskovsky! Tel je zegeningen maar;-)

Ik heb dit levensverhaal in één adem uitgelezen.

Li

sally · 11 juli 2006 op 23:16

Met plezier gelezen Prlwytskovsky.

Liefs Sally

Chantal · 12 juli 2006 op 09:18

[quote]Je bloed bereikt het kookpunt en je loopt steeds vaker fysiek en moreel paars aan[/quote]

Mooi op z’n prwly’s 🙂

Ma3anne · 12 juli 2006 op 11:07

Inhoudelijk een erg mooi verhaal, Peter, recht uit je hart.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder