Soms leun ik op de rand van mijn balkon en kijk uit over het park, en naar de flat aan de overkant. Er zitten mensen te zonnen en bij een ander is alles potdicht. Een enkeling kletst met een buur en wijst in een bepaalde richting waarna zij getweeën, met een hand boven hun ogen, ogenschijnlijk in het niets turen. Dag na dag en avond na avond blijft alles dicht bij die ene buur. Het valt mij op dat er eigenlijk nooit iets open staat, geen raampje of een deur: niets.
Met het heerlijke weer zit ik tot laat in de avond buiten en mijn oog valt weer op dat ene huis. Niet dat ik dan zit te gluren hoor, maar het valt mij op dat bij iedereen de zonneschermen naar beneden zijn en er mensen buiten zitten, maar niet bij dat ene huis. Daar blijft alles hermetisch dicht.

Ik ben mijn balkon aan het boenen en ik zie een witte vrachtwagen beneden geparkeerd staan. Als ik opkijk zie ik de balkondeur van dat huis aan de overkant openstaan, en de jaloezieën zijn allemaal omhoog. Er lopen mensen in en uit, mensen die ik niet ken terwijl ze aan de overkant wonen.

Als ik de andere dag mijn vaste rondje ga lopen zie ik die witte vrachtwagen weer en ik loop erlangs. Mensen sjouwen een kast naar buiten en tillen hem in de laadruimte. Ik herken die mensen: zij liepen gisteren op dat balkon.
“Gaan jullie verhuizen?” Vraag ik.
Lachend kijkt een knul mij aan en zegt: “Je buurvrouw is gaan hemelen, wij halen alleen het huis leeg.”
Vrouw? Woonde daar dan een vrouw? Vraag ik mij af en loop terug en vraag aan die knul of ze familie van die vrouw zijn.
“Nee.” Zegt die knul kortaf: “Heeft ze niet, leefde helemaal alleen.” En ze gaan verder met het laden van de vrachtauto.

Ik kijk langs de flat naar boven, langs alle etages. Niemand in die flat die ik eigenlijk ken, niet van naam en zelfs niet van gezicht, en dat terwijl ik er al vierentwintig jaar tegenover woon. En omgekeerd: wie van al deze bewoners in die flat zou weten wie ik ben?

Diezelfde avond zit ik buiten en kijk naar de overkant. Een lege woonkamer zie ik, zonder gordijnen en zonder jaloezie. Aan het raam ernaast hangt nog een gesloten jaloezie en in de zijkamer hangt een gordijnrail gedeeltelijk los geschroefd voor het raam. Een tafeltje ligt ondersteboven op balkon.

Wat zouden die meubels allemaal kunnen vertellen, hun verleden en hoe belangrijk waren ze voor die onbekende vrouw? En nu? Naar de kraakwagen of naar iemand die er nog wel iets in ziet?

Ik kijk de andere kant op en zie mijn naaste buurvrouw met een lachend gezicht naar mij kijken.
“Ik sta zeker al vijf minuten naar je te kijken.” Zegt ze. “Was je in dromenland?”
“Ja buuv, als je eens wist: ik was heel even in het hiernamaals.”

In gedachten kijk ik omhoog en zeg: “Dag onbekende vrouw, het ga u goed.”

Categorieën: Verhalen

9 reacties

klapdoos · 21 juli 2011 op 12:12

Mooi verhaal Peet, hier maak je wel goed duidelijk in wat voor maatschappij wij leven, de ik ik ik mentaliteit en zij die alleen of eenzaam zijn, ach wie zijn dat nou!!!Mooi geschreven,
groet van leny

Meralixe · 21 juli 2011 op 12:22

Mooie schets van een harde realiteit. Als ik in de krant soms lees dat men een mens gevonden heeft die al vele weken overleden is dan vraag ik me af of dit wel mogelijk is binnen onze maatschappij.
Helaas, het is mogelijk.

LouisP · 21 juli 2011 op 15:57

Heel mooi stuk Peet, bijzonder beeld, die balkons, die ramen, die onbekende mensen..
bijzondere laatste zin..

DreamOn · 21 juli 2011 op 21:29

Ik vind dit een prachtig stuk. Heel mooi gedaan, Medeklinkerovski! :wave:

Harrie · 21 juli 2011 op 21:59

Sad story, gently told.

Tom (in absence of Harrie and Mark)

Bitchy · 22 juli 2011 op 10:33

Mooi en triest tegelijkertijd. Realiteit…jammer genoeg.
:kus:

pally · 22 juli 2011 op 11:31

Mooie, schurende observatie, Peet :wave: Geschreven in een onopgesmukte stijl, die raakt.
Voor mij zou hij in de categorie ‘maatschappij’kunnen staan.

groet van Pally

WritersBlocq · 24 juli 2011 op 01:24

Ja. Jahaaa. Helemaal waar, dit. En zo eigen, en zo vreemd, ook.
Dat het zo gaat.
Dat het, voor zover ik in elk geval weet, overal zo gaat.
Bah 🙁

Hee Prlw, ik vind het een heel goed verhaal dat vertelt over hoe onze maatschappij in elkaar steekt. Ieder voor zich, en eigenlijk verrast zijn, wanneer een ander er ook is voor jou.
Dus eens met Pally hierboven @ rubriek, en toch is het gewoon een ‘verhaaltje’, helaas herkend door onze Maatschappij 🙁

Hoe dan ook: Mooi, heel mooi neergezet. Groetje, Pauline.

Mien · 26 juli 2011 op 00:14

Goede column Prlwyts.
Bij de laatste zin moest ik even aan de duif van Toon Hermans denken. Waarom? Verstilde emotie.
Met dit verhaal haal je verhaal. In die zin is de rubriek goed gekozen.

Mien

Geef een reactie

Avatar plaatshouder