Met een schok wordt hij wakker, “het zal toch weer niet…?”. Maar jawel, opnieuw door die verdomde wekkerradio heen geslapen. Datzelfde, naar zijn smaak slecht werkende ding, gaf nu al 9:36 aan. De hogere wiskunde schoot door zijn hoofd: “ik moest er om twaalf over tien zijn dus ik heb nog… vierenveertig, nee zelfs nog maar zesendertig minuten, shit shit shit!”. Twaalf minuten later stapt hij de deur uit en met de slaap nog in zijn ogen beseft hij dat hij zijn haar nog niet gekamd heeft maar ach, tegenwoordig betalen mensen ervoor om een ‘out of bed’ look te krijgen. Tevreden nadenkend over deze gigantische geldbesparing stapt de student rechten op zijn fiets en met het altijd nare gevoel iets vergeten te zijn raced hij in de mist en de motregen de poort uit.

In de verte doemt de brug voor al hem op en de lucht van de elegante en milieuvriendelijke chemische fabriek aan de overkant dringt zijn neus binnen. Kotsneigingen negerend fietst hij als een amateurwielrenner de longen uit zijn lijf terwijl hij haastig een banaan naar binnen werkt en de schil in het water gooit. Zichzelf vervloekend ziet hij tot zijn ergernis in de verte een gigantische groep schoolkinderen naderen, “dat wordt weer slalommen” weet hij. Opeens beseft hij, als hij naar zijn pols kijkt, wat hij vergeten is en totaal onwetend of hij nog op tijd zal komen rijdt hij de brug af, richting de stoplichten. ‘Ga nou op groen, ga nou op groen stom ding!!’ denkt hij als hij met een noodvaart op het kruispunt afkomt. Hopend dat er geen politie toekijkt vliegt hij langs het aan alle kanten toesnellende verkeer. “Was dat nou een agent, daar achter die boom? Wat een held is dat zeg, dat kan er verdomme ook nog wel bij!” en hij besluit snel de wijk links van hem in te fietsen.

Met een paranoïde gevoel en zwetend door zijn eigen hoge tempo rijdt hij bijna een vuilnisbak omver als hij de bocht om schiet. Buurtbewoners kijken hem vol onbegrip aan. Bijna gek wordend van het feit dat hij geen flauw benul van de tijd heeft en beseffend dat het ook al te laat zou kunnen zijn en deze krachtsinspanning ook voor niets zou kunnen zijn denkt hij er even over na om gewoon te stoppen en weer terug naar zijn huis te rijden. Meteen verwerpt hij deze gedachte en besluit nog eens een tempootje hoger te gaan fietsen, ondanks de voelbare protesten van zijn benen en de krakende fiets. Tussen de mist door ziet hij de blauwe zwaailichten van een auto op zich afkomen. In zijn gedachten hoort hij de politieman al tegen hem zeggen: “zo jongeman, waar denken wij met deze snelheid en alle rode seinen negerend naar toe te gaan?”. Gelukkig voor hem maar niet voor degene die erin ligt, ziet hij dat het een ambulance is die hem voorbijrijdt. Heftig bellend passeert hij een stel recreatiefietsers dat hem hoofdschuddend nakijkt, hij fietst nu langs het spoor dus het kan nu niet ver meer zijn.

Met een onzeker gevoel ziet hij de contouren van het treinstation in de verte. Hij knijpt zijn ogen samen en lijkt de vormen van een klok te kunnen onderscheiden. Tien over tien denkt hij te kunnen aflezen en een gelukzalig gevoel gaat door zijn lichaam heen. “Was het toch niet voor niets”. Hij rent de stationshal binnen en kijkt hoopvol naar spoor drie, waar de trein vanaf vertrekt. “Hij is er zelfs nog niet!”. Snel koopt hij een kaartje en haast zich naar het perron. Op het spoor aangekomen kijkt hij op het vertrekbord waarop de onheilspellende woorden ‘let op omroepbericht’ staan, die hem een vreemd voorgevoel in zijn maag geven. Angstig wacht hij af, ‘het zal toch weer niet…?’. Het bekende vervelende deuntje van de omroeper klinkt: “dames en heren, vanwege een kapotte bovenleiding ter hoogte van station Lage Zwaluwe rijdt de trein in de richting van Breda, Tilburg en Eindhoven vandaag…niet”.

Categorieën: Fictie

5 reacties

arta · 19 oktober 2006 op 12:15

Spannend geschreven! Ik had het gevoel dat ik achterop zat. Hing nog net niet mee in de bochten!
En je einde….dat is vaak ook mijn begin van een treinreis!
🙂

Chantal · 19 oktober 2006 op 13:11

En dat stuur je in onder fictie?? Dit is de keiharde realiteit van alledag!

😀

pally · 19 oktober 2006 op 14:11

Ik hou van dit soort columns die het ‘daagse’ tot thriller tillen! 😀 😀

KingArthur · 19 oktober 2006 op 14:17

Gek, ik heb een beetje dubbel gevoel bij dit stuk en kan eigenlijk niet zeggen waar dat aan ligt. Ik vind hem wel aardig maar niet om over naar huis te schrijven.

Dees · 21 oktober 2006 op 08:40

Ofwel, hoe je een herkenbaar verhaal toch in een leuk jasje weet te gieten. Knap, die spanningsopbouw.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder