Alle zaterdagen was het feest voor Andries. Een feest en vooral een goede leerschool. Dan stond hij gewapend met zijn accordeon op zijn vaste stek pal naast de ingang van de slijterij in het winkelcentrum. Ook vandaag speelde hij daar zijn deuntjes. Eerst wat nummers uit zijn standaard repertoire, afgewisseld met wat nieuw ingestudeerde nummers. Dan als experiment een eigen compositie, gewoon om wat reacties te peilen. Een stapeltje munten lag glimmend in de koffer. Een deel zelf neergelegd als lokkertje, want in een lege koffer wierp nu eenmaal niemand geld, dat was bekend. Met een frons op zijn gezicht keek hij omhoog. De lucht betrok. De eerste verdwaalde druppels werden nog genegeerd. Lichte paniek ontstond toen de zon door een duistere wolk werd verzwolgen en de druppels groter werden. De stortbui brak los. Het winkelend publiek stoof uiteen. Andries keek toe en dacht er het zijne van. Hij stond hier goed onder het afdakje. Voorlopig althans.

Het winkelcentrum leek op een leeglopende ballon. Plukjes mensen renden naar halletjes en afdakjes, probeerden hun plastictasjes met aankopen droog te houden. Andries wist dat veel winkels leeg zouden stromen zodra het droog werd zonder extra omzet te hebben gedraaid.

Andries speelde rustig verder. Een beetje regen was geen reden om te stoppen. Zijn accordeon kon tegen een drupje spatwater. Hij stond hier voor zijn plezier. Een oudere man en vrouw renden gearmd voorbij, ze wierpen hem een niet begrijpende blik toe en wurmden zich onder de luifel van een drogist. Andries haalde zijn schouders op en speelde met nog meer plezier zijn vrolijke deuntje.

Het stopte met regenen. Aarzelend kwamen mensen weer te voorschijn. Ze keken met eens schuin oog omhoog. Argwanend alsof ze het niet vertrouwden. De lucht brak open en een strook blauw werd zichtbaar.

Elke zaterdag stond Andries hier. Kort na sluitingstijd wandelde hij dan via zijn vaste route terug. De ene keer met zijn jaszakken vol munten, de andere keer met amper een handje vol. Het maakte hem niet uit. Het ging hem niet om het geld. Dat had hij niet nodig.

Andries verliet het winkelcentrum, sloeg een hoek om, liep een smalle zijstraat in. Daar stond de auto trouw op hem te wachten. Zijn chauffeur tikte met een hand tegen zijn pet, opende het portier van de Jaguar en liet hem instappen.

Internetmiljonair en directeur van een multinational. Nee, voor het geld hoefde Andries het niet te doen. Toch waren zaterdagen voor hem van onschatbare waarde. In het winkelcentrum deed hij mensenkennis op. Hij leerde daar mensen kennen – en vooral herkennen. Vrekken die niemand een cent gunden; mensen die het zelf niet breed hadden en hem toch regelmatig een muntje toeschoven ook al was het niet altijd even veel; voorbijgangers die hem compleet negeerden, bespotten, of uitlachten; maar ook liefhebbers die intens van zijn muziek genoten en bij hem bleven staan al was het maar voor even.

Van maandag tot vrijdag was hij de directeur met die zware en zelfs nog zwaarder betaalde baan. In het winkelcentrum was hij de onbekende muzikant, de arme sloeber. Als rijk man wilde iedereen in zijn gunst komen, hem naar de mond praten. Wilde iedereen hem graag kennen en een graantje van zijn rijkdom meepikken.

Sommigen vroegen recht op de man af om een financiële gunst. Hoe hoger, hoe beter vaak. Andries was zo rijk, hij kon vast wel wat duizendjes missen, of was een miljoen toch wat te veel gevraagd. Nooit ging hij in op dit soort verzoeken. Werken moest iedereen voor zijn geld, net zoals hij vele jaren had gedaan tot hij na veel ploeteren op de beurs binnenliep.

Meestal zei hij nee, maar niet altijd. Zijn mensenkennis uit het winkelcentrum in een deel van het land waar men hem niet van gezicht kende gebruikte hij om in het dagelijks leven de enkeling te herkennen die hij een anonieme gift zou schenken. Soms waren daar mensen bij die hem er – vaak met het schaamrood op de kaken – om vroegen, vaker waren het mensen die daar te trots voor waren maar het des te harder nodig hadden.


Kees

Zelfstandig schrijver en fotograaf

1 reactie

Casperio · 28 oktober 2003 op 23:39

Een column waar je gewoon niets aan toe kunt voegen!
Schitterend beschreven, duidelijk moraal!

Tja, een derde column van de maand (waarvan twee achter elkaar) dat gaat me te ver. Maar met dit meesterwerkje had het er echt wel in kunnen zitten!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder