Lisa
Zwijgend loopt ze naast Maarten richting kantoor. Ze heeft geen idee wat ze tegen hem moet zeggen. Het gesprek van daarnet heeft haar uitgeput.
Ze probeert al de hele dag de gebeurtenissen van de vorige avond uit haar geheugen te wissen maar het lukt niet. De beelden blijven zich opdringen.
Een rilling loopt over haar rug.
Gelijk bij binnenkomst had hij haar tegen de muur geduwd. Eén hand sloot zich om haar hals, de andere greep naar haar borst. Ze had zich speels uit zijn greep losgewrikt en was onder zijn arm door gedoken.
‘Wil je iets drinken?’ Haar stem klonk schor. Onzeker.
Terwijl ze naar de keuken liep, voelde ze zijn ogen in haar rug prikken.
In haar kast speurde naar een vergeten fles wijn.
Hij was haar gevolgd en leunde met gevouwen armen tegen het aanrecht. Ze vroeg zich af waar ze in vredesnaam aan was begonnen. De blik in zijn ogen was zeer onprettig.
‘Kom hier,’ had hij gezegd.
Hij trok haar hardhandig naar zich toe, ze hoorde een naad in haar jas scheuren.
Met een knie dwong hij haar benen uitelkaar. Weer die hand onder haar kin. Hij kneep met duim en wijsvinger hard in haar wangen.
‘Dus jij wil wel …,’
Hij kuste haar ruw. Door de klemmende grip van zijn vingers weken haar lippen. Zijn tong drong gelijk haar mond binnen.
Ze wilde dit niet!
Trut die je bent, wat had je dan gedacht! Dat hij voor de gezelligheid mee was gekomen? Duw hem weg!
Terwijl haar geest vol afgrijzen riep om actie te ondernemen, bleek haar lijf verstard.
Zijn hand had zich intussen verlegd naar haar keel en zijn mond trok een vochtig spoor naar de opening van haar decolleté. Ze probeerde haar gezicht weg te draaien maar zijn grip bleek te sterk.
Zeg iets! Doe iets!
Het geluid van zijn broekriem en het openen van een rits hief haar bevroren toestand op.
‘Stop!’
Haar stem klonk schril.
Met een hand in haar nek duwde hij haar hoofd omlaag. Zijn broek lag rond zijn hielen op de grond en zijn pik stak agressief rood gezwollen boven het elastiek van zijn boxer uit.
‘Je wilde dit toch …,’ gromde hij en dwong haar op haar knieën.
‘Nee …,’ bracht ze happend naar lucht uit.
Een schelle ringtone klonk door de kleine keuken. Een fractie van een seconde verslapte zijn greep en ze rukte zich los.
Vol ongeloof staarde ze naar de halfnaakte man die een poging deed om zijn telefoon uit het hoopje stof rond zijn hielen te vissen.
‘Godverdomme!’ zei hij vloekend terwijl hij zijn broek ophees en de telefoon, die de sarrende tune van een klopboor uitspuugde, uit zijn broekzak haalde.
‘Ja!’ snauwde hij in het toestel.
‘Nee, nog niet …’.
Met de telefoon in zijn hand liep hij de keuken uit.
Ze had niet geweten wat te doen. Verdwaasd en licht in shock greep ze de fles wodka uit het gootsteenkastje, schroefde de dop los en zette hem aan haar lippen.
De alcohol brandde in haar keel, maar het gevoel van schaamte was erger.
Jezus, Lies, en jij wilde misschien Escort worden? Daar ben je dus gelijk van genezen. Waarom is hij zo agressief? Doodeng.
Hoe krijgt ze hem het huis uit? Misschien moest ze haar vader bellen …
Ze leunde verslagen tegen het aanrecht. Op de gang hoorde ze hem korte zinnen in de telefoon snauwen.
Ze kon het niet verstaan.
‘Ik moet weg’ hoorde ze hem roepen.
Had hij het tegen haar?
Zijn voetstappen kwamen dichterbij en ze zette snel de fles terug.
‘Hoorde je me?’
‘Ja,’ had ze geantwoord. Wat moest ze anders zeggen?
‘We doen het een andere keer, goed?’ riep hij vanuit de gang en ze hoorde hem richting voordeur lopen.
Je hoeft echt niet terug te komen, dacht ze.
Ze was achter hem aangelopen en zag hoe hij gehaast de trap afliep.
Beneden keek hij nog even omhoog. Zijn blik was indringend, als een roofdier die zijn prooi observeert.
‘Ik zie je morgen op kantoor,’ zei hij autoritair, voordat de benedendeur achter hem dicht viel.
Totaal opgaand in haar gedachten loopt ze naar haar werkplek en ziet Maarten naast haar plaatsnemen.
Als ze een blik opzij werpt kijkt ze in zijn vriendelijke blauwe ogen. Ze voelt een kleine glimlach opkomen.
15 reacties
NicoleS · 12 februari 2017 op 17:34
Spannend vervolg weer. Knap geschreven. Ik dacht alleen dat een roofdier die zijn prooi bestudeert, dat moet zijn. Dat zijn prooi bestudeert. Verder gewoon goed, als altijd.?
Esther Suzanna · 13 februari 2017 op 09:10
Dank je wel Nicole 🙂
Er zitten wel meer foutjes in. Ik merk dat even meer moeite daarmee heb.
Karen.2.0 · 12 februari 2017 op 19:10
Blijft spannend, goed geschreven Esther!
Esther Suzanna · 13 februari 2017 op 09:10
🙂
Mien · 12 februari 2017 op 21:12
Goed geschreven wederom. Je manier van schrijven heeft iets zuigends. Dat is altijd goed.
‘In haar kast speurde naar een vergeten fles wijn.’ Hier is een ‘ze’ nog nodig.
Esther Suzanna · 13 februari 2017 op 09:12
‘Iets zuigends’ snap ik niet? Als dat goed is vind ik het best haha
Ik zit een beetje vast in het verhaal. Vandaar de fouten. Gek is dat. Hoe makkelijker je iets schrijft, hoe foutlozer. 🙁
Mien · 13 februari 2017 op 09:16
Gelukkig bestaat er nog zoiets als gekke lezers die attenderen, mits ze een goede dag hebben. 🙂 🙂 🙂
Esther Suzanna · 13 februari 2017 op 09:27
🙂
Mien · 13 februari 2017 op 10:37
Vandaag is zo’n dag.
pally · 13 februari 2017 op 08:42
Spannend! Wat een griezel, die man. Goed beschreven.
Esther Suzanna · 13 februari 2017 op 09:13
Ja hè … dank je wel!
Esther Suzanna · 13 februari 2017 op 09:26
Met ja hè doelde ik op de griezel … 🙂
van Gellekom · 13 februari 2017 op 10:15
Mooi spannend
Bruun · 13 februari 2017 op 15:03
Je geeft in een van je reacties aan dat je als schrijfster vast zit in het verhaal, maar dat is voor mij als lezer totaal niet te merken. Ik ervaar het (nog steeds) als een vloeiend geschreven thriller die erin gaat als zoete koek. Ben weer heel benieuwd naar het volgende deel.
Esther Suzanna · 13 februari 2017 op 17:16
Oh, leuk Bruun!
Ik bedoel meer dat de voortgang vragen oproept.
A) Moet er iemand vermoord worden?
B) Wie dan?
C) Kan ik dat wel? (Wel of niet een politie onderzoek?)
D) Blijft het, net als bij Oklahoma, de belofte van spanning die niet wordt ingelost?
E) Dan moet er nog wel iets in het verschiet liggen. Wat?
Enz… haha.
Blij dat niemand het merkt. Dit had ik dus niet moeten melden, dan had niemand het ooit vermoed … 😉