Ik ben moe als ik naar mijn cursus ga. Nu is het niet zo gek dat ik moe ben, want ik slaap al heel lang slecht. Mijn vriend zei laatst: ”ik wil het woord moe niet meer horen. Je zult de komende tijd wel moe zijn. Dat heb je met twee kleine kinderen. Het is niet anders. Ik ben ook heel moe”. Na die woorden vertrek ik zwijgend en rij naar mijn cursus aan de hogeschool te Utrecht. Ik ben iets te vroeg en ga nog even rustig plassen. Als ik de WC uit loop, zakt mijn rugzakje van mijn arm. Ik wil weten hoe laat het is en vis mijn mobieltje uit mijn tas, dromerig druk ik op wat knopjes, en zet mijn mobiel weer aan.
Opeens zie ik een man met een grote baard voor me staan. Het is een blanke man, vermoedelijk tegen de zestig, met een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Ik denk nog hij wil mij misschien helpen, want ik zie er zo hulpeloos uit.
Hij zegt iets tegen mij, maar ik registreer niets. Hij vraagt opnieuw: “gaat u hier naar school?”. Ik peins en zeg niets terug, want ik denk ik ga toch allang niet meer naar school.
Opnieuw: “volgt u hier een les”. Met zijn houding benadrukt hij het belang van deze vraag. Of schreeuwt hij zo hard omdat hij een taalachterstand vermoedt?
Ik zucht maar eens diep, laat mijn ongenoegen ontsnappen, neem een aanloop om te antwoorden en langzaam dringt het tot mij door dat ik een merkwaardige indruk op hem maak: zeer klein, Arabische uitziende vrouw, gekleed in gehavende spijkerboek met daarboven een versleten zogenaamd hippe trui en een ongekamde krullenbos. En mijn irritatie op een voor hem volkomen normale vraag, waardoor hij geïrriteerd raakt want hij heeft nog geen antwoord gekregen. Dus vervolgt hij zijn ondervraging: “ik heb u hier nog nooit gezien”.
Nog steeds weet ik niets uit te brengen. Mijn gedachten slaan op hol; misschien heeft hij zich net aangemeld voor de campagne bestrijd het terrorisme in Nederland en is hij een overijverige conciërge of een docent die avonddienst heeft. Ik zal nu echt iets moeten zeggen en dan komt alleen uit: “dat kan zomaar gebeuren”, en ik lach onbeholpen.
Vervolgens haal ik mijn schouders op en dan leest hij blijkbaar mijn gedachte van val dood, want als ik wegloop, rent hij naar de damestoiletten, opent de deur en kijkt geschrokken om zich heen.
Als de deur sluit, haal ik uit mijn rugzak een lipstick, stift mijn lippen felroze. Ik spiegel mijzelf in de weerkaatsing van de huls. Ik zie grijs met wallen onder mijn ogen. De felle kleur leidt de aandacht nauwelijks af. Daarna sleep ik mij naar het lokaal en denk: ik heb dit vast gedroomd.
Na de les rij ik slaperig naar huis en mijn vriend schrikt wakker wanneer ik mij in ons bed vlij. Ik stel hem zachtjes gerust maar vertel hem niets.
8 reacties
Anne · 4 mei 2006 op 17:06
Mooi Nana.
Nou ben ik alleen wel erg nieuwsgierig geworden naar die cursus die jij volgt.
Mooi verhaal.
Anne
Troy · 4 mei 2006 op 21:04
Apart verhaal. Het komt bijna bevreemdend over op de een of andere manier. Je schrijft mooi. Ik ben Nana fan.
Ma3anne · 5 mei 2006 op 08:10
[quote]Het is een blanke man, vermoedelijk tegen de zestig, met een groot verantwoordelijkheidsgevoel.[/quote]
Die laatste toevoeging vond ik bijzonder. Hoe zie je dat bij een eerste aanblik?
De rest van het verhaal maakt duidelijk hoe je het bedoelt.
Aparte column, die fijn leest.
Chantal · 5 mei 2006 op 13:21
Mooie column! En ik ben nu ook wel benieuwd geworden naar die cursus haha 🙂
KawaSutra · 5 mei 2006 op 14:05
Mooi verweven, het kleine leed met een wereldwijde angst.
Mosje · 5 mei 2006 op 18:53
[quote]Opeens zie ik een man met een grote baard voor me staan. Het is een blanke man, vermoedelijk tegen de zestig, met een groot verantwoordelijkheidsgevoel.[/quote]Verdorie nana, heb jij God ontmoet?
😕 😛
Nana · 7 mei 2006 op 15:16
Dank voor de mooie reacties. Ja de tekst is wel bizar maar dat was die man ook. Die baard ja dat is een baard uit mijn jeugd. Op mijn school liepen dit soort baarden rond.
O, en die cursus ging over freelance werken.
Mup · 7 mei 2006 op 16:29
Eens met Anne, met dezelfde vraag, die nu beantwoord is:-)
Groet Mup.