Ik heb uw aandacht, fijn. Wees gerust, het was geen lokkertje. Deze column gaat inderdaad over flinke jetsers, stevige jopen, grote memmen, enorme voorgevels, uit de kluiten gewassen prammen, een ferm bos hout voor de deur. Enfin, u weet wat ik bedoel. Voor de vrouwelijke lezer is dit overigens nog een goed moment om te stoppen met lezen, als u zich ongemakkelijk voelt bij het thema. Ik geef het maar meteen toe. Ik kijk zelf ook graag. Daar ben je man voor, het zit in de genen. Het móet. Zelfs als je het niet mooi vind.

Toch verbaas ik me daar nog wel eens over. Laatst komt er zo’n kolossaal slagschip langs het terras waar ik me – nog even voor de goede orde – absoluut niet tot aangetrokken voel. Om me heen vallen de gesprekken stil. Van de gezichten is ontsteltenis en ontzag af te lezen. Een ogenblik later doemen ze ook in mijn ooghoeken op. Twee grote glimmende skippyballen. En dan moet ik toch even – heel even – kijken. Ik ben voorbereid maar toch schrik ik. Oh, mijn god, wat zijn ze groot! Niet per se mooi of zo, maar al-le-jezus, wat een enorme dingen. Even stokt mijn ademhaling en met alle macht richt ik mijn aandacht op het bierviltje voor me. Maar het is sterker dan mij. Ik moet nóg een keer kijken. Om het af te kunnen sluiten. Ik kijk. Ik staar. Mijn mond valt open. En precies op dat moment, kijkt ze me recht in de ogen aan.

In haar ogen brandt de blik van een roofdier dat plotseling haar prooi ontdekt. Ik ben betrapt. Ik keek dus ik wil. Langzaam verandert de massa vrouw van koers, in mijn richting. De borstpartij slingert in harmonie mee. Bierglazen worden uit handen geslagen. Kinderen komen in de verdrukking. De complete kroeg buigt als een boeggolf uiteen. Haar blik houdt me vast terwijl ze recht op me af kruist. In gedachten word ik al fijn gedrukt. Het angstzweet breekt me uit.

Net op tijd weet ik me te herpakken. Ik ruk mijn blik los en duik tussen de mensen. Laag blijven moet ik. Gebruik maken van haar belemmerde gezichtsveld. Vlakbij komt ze tot stilstand. Met de handen in de zij kijkt ze om zich heen. Niet omlaag kijken, nu, alsjeblieft. Gelukkig, ze ziet me niet meer. Met een verontwaardigde ruk draait ze zich om. Er klinkt een massieve klets. Een onschuldige cafébezoeker gaat neer, vol geraakt door haar zwaaiende boezem. Roerloos blijft hij liggen op de grond. Hij is knock-out, maar om zijn mond krult een gelukzalige glimlach.


7 reacties

schoevers · 31 december 2012 op 09:47

Zo, dit ligt er dik op, maar is plat.

Meralixe · 31 december 2012 op 11:00

Volgende keer toch maar insturen onder de noemer ‘gein & ongein’ zou ik zeggen. Ook ik schreef eens een column over dit thema (tweede deel van ‘Slechte zomer’) maar al zeg ik het nu wel zelf, veel subtieler, veel fijner…. Maar, smaken verschillen he!! 😉

Yfs · 31 december 2012 op 11:02

[quote]Ik moet nóg een keer kijken. Om het af te kunnen sluiten.[/quote]

Geweldig! Ik heb genoten van I tot H! Humor! Lekker pittig en zeer beeldend geschreven haha.

Verklaart meteen waarom mannen zo slecht zijn met het maken van oogcontact. Tieten hebben immers geen ogen? :hammer:

pally · 31 december 2012 op 12:41

Inderdaad meer voor de rubriek ‘gein en ongein’, Maar wel lekkere vette 3x gebakken oliebollen met maar twee krenten 😆

groet van pally

arta · 31 december 2012 op 14:04

Goede titel! 😀

Lekker dik aangezet, erg leuk, ook voor vrouwen!

HKVH · 31 december 2012 op 14:08

Ik zal de volgende keer naar beneden kijken, bedankt voor de tip

Harrie · 31 december 2012 op 17:32

Handje vol is genoeg. Gelukkig in het bezit van grote handen. Leuek column.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder