Stilte, niets anders dan een doodse geluidsloze stilte ervaar ik als ik naar het panorama kijk dat zich voor mij ontvouwt: een plattelands tafereel. Een vervallen boerenschuur met donkergroene deuren, gehangen in roestige hengsels, en met een rood pannendak; en een erf met daarop bandensporen die door elkaar heen lopen. Ik kijk omhoog en zie een strakke blauwe wolkenloze hemel. De zon brandt op mijn vel en zweetdruppels lopen over mijn voorhoofd; in deze drukkende stilte. Voel je het? Die warmte? Vanuit de verte meen ik het zachte geluid van scharrelende kippen te horen, een geluid dat even snel weer verdwijnt als dat het opgekomen is. Het erf ligt er leeg en verlaten bij. Zouden hier mensen wonen, vraag ik mij af?

Een regelmatig ge-plok hoor ik naderbij komen … “plok-plok-plok-plok…..”. Met het sterker worden van dit geluid herken ik de loop van een tractor. Een groen-geel gekleurde John-Deere komt aanrijden en hobbelt om de schuur heen. Gedempt door de schuur verstomd het geluid en ik hoor alleen nog het gestommel van een mens die dingen neergooit, het piepen van een deur; een blaffende hond. Hierna overheerst de drukkende stilte het geheel.

Ik draai mij om en loop verder langs een dijk, en zie een water; een vaart. Bijna strak ligt het wateroppervlak erbij. De zon brandt fel op het water en je voelt de warmte op je gezicht weerkaatsen. Je kunt vrij diep in het water kijken en waterplanten zien. Een grote petrol-kleurige libelle scheert zoemend aan mij voorbij en landt op een rietstengel; aan de overkant kwaakt een kikker. Een watervogel heeft, een meter uit de kant, een nest gebouwd maar is op het moment niet thuis.

Het geluid van een zich voort zwoegend bootje word luider en luider. “Proet-proet-proet ….”. Een man met pet, gestoken in een blauwe overall en gele klompen, staat aan het roer. Het bootje is leeg. De man knikt en zwaait naar mij. Ik zwaai terug. Het beeld en het geluid lossen op in de omgeving en weer overheerst de drukkende stilte.

Zomaar een zomer in Nederland: heet en onverwacht. Mijn shirt plakt aan mijn body en ik speur naarstig naar een uitspanning die gebrouwen gerstenat verkoopt.

Op het terras houd ik stil en bestel een tapbiertje.
“Kijk nou Godverdomme uit wat je doet”. Brult een vader tegen zijn zoon, als ‘zoon’ zijn vader een knuffel wil geven en daarbij zijn bier omstoot.

Ik denk terug aan mijn wandeling, hoe vredig is het daar en hoe vrij voel ik mij daar.

Na afgerekend te hebben loop ik terug door de polder en geniet nogmaals van deze heerlijke Nederlandse zomer.

Categorieën: Verhalen

7 reacties

klapdoos · 9 november 2008 op 09:43

Mooi en intens neergezet, zo voelt het ook in het gebied waar ik altijd mijn rust zoek…Heb een stukje met je meegelopen…
groet van leny :wave: :wave: :wave: :wave:

pally · 9 november 2008 op 11:27

Mooie rustige beschrijving van Hollands zomergevoel op het platteland, Prlwt. Als het ware een gestold stukje wandeling.

groet van Pally

SIMBA · 9 november 2008 op 14:03

Even lekker de zomer vasthouden!

Neuskleuter · 9 november 2008 op 16:05

Het leest als een lome warmte, maar het voelt alsof het rustig is voorgelezen door Prtl. Dat komt door je zin: ‘Voel je het? Die warmte?’

Mup · 9 november 2008 op 19:30

Van mij mag hij weer komen, en snel ook, ik heb het ijs-en ijskoud.
Wel een mooi sfeertje neergezet Ptr,

Groet Mup

lisa-marie · 9 november 2008 op 22:22

ik kon de hitte en de zomer voelen.
En naar zo’n willekeurige Nederlandse zomer kan ik gewoonweg terug verlangen .
Kortom mooi neergezet en ik heb er van genoten.

Mien · 10 november 2008 op 10:19

Kreeg het er warm van.
Lijkt wel een passage uit Boerenpsalm.
Verrassend warme column van een warme Sky.

Mien

Geef een reactie

Avatar plaatshouder