Foute boel!

‘Kut!,’ roept ze.
‘Van hetzelfde,’ antwoord ik.
Verschrikt kijkt ze opzij. Dan lacht ze. Veertien lijkt ze. Misschien vijftien. Ze zit naast mij in de bus en kijkt nu naar haar mobieltje. Op een manier die niet veel goeds voorspelt voor datzelfde mobieltje. ‘Sms ik mijn vriend een uur geleden. En nu krijg ik zelf een sms’je en denk ik dat het van mijn vriend is. Want ik sms’te dat ik hem lief vind. Maar het sms’je is niet van mijn vriend maar van mijn moeder. Of ik al snel thuis kom. Pffffft. Jongens!!!

Snapt u dat nou?? Sms je iets liefs en dan krijg je gewoon niets terug!’
‘Misschien staat zijn mobieltje uit,’ probeer ik hulpvaardig.
‘Ja duhhhh! Niemand heeft z’n mobieltje toch uit? Als ik een vriendje heb denk ik de hele dag aan hem. Of hij mij wel leuk vindt en zo. Of hij mijn haar niet stom vindt. Of hij het wel leuk zal vinden dat ik hem sms. Het gaat de hele dag door mijn hoofd.’

‘Oké. Maar weet je, er zijn twee soorten jongens. Of mannen.’
Afwachtend kijkt zij mij aan.
‘De ene soort gaat voornamelijk voor de seks. Ze vinden het wel leuk hoor, een nieuwe vriendin, maar ze blijven wel de andere dingen, die ze leuk vinden, gewoon doen. Als ze een sms’je krijgen van hun vriendin denken ze; goh wat leuk. Maar ze denken er niet aan om wat terug te sturen. Ze blijven ook om zich heen kijken. Naar andere meisjes.
Vrouwen noemen deze soort de ‘foute’ man.’ Ongeveer tachtig procent van de mannen hoort tot deze groep.’
Ze trekt ongelovig haar wenkbrauwen op.

‘De andere soort, waar dus twintig procent van de mannen toe behoort, gaat helemaal voor het meisje. Ze sturen meteen een sms’je terug als ze er een krijgen. Ze sturen bloemen. Ze houden deuren voor je open. Ze vragen of ze kunnen helpen met de afwasmachine uit te ruimen en ze sturen je minstens zestig sms’jes per dag om te zeggen hoeveel ze wel niet van je houden. Deze soort wordt de ‘losers’ genoemd.
Ze kijkt mij nu verbijsterd aan. ‘Ja duhhhh! De jongens van die andere groep zijn toch de losers??’

‘Nee hoor. Want hoewel meisjes juist willen dat jongens zich gedragen zoals de losers dat doen hebben ze daar snel genoeg van. Dan krijgen de dames het benauwd van al die aandacht. Dan worden die jongens al gauw zeikerdjes die teveel achter hen aanlopen. Meisjes vinden foute jongens veel interessanter ook al beweren ze het tegenovergestelde.’

Op dat moment bereikt de bus mijn halte en ik sta op.
’En wat bent u? Een foute man of een loser?,’ vraagt ze half lachend.
Over mijn schouder kijk ik haar aan. ‘Wat denk je zelf?’
“Ik denk dat u een loser bent. Dat u bloemen meeneemt voor uw vrouw na een ruzie.’
‘Je hebt helemaal gelijk,’ zeg ik terwijl ik de bus uitstap en de deur zich zachtjes zoevend achter mij sluit. Ze zwaait lachend naar mij als de bus wegrijdt en ik grijp naar mijn mobieltje dat gillend tot leven is gekomen.

Het is een vriend van mij. ’Gefeliciteerd,’ zegt hij.
‘Waarmee?’
‘Waarmee??? Je vriendin is toch jarig vandaag? Heb je haar nog een leuk cadeautje gegeven vanmorgen?’
Eh….