Samen met vriend en vrije Radicaal Ab zit ik in een nogal trendy grand-café in mijn woonplaats.
Ab wil wel eens wat anders dan ‘die meurende stamkroeg.’ In een hoek zie ik een duur gezelschap. De burgemeester, wethouders en een mud ambtenaren zitten zich een leververzakking te hijsen. Feestje zeker. Op kosten van de Gemeenschap uiteraard anders zouden ze niet zo haastig innemen. Ik mis mijn vriend Wethouder Jansen in het gezelschap. Heeft zeker iets beters te doen. Iets in de sfeer van corruptie vermoed ik.

Bij wijze van decoratie heeft de directie van het grand-café twee levensgrote stenen beelden van Engelen langs weerszijden van de bar neergezet. De Engelen hebben een zwaard in hun hand wat mijns inziens merkwaardig is en in tegenstrijd tot de functie die zij bekleden.
Als de ‘gerant’ komt vragen wat wij willen drinken vraagt Ab of EO- directeur A.Knevel soms een lezing komt geven.
’Hoezo?,’ vraagt de gerant.
Ab wijst op de Engelen bij de bar: ‘Omdat zijn persoonlijke lijfwachten al gearriveerd zijn,’ bromt de halfprimaat.
Om de zeker volgende discussie te vermijden sta ik op om naar de plee te gaan waarop de gerant haastig vraagt wat ik wil drinken.
‘Doe mij maar een kop thee en een peer,’ antwoord ik waarna ik mij haastig naar de plee begeef.

Daar aangekomen zie ik alsnog wethouder Jansen, hangend boven een urinoir. Stropdas los hetgeen betekent dat hij minimaal op weg is naar het negende wodkaatje.
Hij ziet mij niet en ik duik in een gesloten plee en doe de deur op slot. Als ik er uit kom staat Jansen nog steeds krampachtig boven het urinoir te zuchten.

‘Prostaatje Jansen?,’ vraag ik meelevend terwijl ik mijn handen was.
‘Ga je van druppelen, zeggen ze. Veel dadels op sap schijnt te helpen.’
Geschrokken draait hij zich om.
‘Eh ik zit met een probleempje,’ zegt hij met een bleek gezicht. ‘Ik kreeg mijn rits niet los maar ik kon mijn plas niet ophouden en nu is mijn broek wat natjes.’
‘Lullig voor je Jansen,’ zeg ik. Hoe staat het eigenlijk met de toestemming voor mijn dakkapellen? Daar wacht ik nu inmiddels al twee jaar op.’
‘Jee Kees, daar heb ik nu even geen tijd voor. Zou jij voor mij een schone broek aan de gerant willen vragen? Wel discreet graag want de burgemeester hoeft dit uiteraard niet te weten.’
‘Tuurlijk Jansen, doe ik effe voor je. Zal ik het aan je secretaresse vragen? Mooi mokkel trouwens. Ik zag haar in je gezelschap zitten. Die met dat rooie haar. Ab heeft nog foto’s van haar terwijl ze de burgemeester ligt te p…’
‘Ja stop maar Kees!!! Niet aan hààr vragen! Ze vertelt alles door.’
‘Oké, man het is jouw feestje.’

Jansen met zijn natte broek achterlatend loop ik fluitend naar het gezelschap en ga recht op Jansen’s rooie secretaresse af.
Burgemeester kijkt afkeurend maar dat doet hij altijd als hij mij ziet.Hij schreef ooit een artikel dat hij nimmer een bordeel in de stad zou dulden. Hij gebruikte toen woorden als “over mijn lijk” en “normen en waarden handhaven.” Een week later zag ik hem bij mijn buurvrouw SM binnenglippen. Toen hij naar buiten kwam stond ik bij de deur te wachten en vroeg hem of hij ook vond dat die nieuwe kopspijkers aan het zweepje van SM zo roestgevoelig waren.

Secretaresse kijkt mij arrogant aan en nipt van haar baccardi. ’Houd het kort ja,’ zegt ze. ’Merkwaardig overigens, dat ze jou in deze ambiance toelieten gelet op je ongepaste kledij.’
‘Over merkwaardig gesproken,’ zeg ik. Ik wist niet dat jij rookte.’
Ze kijkt mij verbaasd aan. ‘Roken? Nee hoor, zoiets ordinairs laat ik graag aan zwervers zoals jij over.’ Het voltallige college van burgemeester wethouders en ambtenaren barst in lachen uit.
‘O, is dat zo?,’ vraag ik. ‘Nou, ik vraag het maar omdat jullie kompaan, Wethouder Jansen, een paar foto’s heeft waarop jij duidelijk zichtbaar aan de pijp van de burgemeester ligt te trekken.’
Doodse stilte. Het rooie loeder blijkt nog rooier te kunnen worden, wat mij zeer verbaasd.
De burgemeester ook maar dat gaat al snel over in lilla.
‘O, by the way,’ zeg ik de grafstilte verbrekend. ‘Over uw kompaan Jansen gesproken, ik zag hem net volledig ondergezeken in de plee liggen. Flauwgevallen vermoed ik.Dat kan teveel trekken soms veroorzaken.En o ja,ik zag dat er wat foto’s uit zijn zak waren gevallen.’
Als één man staat het gezelschap op en rent in wanorde naar de ‘toiletgroepen’ zoals een bordje vermeld.

Zelf loop ik terug naar Ab: ‘geestige tent hier Ab. Moeten we vaker naar toe gaan.’
Ab zegt niets.Hij eet een peer terwijl hij in afgrijzen naar de kop thee staart die voor mij klaar staat…


9 reacties

WritersBlocq · 1 mei 2006 op 00:48

:laugh: daar was ik nou nèt effe aan toe, een origioraalKeesverschijnsel op de Dag vd Arbeid! Dank je Kees voor een brokkie afleiding, héérlijk!

melady · 1 mei 2006 op 01:53

Weer een heerlijk uitgebraakte en onvervalste Schildercolumn.
Je zou niet durven om een reactie te plaatsen met zinnen als: ‘jeetje wat een grammaticale fouten, spaties her en der, woordtekens her en der’.
Wie ben ik om een grootmeester met zijn houten CX pen te bekritiseren.

Het leest als een trijn. 😀

DriekOplopers · 1 mei 2006 op 08:05

Gewoon weer meesterlijk, Kees!

:laugh: :laugh: :laugh:

Ik vroeg me al af, waar je bleef…

Hulde!

Driek

Mup · 1 mei 2006 op 18:33

[quote]’Lullig voor je Jansen,’[/quote]

😀 😀

Groet Mup.

Li · 1 mei 2006 op 18:55

Kees, hij is weer van grande kwaliteit 😀

Die Jansen krijgt zijn trekken wel thuis 😛

Li

wendy77 · 1 mei 2006 op 21:38

As always Kees, een genot voor het lezersoog en de lachspieren 😀

Ma3anne · 1 mei 2006 op 23:06

Wat een zeikerd, die Jansen. Maar dat wisten we al.:-)
En Ab als altijd een goeie peer.
Lachen weer. 😀

Mosje · 3 mei 2006 op 21:28

[quote]Op kosten van de Gemeenschap uiteraard anders zouden ze niet zo haastig innemen.[/quote]Ik heb wel eens gemeenschao gehad Kees, maar nog nooit met een hoofdletter.
😛

KawaSutra · 5 mei 2006 op 13:35

😀 😀 😀

Geef een reactie

Avatar plaatshouder