Ik zit buiten, met mijn laptop aan de tuintafel, op het overdekte terras. Vanmorgen zat er een lekker stukje in mijn hoofd, het hoeft alleen nog even opgeschreven te worden. Terwijl ik naar de juiste woorden zoek, word ik afgeleid door lawaai en chaos. Tussen ons huis en dat van de buren wordt graafwerk uitgevoerd. Dan zal duidelijk worden, hoe het met de fundamenten is gesteld. In mijn hoofd worstelt het ontkenningskonijn met de angsthaas, die in mijn oor toetert: “vlucht, nu het nog kan.”

Daar staan ze, de graafmannen. Voorbereid en toegerust met het juiste gereedschap. Een van de mannen is gekleed in een blauwe overall. Zijn voeten zijn in laarzen met een ijzeren punt gestoken. Zijn collega is gewapend met een grote auto en een aanhanger, waar een klein graafmachientje in staat geparkeerd. Langzaam en behoedzaam wordt de machine uit de aanhanger en voor de ingang van de steeg gereden. Ik houd mijn hart vast en hoop dat het niet teveel gebonk en gebuts oplevert. De muur moet namelijk nog wel rechtop blijven.

Voordat de mannen kunnen beginnen met graven moet eerst het tegelpad verwijderd, steen voor steen. Niet een vlot karweitje, het zijn flinke en zware tegels. Na een half uur komt er een heel ander steegje tevoorschijn. Van een keurig straatje is niets meer overgebleven, het is rauw woestijngebied geworden. Vanavond tijdens het voetbal kunnen we een strandfeestje houden, zand in overvloed.

Het graven begint en het gaat zeer nauwkeurig en behoedzaam, elke verkeerde beweging kan namelijk verzakking van de fundering of schade aan de muur opleveren. Tot nu toe gaat het goed. Met de precisie van een Zwitsers uurwerk laat de graafmachinechauffeur de graafarm keurig rondjes draaien, door het steegje.

Elk rondje van de graafarm maakt het gat in de grond groter. Het wordt een gapend gat, dat een stuk muur van mijn huis toont, dat me onbekend voorkomt, spookachtig bijna. De funderingsmuur is schimmelig groen uitgeslagen, voelt klam en ijskoud aan.

Er waait plots een koude windvlaag door de steeg. Het voelt kil.


Odette

Overtuigd twijfelaar. Boetseert woordjes tot sprekende beelden.

5 reacties

arta · 15 juli 2010 op 07:06

Ik ben benieuwd hoe dit af gaat lopen, Ontwikkeling!
🙂

sylvia1 · 15 juli 2010 op 08:56

Het echte werk is dus begonnen. Van palenplan en constructietekening naar een schimmelig groene funderingsmuur. Net als Arta ben ik benieuwd!

LouisP · 15 juli 2010 op 12:13

Ontwikkeling,
het échte werk…het stukje voelt een beetje verloren aan. Nee, gelaten is beter denk ik. Maar daar is niets mis mee.
Titel is duidelijk.

groet,
Louis

Mien · 16 juli 2010 op 00:29

Leuke column.

Wellicht zou je even contact op kunnen nemen met [b][url=http://www.youtube.com/watch?v=hohLKRr_3KU]Jenny Arean en Frans Halsema[/url][/b] (nee, geen vader van).

Deze column is mogelijk een veelbelovende prelude op wat verder komen gaat. Ben daarom ook benieuwd naar het vervolg.

Mien (heeft ook last van bouwfobie)

Kok · 19 juli 2010 op 14:00

Mja, contact met Jenny Arean zal nog wel gerealiseerd kunnen worden, Frans is helaas sinds 1984 niet meer voor commentaar bereikbaar. En dat zal hij ook wel blijven zolang hij erop staat dood te zijn.

Wel een aparte column en ik ben heel benieuwd wat er verder nog uit je pen gaat vloeien.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder