Wat voor de één een delicatesse is, is voor de ander een crime. Nooit zal ik vergeten dat er ooit iets op mijn bord lag wat er nogal onbekend uitzag. Mijn vader die kok was, vertelde vol trots dat hij een wild zwijn had gekocht van zijn zwager. Wij, mijn broers en zusters, hadden meermalen genoten van de jachtverhalen van onze oom Jan, maar zagen nu het zwijn voor onze ogen, met de tong uit zijn bek rennend voor zijn leven… Mijn vader zei toen dat wat op ons bord lag, de tong van het dier was. Wij keken met afgrijzende blikken naar ons bord en we weigerden ervan te eten. Ik moest daaraan denken toen mijn echtgenoot een mailtje van een vriend kreeg met: “Slijp de messen, ik heb een zwijn geschoten en die moet jij slachten”… Wij denken op dat moment nog aan een grap, maar het blijkt werkelijkheid te zijn want de volgende dag brengt hij het zwijn. Ik begrijp nu dat hij Jan daarom eerst eens liet oefenen met een paar ganzen, een fazant en enkele hazen.

Want die eerste keer zal ik nooit vergeten. Op een morgen staan we op en dan zien we twee ganzen aan een kettinkje aan de voordeur hangen. Verbijstering natuurlijk, want hoe krijg je die beesten uitgekleedt? Eerst wordt geprobeerd verschillende deskundigen te raadplegen, maar zonder resultaat.
Ik ga naar boven, hij moet het zelf maar uitzoeken, hij zei tenslotte dat hij wel een gans wilde hebben….
Na een paar uur niets meer te hebben vernomen, ga ik toch maar eens naar beneden.
Ik doe de garagedeur open en wil hem eigenlijk meteen al weer sluiten, want daar zit mijn echtgenoot op een krukje met uitgespreide bloederige kranten op de grond plus een serie messen, en zit één van de ganzen te villen. Ik zie allerlei stukjes bloederig vlees in een emmer liggen en veel veren op de grond.
Trots laat hij mij de stukjes vlees zien. “Ik heb het maar zelf gedaan”, zegt hij, “ik kon niemand vinden”. Onze vriend schijnt niet zo van deze daad onder de indruk te zijn en brengt een week later weer een gans. Het slachten gaat steeds sneller. Ik denk dat hij gedacht heeft, ‘hij heeft nu genoeg geleerd, nu kan hij ook wel een zwijn aan’.

En daar ligt dan het zwijn. Ontzet kijk ik er de volgende morgen naar. Wat een groot beest, wat moet dit worden?
Ik neem nu maar even een foto van het dier, want ik weet niet of ik dit in de loop van de dag nog eens zal durven. Eigenlijk wil ik die dag boodschappen gaan doen, maar ik durf niet weg te gaan, want ik heb afgelopen nacht gedroomd dat ik naar het ziekenhuis moest met iemand met een grote jaap in z’n voet notabene. En als ik naar de klaarliggende messen kijk, vrees ik het ergste. Normaal loop ik overdag in huis op pantoffels, maar nu doe ik mijn schoenen alvast aan, zodat ik in geval van nood direct naar het ziekenhuis zal kunnen rijden. Gelukkig staat de auto al buiten …Ik ben er dus klaar voor.

Zo af en toe ga ik beneden kijken en maak toch nog verschillende foto’s en stuur die naar onze kinderen en schrijf: ”kijk eens wat papa aan het doen is”.
Onze oudste zoon komt meteen langs en is stomverbaasd als hij het bloedbad ziet met de hompen vlees. Ik heb het idee dat z’n vader behoorlijk stijgt in z’n achting. Zijn zoontje, onze kleinzoon dus, wil graag de kop of een poot of staart meenemen voor een spreekbeurt, maar z’n vader wil dat niet hebben.
Het hele proces van het slachten duurt bijna de hele dag. Vol trots worden mij aan het eind van de middag de zakjes vlees getoond, Jan is natuurlijk apetrots op z’n werk en ik eigenlijk ook wel natuurlijk.
De volgende dag kookt mijn man de pot en dan ligt er weer iets op mijn bord wat mij plotseling herinnert aan iets wat ik jaren geleden eerder gezien heb. Ik vraag achterdochtig; “het is toch niet de tong van het zwijn”? “Nee natuurlijk niet” zegt mijn man. Ik proef voorzichtig, het smaakt wel lekker. De volgende dag bekent hij mij zijn leugen. Ik hield je gisteren voor de gek, het was wel de tong.”
Ik twijfel even of ik boos zal worden, maar bedenk dat het veel erger had kunnen zijn, want zo’n dier heeft nog heel wat meer
in en aan z’n lijf dan een tong, wie weet waarvoor ik gespaard ben gebleven…

Sophie

Categorieën: Verhalen

7 reacties

gast · 19 maart 2003 op 14:35

Getverderrie. Ben ik voor niks in de lunchpauze naar de markt gelopen voor een kaasbroodje.. mijn eetlust is spontaan verdwenen. No offense Sophie, met je schrijfstijl en je column is niets mis. Integendeel. De column wekt alleen wel veel weerstand op bij mij persoonlijk. Ik vind het niet alleen verkeerd om weerloze dieren af te maken, te villen en vervolgens te verorberen, ik vind het nog veel erger om kinderen op te voeden in de veronderstelling dat het in stukken snijden van deze dieren iets is om trots op te zijn. Soms kan ik me zo slecht voorstellen dat er in één en dezelfde cultuur, de luchtige, sociale en barmhartige cultuur van Nederland, nog zoveel verschil in opvatting en leefgewoonten kan bestaan. Op mij, als bewuste vegetariër, komt het over als barbaars; zoals het offeren van dieren en het stenigen van overspelige echtgenotes door veel westerlijke culturen ook als barbaars worden gezien. En is het niet algemeen bekend dat psychopaten als Jeffrey Dahmer, Ted Bundy & Charles Manson in hun jeugd lol beleefden aan het martelen van dieren? Ik geloof niet dat ik wil weten wat er gaat gebeuren als iedereen zijn kinderen opvoedt met het idee dat het doden en in stukken snijden van dieren gewoon is, misschien zelfs stoer….

Clueless · 19 maart 2003 op 14:41

Excuus, vergeten in te loggen. Bovenstaande reactie is dus van de – soms nog steeds idealistische – Clueless 😀

Oh ja, en ‘luchtige’ moet ‘nuchtere’ zijn… soms verdraaid mijn brein zelfs mijn eigen woorden nog 😉

Godspeed · 19 maart 2003 op 14:48

Ik kwam gisteren bij een vriend van mij binnen die ook graag kookt.
Ik vraag wat schaft de pot?
Ik ben er nog mee bezig, een rundertong. 😳

Mijn reactie: Ik denk dat ik maar naar huis ga mevr. Godspeed heeft gekookt en ik mag niet te laat komen.:-)

Een tong, laat maar zitten, mij niet gezien.

Kees Schilder · 19 maart 2003 op 17:28

Wat Clueless schrijft komt uit mijn hart.Is niets meer aan toe te voegen.
Aan de column op zich mankeert niets maar als niet-vleeseter en aanbidder van dieren, word ik acuut niet goed. Hoop dat je dit niet echt meent.Zo ga je niet met dieren om.

Kobus · 19 maart 2003 op 20:28

Dieren een dierwaardig bestaan. Daar kan ik me wel in vinden. Maar om alles wat met slachten te maken heeft af te wijzen, dat gaat me wel wat ver.
Dan ook geen leren schoenen. Geen knopen op je jas. Geen borstels van dierenharen. Geen medicijnen van dierlijke producten. Letterlijk geen vlieg kwaad doen. Je komt dan al heel snel bij de kernvraag ‘wat is een dier’ ? Of misschien wel bij wat is ‘leven’ ? Zelfs bij de mens leidt die vraag al tot discussie (abortus, etc). Ik respecteer mensen die uit principe geen vlees eten, maar ik lust wel graag een lapje.

MBB · 20 maart 2003 op 00:23

Als carnivoor- (and proud of it 😛 ) loopt het water me in de mond van al dat praten over eten. Ik dacht dat het jachtvleesseizoen in de herst was 😕

Om het nou zelf te slachten..nou nee, daar heb je slagers voor, e kunnen het beter, pijnlozer en het vlees word smakelijker, en is nog goed voor de economie ook!

Wat betreft dierproeven, da’s goed voor de medicijnen, en het alternatief, (mensproeven) kost Saddam zijn bewind.

Zelfs tegen rituele slachtingen heb ik geen bezwaar zolang het geloof maar oprecht is en het vlees daarna niet verloren gaat (cunsumptie).
Persoonlijk vind ik een sprituele oorlog (o.a. kruistochten, ed) erger dan een nette slachting.

Wayan · 18 april 2004 op 14:12

Drie jaar geleden had ik een hond. Hij is ontvoerd door Balinezen, vetgemest en opgegeten.
Toen ik een huwelijksfeest bijwoonde kreeg ik lekkere stukjes vlees. Smaakte heerlijk.
Pas later zei men mij dat het hondenvlees was.

Hier eet men alles wat beweegt. Ook insecten, bijvoorbeeld vliegende mieren worden gevangen en geroosterd. Ik kan jullie verzekeren dat die geroosterde mieren een lekker borrelhapje zijn.

Ook schorpioenen worden geroosterd.
Slangen zoals Cobra’s ook.

Ik zou daar eens een column moeten over schrijven…

Geef een reactie

Avatar plaatshouder