Ons eerste huurhuisje. Ik weet het nog goed. Oud, maar knus. Op dag één viel de combiketel uit. Deze stond niet binnen handbereik, want stookolie stinkt ontzettend en rookt verschrikkelijk. Vanzelfsprekend valt een ketel nooit overdag uit, maar pas als het donker is. En donker was het, want de buitenverlichting deed het ook niet. En zo ging ik, na het nuttigen van een paar wijntjes, mijn nek brekend over het fietsje van de jongste en het skateboard van de oudste, op weg naar het ketelhuis in de tuin.

“Zo dood als een pier meneer” zei de monteur de volgende dag. Hij bleek schijndood te zijn. Want telkens als ik hem weer aan de praat had kon mijn vrouw douchen. Of de kinderen in bad. Of de verwarming aan. Maar niet alles tegelijk. De eigenaar hadden wij voorzichtig laten weten dat de ketel aan vervanging toe was. Helaas was de man zwaar allergisch voor alles wat geld kost. Na de ketel kregen wij te maken met niet sluitende deuren, sloten die niet meer open of dicht gingen en ramen die we beter in konden gooien om de tocht buiten te houden.

De vloer in de woonkamer werd een verhaal apart. Het grondwater had zijn weg naar boven gevonden, met als gevolg dat wij een continu waterballet hadden. Door dit extra vocht in huis kregen wij ook last van schimmel. Dusdanig, dat wij serieus overwogen om een kapper te vragen het haar wat op ons muren groeide in model te brengen. De deskundige die een kijkje kwam nemen constateerde dat de ketel aan vervanging toe was, de kozijnen verrot waren en het grondwater onder de woning een weg omhoog gevonden had. Het briljante brein dacht dat het verstandig zou zijn om een en ander te vervangen.

Dus kwam op een dag een seniel oud baasje de kozijnen vervangen en de vloer in de woonkamer voorzien van een waterkerende laag. Toen alles klaar was bleek dat we geen tochtende kozijnen meer hadden, maar fluitende. Als het een beetje waaide floten de nieuwe kozijnen de derde symfonie van Beethoven, maar dan vals en onafhankelijk van elkaar. In plaats van de woonkamer, stond nu de keuken bij elke regenbui blank. Gelukkig bleef wat de ketel betrof alles bij het oude. Na elke douchebeurt sloeg hij, zoals we inmiddels gewend waren, af. Als ik thuis kwam werd de opmerking “hoe was je dag schat?” dan ook vervangen door “volgens mij is de ketel weer uit”.

Jan van Oranje
www.janvanoranje.nl


Jan van Oranje

Onder het kopje 'In naam van Oranje...' publiceert columnist Jan van Oranje al enige tijd zijn goed gelezen columns. De columns zijn te lezen in Viva! Magazine maar ook op: www.janvanoranje.nl, facebook.com/jan.v.oranje, janvanoranje.blogspot.com en op twitter.com/janvoranje. Oh ja, Jan heeft extreem dyslectische vingers, dus vergeef hem zijn kleine schrijffoutjes.

3 reacties

Mien · 17 april 2016 op 11:30

Ik begrijp nu pas goed waarom jullie verhuist zijn. Voor betere conversaties. Goede ketelbinkies zijn zeldzaam. Dat getuigt deze column maar weer eens.

Mosje · 17 april 2016 op 21:10

Het beste is om niet op vakantie te gaan.
Vakantie is altijd elende

arta · 17 april 2016 op 22:11

Mooi verhaal, Jan, herkenbaar ook…

Geef een reactie

Avatar plaatshouder