Ze noemen mij wel eens introvert.

Het is vandaag een donkere, grijs bewolkte dag, geen straaltje kan ervan af. Ik zit, volledig in mezelf gekeerd, op het blauw, lederen bankstel van mijn ouders, glazig door het kraakheldere glas naar buiten te turen. Intensief bestudeer ik elk detail rondom het huisnummerplaatje van de overburen. Het is nog steeds hetzelfde nummer als twee jaar geleden. Ik merk op dat elke keer wanneer ik een bepaalde periode, onbewogen naar het nummerplaatje staar, de acht van achtenzestig verandert in een nul. Huisnummer zestig, achtenzestig, zestig, magisch! Langzaam knijp ik, om en om, mijn ogen dicht, eerst links, dan rechts, dan weer links. Het huisnummerplaatje springt in diezelfde richting heen en weer. De gesnoeide, groene conifeer, links van het nummerplaatje, verdwijnt bij elke sluiting van mijn linkeroog, weg conifeer, hoi conifeer, weg conifeer, hoi conifeer, … Ik kan de wereld om me heen veranderen, dingen laten verdwijnen, en dat slechts met mijn blik, mijn visueel vermogen. Een visueel tovenaar, dat ben ik.
Mijn linkeroog produceert een iets minder beeld dan mijn rechteroog. Ik knijp mijn linker oog dichter en dichter, totdat mijn beeld perfect is. Een vrouw passeert mijn perfecte visie.
Haar mond beweegt herhaaldelijk met grote frequentie op en neer, open, dicht, open, dicht, …, richting de man naast haar. Hij, afwezig, af en toe opkijkend naar zijn compagnon, kijkt rond in de straat, nergens heen, gewoon rond. Plotseling passeert zijn blik de mijne. Ik schrik op. Wat?! Ik zie de man, om en om, zijn lichte ogen dichtknijpen. Is hij een lotgenoot? Vriend of vijand? Ik knijp mijn rechteroog dicht, weg jij slechte magiër. Ik win!
Met mijn linkeroog zie ik de te rode lippen van de vrouw nog steeds met hoge snelheid tegen elkaar aan klepperen. Nee mevrouwtje! Hij luistert niet! Stil zijn!
Snel knijp ik ook mijn linkeroog dicht.

Ik hou er niet van als mensen de hele dag praten over niks, dit, dat, zus, zo, bla, bla, bla, bla, niks! Waarom zou je praten wanneer er niks is om over te praten? Zijn ze bang voor die heerlijke stiltes die veel mensen als pijnlijk ervaren? Verlossend vind ik ze.
“Mooi weer vandaag hè?”.
“Ja, ben blij dat het vandaag droog is”.
“Anders ik wel”.
“…..”.
“….”.
“…”.
“..”.
“Vind je dit pijnlijk, dan loop maar lekker door! Ga maar tegen andere mensen niks vertellen en als je toch niks te vertellen hebt, zeg dan in het vervolg gewoon niks meer!”, zou ik dan graag willen zeggen, maar ik ben te sociaal.

Gesproken woorden kunnen zo sfeerafstotend zijn. Ik heb ooit van die momenten dat ik een bepaald, intensief gevoel heb, een overheersende ambiance, een mix van romantiek, verleiding, heldhaftigheid en passie. Meestal komt dat gevoel naar boven als ik een mooie film heb gezien of een mooi liedje heb gehoord. Een film of liedje waar ik gevoelsmatig helemaal in op kan gaan, waar ik de liefde in kan voelen. Op zo’n moment tracht ik me te gaan identificeren met de held van het stuk en dan wordt alles anders, net als in de film, fantasie!
Ik kom de slaapkamer binnengewandeld en trek, bewust van de twee priemende ogen in mijn rug, mijn kleren uit. Langzaam loop ik richting het bed. Ze heeft haar ogen verlegen achter haar nieuwe romannetje verscholen en tracht haar nieuwsgierige, voyeuristische aard te onderdrukken.
In mijn hoofd plan ik mijn voorgenomen acties vooruit, inclusief een uitgewerkt stappenplan waarvan stap één, een paar minuten durende, hartstochtelijke kus in haar hals betreft. Ik weet, uit ervaring, dat haar hals een teder plekje is waar gegarandeerd een mooi vervolg uit moet voortvloeien.
Ik buig me voorover en plaats mijn knie op het bed. Langzaam kruip ik op handen en knieën naar haar toe. Ik strek mijn arm en kriebel mijn hand langs haar been omhoog, omhoog naar haar …
“Wil jij even een glas water voor me pakken?”.
Weg moment!
Teleurgesteld, maar nog steeds hoopvol, loop ik naar de badkamer om een glas vol te laten lopen met water en zie mijn contour in de spiegel. Ik besluit het licht maar uit te laten.
Mocht er nog een erger sfeerafstotend fenomeen bestaan dan het gesproken woord, dan is het wel bewustwording. Bewustwording trekt je weg uit de fantasie en stampt je terug in de realiteit.
Ik draai de kraan open en bereid me voor op de tweede poging. In mijn hoofd probeer ik mijn doelen te herzien en het actieplan te corrigeren. Ik loop tot aan het bed en besluit mijn boxershort uit te trekken om mijn kansen te vergroten, of zou ik daarmee juist mijn kansen verkleinen? Niet door de kwantiteit natuurlijk, maar door het resolute gebaar. Ik besluit het risico te nemen en zak met mijn knieën op het bed. Uit angst voor de realiteit, houd ik mijn blik strak op haar gericht. Zij kijkt gespannen en licht verbaasd. Snel herzie ik de filmscènes in mijn hoofd en neurie de liefdesliedjes zacht binnensmonds. Teder verplaats ik mijn lippen naar haar …
“Had jij toevallig net Jensen nog even gezien. Dat stukje met die vrouw zonder benen?”.
“…”, aarzel ik.
Niet praten, gewoon doorgaan.
Ik breng mijn lippen naar die van haar en kus haar, zoals de held in de film zijn liefje zou kussen. Met mijn linkerhand streel ik haar zachte …
“Hoe zou die sex hebben? Die vrouw zonder benen?”.
“Ik weet niet, gewoon liggend denk ik”.
Ik hoor het mezelf zeggen!
Kort flitst er een beeld door mijn hoofd, welke ik, zelfs nu nog, hoofdschuddend probeer te verbannen.
Mijn bewustwording slaat in als een mokerslag! Realiteit!
Over het onderwerp ‘sex met een vrouw zonder benen’ kan ik me nog wel heen zetten, maar nu is het over. Mijn eigen gesproken woorden, duizend maal effectiever dan die van een ander, met stip de nummer één stemmingsbreker. De klank van mijn stem, in plaats van de stiekem verwachte stem van de held uit de film of die van de zanger. Ik had het kunnen weten.
“Welterusten schatje”.
“Welterusten”.

“Wat ben je aan het doen?”, vraagt mijn moeder vanuit de achterkamer.
“Oh, niks, een beetje naar buiten aan het staren”, zeg ik terwijl ik opsta uit het lederen bankstel.
Ik ga mijn tovenaarskunsten natuurlijk niet zomaar weggeven.
“Ik ga naar huis, nog bedankt voor het eten!”.
Ik geef mijn moeder een kus en loop de voordeur uit.

Ik denk dat ze gelijk hebben!


4 reacties

Libelle · 4 maart 2012 op 17:40

De meest introverte mensen die ik ooit zag hadden goede sex.
Zij,’dat lukt je nooit’.
Hij zegt niets en opent zijn voorsluiting
Zij,’ik had niet gedacht dat het je zou lukken’
Hij,’ en nog 2 meter voor de begane grond zelfs’.
Nou?

Meralixe · 4 maart 2012 op 18:42

Een column die ik met plezier twee keer gelezen heb.
Welkom op column X. Als het zo verder gaat gaan we aan U nog veel lol beleven. 😆 😆 😆

P.S
De brug tussen de openingszin en de afsluiter (clou ) heb ik nog net gehaald op deze zondagavond. :pint:

Mien · 5 maart 2012 op 17:35

Goed debuut hiero.
Welkom ook!

Mien

pally · 5 maart 2012 op 22:40

Aparte manier van schrijven, heel suggestief met oog voor details. :wave:
Welkom hier,

groet van pally

Geef een reactie

Avatar plaatshouder