Dit is de tijd van het jaar waar ik het meest van houd. De belofte van een mooie lente en een warme zomer. Nog heel veel maanden voor de boeg waarin het buitenleven centraal staat. Je ziet mensen weer uit hun holen komen. Sommigen heb ik de hele winter niet gezien, en nu zitten ze weer als vanouds op de terrasjes van Amsterdam. Ik kijk met meer belangstelling dan anders naar de weersverwachting en ben zo blij als een kind als er mooi weer wordt voorspeld. Zo ook vorige week. Een prachtige blauwe lucht, de zon die al echt lekker warm aanvoelt, heerlijk. Ik had me die dag extra mooi aangekleed, want de fotograaf zou langskomen op mijn werk om alle baby’s, peuters en leidsters te vereeuwigen. Normaal gesproken draag ik op mijn werk kleding die wel tegen een stootje kan, maar die dag had ik mijn mooie witte blouse aan, met daaroverheen het stoere lichtblauwe spijkerjack dat ik net had gekocht, mijn strakke lichtblauwe jeans eronder, en stoere bruine laarzen.
Ik draag mijn lange blonde haren meestal opgestoken of in een staart, maar op deze dag mocht het los wapperen. Een beetje extra make-up: die fotograaf mocht komen, wat mij betrof!
Tussen al die jonge leidsters voel ik me best wel eens oud. Zij begin twintig, ik begin veertig en moeder van drie grote kinderen van wie de oudste twintig. Toch had ik die ochtend met welgevallen in de spiegel gekeken en ondanks de rimpeltjes bedacht, dat ik er best goed uitzag. Nee, nee, niet ‘voor mijn leeftijd.’ Gewoon goed. Wel rimpeltjes bij mijn ogen, maar nog geen grijze haar te bekennen in mijn blonde haren. Slank, rank en hip. Zo voelde ik me, en ook mijn man stak zijn bewondering niet onder stoelen of banken en zwaaide me trots na vanaf het balkon toen ik naar mijn werk ging.
Toen de fotograaf na een hectische ochtend weer verdwenen was met al zijn spullen, besloot ik om even te gaan pinnen. Er was niet veel geld meer in kas, en er moesten wel wat aankopen gedaan worden. Bovendien grijp ik elke kans aan om lekker even naar buiten te kunnen om van het zonnetje te genieten. In een opperbeste stemming wandelde ik even later naar de Maasstraat om te gaan pinnen.
Vlakbij mijn werk staat een enorm groot gebouw. Een school voor alle soorten middelbaar onderwijs. De leerlingen lopen vaak in de buurt rond als ze vrij zijn, of een tussenuur hebben of lunchpauze. Het bakkertje bij ons op de hoek vaart er wel bij, want de stokbroodjes met ossenworst worden bijna per meter verkocht. Het sigarenboertje bij ons op de andere hoek verkoopt naast tabak ook snoep, frisdrank en chips, en ook daar is het vaak een drukte van belang. En op de bankjes van het pleintje dat een centraal punt vormt tussen de school, mijn werk, de bakker en de sigarenboer zitten veel jongeren te kletsen, eten, drinken en zijn ze in de weer met hun eeuwige mobieltjes. Naar een vrouw als ik kijken ze niet. Niet interessant.
Ook vandaag is het een drukte van belang op het pleintje en waar je ook maar kijkt, lopen groepjes leerlingen van de school. Ik loop er langs en onderdruk de neiging om even op een van de bankjes te gaan zitten. Het zou heerlijk zijn, om éventjes maar de zon op mijn gezicht te voelen, maar ik heb nou ook niet alle tijd van de wereld. Misschien later op de middag, als ik vrij ben.
Een kwartiertje later ben ik op de terugweg. Het geld veilig opgeborgen, want het is toch een hele verantwoordelijkheid om met een paar honderd euro op zak, die ook nog eens niet van mij zijn, rond te lopen.
In gedachten verzonken loop ik over straat. Een groep jongens komt me tegemoet lopen. Ze roepen iets, maar ik kan het niet verstaan. Nou ja, het zal ook niet voor mij bedoeld zijn. Maar als ze iets dichterbij komen hoor ik een van de jongens roepen: “Hee schatje! Wil je verkering met me?” Onwillekeurig kijk ik om me heen. Niemand te zien. Ook niet aan de overkant van de straat. Ik loop door en doe of ik niks hoor. Een andere stem roept: “Hee lekker ding, ga je met me uit vanavond?” Aangemoedigd door deze twee beginnen de andere jongens ook dingen te roepen als: “Wil je mijn telefoonnummer?” “Heb je ook msn?” En meer van dat soort dingen. Ik kijk nog eens achterom. Heb ik iets gemist? Of beter gezegd: iémand gemist? Maar nee, ik ben, afgezien van het groepje jongens, echt de enige die daar loopt. Ze zullen het toch niet tegen mij hebben?
De groep komt steeds dichterbij. Het valt me wel op, dat er iets minder enthousiast geroepen wordt dan in het begin. En als ze mij helemaal genaderd zijn, vallen alle stemmen stil. Ze kijken me niet aan, hun ogen houden ze neergeslagen. Zwijgend passeren de jongens mij, sommige met verdacht rode konen. Hoe oud zouden die knullen zijn? Ik schat van dezelfde leeftijd als van mijn jongste zoon: 17.
Als we elkaar net gepasseerd zijn, hoor ik een van de jongens geschrokken zeggen: “Joh, die is hartstikke oud!” Ik kan er niks aan doen, maar kan een glimlach toch echt niet onderdrukken. Beledigd? Omdat ze me oud vinden zo van dichtbij? Nee hoor, ik vind het logisch, dat jongens van 17 mij een oud wijf vinden.
Maar als ik op tien meter afstand toch nog op een meisje van 17 lijk, dan ben ik dik tevreden. Ik beschouw ik deze gebeurtenis maar als een mooi compliment op een mooie dag!
6 reacties
lisa-marie · 20 april 2010 op 09:12
[quote] Ik beschouw ik deze gebeurtenis maar als een mooi compliment op een mooie dag! [/quote]zeker weten :hammer:
SIMBA · 20 april 2010 op 09:52
Leuk, leuk, leuk! Laat die zomer maar komen! 😀
Ontwikkeling · 20 april 2010 op 12:57
:hammer:
Leuk!
Emiliever · 20 april 2010 op 20:47
Schitterend! Zeker een fraai compliment….het kan ook héél anders, maar daar wijd ik maar niet over uit!!! Gefeliciteerd dus.
Saya_Surya · 20 april 2010 op 21:32
:hammer:
LouisP · 21 april 2010 op 17:43
DO,
grappig en mooi..ook voor jou..
gr.
L.