Op de zogenaamde kadeploeg kon je stuk lopen als jonge baas. De “kaaimannen” waren dagloners, ze losten de schuiten met ruwe rietsuiker bij onze fabriek, die in jute balen van 100 kg op hun schouders werden gelegd en één voor één het magazijn in werden gelopen. Omhoog, tot tussen de spanten. Als ze hun last afwierpen rochelden en spuwden ze op diezelfde baal, alsof ze hun overbelaste botten ermee konden wreken. Er was gelazer zat over het loon; schuit-leeg betekende geld in het handje, boter bij de vis, eventjes en altijd te weinig. De kroegbaas pakte zijn deel, dezelfde dag nog, in ruil voor een dronkenschap en een tafel bij de kachel, om hun dronken koppen te dragen.
Dan werden ze beslopen door hun eigen, altijd zwangere vrouw, die het laatste geld troggelde, in ruil voor een knapzak met een halve kg spek en een brood, in afwachting van de volgende schuit.

Een kroeg verderop, als het ruig moest zijn, verhaalt men over de kadeploeg; dat ze, op weg van de pisbak naar hun nest, hun ontiegelijk dikke ochtendlul in hun vrouw staken, staande en langs achteren, terwijl ze over haar wasbord gebogen stond. En altijd in het bijzijn van hun kroost, dat nooit tegelijkertijd buiten speelde, bij gebrek aan bullen.

Onverwacht en venijnig legden ze een baal op mijn schouders; hun welkom aan een nieuwe baas. Een vette uit Mauritius, die wegen soms 105kg. Even wankelde ik, maar herstelde en liep hun weg, tot tussen de spanten. Daar loste ik mijn last, keek ze aan en rochelde, precies zoals zij deden. Ze accepteerden me, en meer dan dat, alsof ze aanvoelden dat ik hun belevingswereld wilde vatten, waarin ze zich letterlijk kapot liepen.

20 jaar gingen ze mee, de mannen van de kadeploeg, soms moest hun kromgetrokken lijk worden gekraakt om het deksel van de lage vurenhouten kist te kunnen sluiten.
We schrijven 1968, waaruit het briefje stamt van zomaar een dag; Kadeploeg 5 man, 800 baal Cuba.
160 keer spuwen.


21 reacties

LouisP · 16 september 2010 op 12:20

man man, wat een sfeer…om jaloers op te zijn

“Als ze hun last afwierpen rochelden en spuwden ze op diezelfde baal, alsof ze hun overbelaste botten ermee konden wreken.”

SIMBA · 16 september 2010 op 13:02

En dan zijn er mensen die zeggen dat vroeger alles beter was…..

sylvia1 · 16 september 2010 op 16:44

Er staan veel sterke columns op de voorpagina, maar deze is echt zo adembenemend goed…

Anti · 16 september 2010 op 18:32

Wat ontzettend goed neergezet Libelle, ik had meteen het gevoel dat ik midden in een roman zat over vervlogen tijden. Echt heel erg mooi.

pally · 17 september 2010 op 00:22

Sterk geschreven met ruigheid van inhoud en taal, die er goed in past. :wave:

groet van Pally

Anti · 18 september 2010 op 02:23

Oh ja, voor mij nu al onbetwiste CvdM. Een schandelijke vijf reacties (oké nu zes 😀 ). Ik kan het effe niet meer volgen.

sylvia1 · 18 september 2010 op 11:13

Je haalt me de woorden uit de mond…

LouisP · 18 september 2010 op 11:17

ja..’k ben ook onder de indruk van ‘kaaimannen’
rauw, hard, bezweet, rochelend en neukend.
Lijken die gekraakt moeten worden om de kist dicht te krijgen…

Schorpioen · 18 september 2010 op 13:18

Het is inderdaad een geweldig sfeervol relaas. Een oudoom van me loste graanschepen. Hij sprak daar onverbloemd over, in de zin van keiharde realiteit. Later kreeg hij het als vuilnisman beter.
De enige regel die volgens mij aanpassing vergt, is die met de ontiegelijk dikke ochtendlul. Dat is praat van de jaren 80. Toen de deed de zogenaamde “ODOL”, zijn intrede in de ODVD (Ontzettend Dikke Van Dale).
Het woord “stijve” zou naar mijn mening volstaan.

Libelle · 18 september 2010 op 21:22

ODOL, avant la lettre dan?
Toch meen ik dat Delftse studenten het decennia eerder al gebruikten. Van Dale volgde.

Libelle · 18 september 2010 op 21:28

Ik ben zeer onder de indruk van jullie commentaar.
Zozeer zelfs, dat ik voorlopig even pas op de plaats maak.
Het momentum, weet je wel.

Dees · 19 september 2010 op 21:23

Je beschrijft het voor mij in een sfeer zoals Jacques Brel die kan oproepen. En dat is een dik compliment. Erg mooi.

Mien · 20 september 2010 op 16:55

Moest even aan koempel Sjeng denken.
Of aan de Brabantse Dag in Heeze.
Nostalgie van de bovenste plank.
Het waren echte doorbijtertjes, die kaaimannen.
O ja, puntje van kritiek.
Laat effe de volgende keer de punt weg achter de titel. Dat is extra ballast waarvan kaaimannen niet gediend zijn.

Mien

LouisP · 1 oktober 2010 op 08:06

proficiat Libelle….prachtig stuk!

sylvia1 · 1 oktober 2010 op 08:45

Yes! Mijn favoriet… Proficiat Libelle, en nu niet te lang in retraite blijven hè…

Mien · 1 oktober 2010 op 09:08

Gefeliciteerd Libelle.
Mooi stukje rauwe poëzie.

Mien

Anti · 1 oktober 2010 op 10:32

Gefeliciteerd Libelle, ook mijn favoriet van afgelopen maand.

pally · 1 oktober 2010 op 12:50

Feli, Libelle!
Zeer terecht CVDM :kus:

groet van Pally

WritersBlocq · 1 oktober 2010 op 14:29

Mooi hee! En gefeliciteerd met je CvdM. Door die rubriek heb ik hem ook gelezen. Frank McCourt heeft ook zo’n sfeervol boek geschreven, moest ik aan denken bij het lezen van jouw column. Ik struikel wel over je kwantiteit aan komma’s, waardoor het meer hapert dan ik lekker vind lezen.

Groetje, Pauline.

Dees · 2 oktober 2010 op 13:22

Gefeliciteerd! Ook deze keer istieweermooi.

LouisP · 11 mei 2012 op 20:06

Libelle,
’t zat er aan te komen. Dit stuk in je boek. Ik heb het net gelezen. Was ie al goed zo als column, nu in het geheel istie nog veel sterker.
Ik ga weer verder
L.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder