Het is zondag 13 mei, Chris is jarig. Dit jaar wil hij geen groot feest. Anders gezegd, ik ben zijn enige gast. Gewoon stieren onder elkaar, verder geen gedoe. We smeren wat stokbrood, drinken een biertje en proosten op het goede leven. Na een tijdje stelt hij voor een wandeling te maken door Meinerswijk. Ik heb er nog nooit van gehoord, dus dat wordt hem.

We lopen door de uiterwaarden gelegen aan de Rijn, tegenover het centrum van Arnhem. Prachtige wilde konikpaarden en robuuste Galloways voorkomen dat de natuur teveel zijn gang gaat. We banen ons een weg door dit pure landschap. Niemand houdt ons tegen, deze dag is van ons. Verderop vertelt een grote lijst op palen ons dat we door het gebied lopen van boer Wijers. Met dit uitzicht hoeft hij nooit meer op vakantie. We klimmen over het prikkeldraad en struinen door zijn weilanden. We praten over het voorbije jaar waarin toch wel zeer veel gebeurd is. Plots zijn we omgeven door koeien. En één stier. Die hard op ons afkomt. En wel een erg, erg hoge schoft heeft. Aangekomen te midden van zijn dames staat hij stil. En daagt ons uit. Zijn neus is zeiknat, kwijl loopt uit zijn bek, zijn voorpoot schraapt over de grond. In mijn gedachten die tekenfilm, van wie ook alweer? Hij lijkt te zeggen: ‘deze vrouwen zijn van mij!’ Wij staan in een soort greppel, slechts enkele meters van hem vandaan, iets onder hem. Chris maakt zich groot, net als hij, toont zijn rode jas. Hoewel ik weet dat een stier vrijwel kleurenblind is, moet ik toch even slikken. Wij kunnen namelijk niet snel weg, vanwege het prikkeldraad vlak achter ons. Het mannetje blijft gewoon staan. En observeert. En kwijlt. Zijn koetjes ogen zeer ontspannen. Chris gaat de strijd aan; ik kijk voor de zekerheid hoe we het beste onder, over of door de versperring kunnen komen. Niet echt bang maar zeker op mijn hoede. Na een minutenlang gevecht om de macht, druipt de stier langzaam af. Geen idee waarom.

De volgende ochtend zie ik twee gemiste oproepen en een sms’je. Chris verhaalt in dit bericht over  de stier die iemand te grazen heeft genomen, omroep Gelderland en een traumahelikopter. Ik antwoord iets in de trant van ‘ja, tuurlijk!’ Even later zie ik de beelden met mijn mobiel aan mijn oor. Zo’n verhaal verzin je toch niet? De ongelukkige was die middag al door hem te grazen genomen. Toen hij ons zag, had hij blijkbaar nog steeds honger. De gegrepen man maakt het overigens weer goed.

Categorieën: Verhalen

4 reacties

Mien · 24 mei 2013 op 13:42

Leuke column.
Kwam deze bijpassende foto nog tegen.

[img]http://farm2.static.flickr.com/1422/5101905555_0a7cda3a0a.jpg[/img]

Yfs · 24 mei 2013 op 16:26

Op zich een leuk verhaal. De laatste alinea vind ik een beetje afgeraffeld, daar is nog veel meer uit te halen. ‘Zo’n verhaal verzin je toch niet?” had volgens mij een mooie(re) regel geweest om mee af te sluiten! 😉

    Blanchefort · 25 mei 2013 op 15:32

    Leuke gimmick.

    “…had volgens mij een mooie(re) regel geweest…”

    is natuurlijk

    “…zou volgens mij een mooie(re) regel hebben kunnen zijn…”

    Maar goed, we zijn hier niet om het Nederlands goed te gebruiken. :laugh:

Libelle · 24 mei 2013 op 17:57

Soms zou ik willen dat ik ook kon kwijlen. Een natte neus lukt al. Inspirerende column Tarzan.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder