Vijf jaar geleden was ik een groot fan van De Lama’s, mijn grootste ambitie was afstuderen en ik lustte nog geen champignonsoep. In Utrecht ging ik naar een klein zaaltje om mijn allereerste theatersportwedstrijd te zien. De spelers improviseerden erop los en wisten van gebakken lucht een geloofwaardige scène te maken. Decorstukken, weliswaar onzichtbaar, rezen op het lege podium. Ik ging zo op in het spel dat ik driftig rozen gooide naar de improvisatiespelers als ze het goed deden en steeds baldadiger de natte sponzen smeet naar de scheidsrechters. Het jonge studentje in mij adoreerde de spelers en wilde dat ik zo goed was om ook ooit op het podium te staan. Vier jaar lang heb ik niets met dat idee gedaan. Maar deze week was het zover. Na een intensieve periode van trainingen ga ik met knikkende knieën mijn eerste improvisatiewedstrijd in.

Al twee weken lang verkondig ik zenuwachtig aan iedereen die het nog kan horen dat ik voor het eerst de planken op zal gaan. Mijn publiekelijke ontmaagding zal plaatsvinden in Nijmegen, vele kilometers van mijn vertrouwde bedje in het koele noorden. Mijn baas heeft me na uren smeken en onderhandelen eerder vrij gegeven, ik heb mijn vrienden continu om bevestiging gevraagd of ik goed genoeg ben en mijn zelfrespect volkomen opgeofferd door de CoolCat in te lopen en de verkoopster te vragen naar een glittershirtje. Na vijf afwijzingen en een huilende verkoopster werd ik toch nog verliefd op shirt nummer zes en ik voelde me er zo zelfverzekerd in dat ik in volledige outfit de winkel doorparadeerde.

Op de dag zelf ging het ook nog goed. Tegen mijn gewoonte in presteerde ik het om van de zenuwen een halfuur te vroeg op de afgesproken plaats te zijn. Vanaf daar zou ik mijn geweldige team treffen: de immer olijke Olaf, wiens grootste passie het is om biefstuk te eten, hangende Harm die een ritje in de achtbaan niet kan weerstaan en nijverige Nathalie die de sterren van de hemel zingt. Via de megatoppers ‘een potje met vet’, ‘tien kleine visjes’ en ‘ik heb een tante in Marokko’ bereikten we de file voor Nijmegen. We hoefden er pas om zeven uur te zijn om klaar te staan voor de voorstelling van acht uur. Vol goede moed besproken we de games die we konden spelen, zoals Cluedo, de scène met de draaideur, iets anders, absoluut geen handjepandje en als opening een energieke multiple personality game.

Na een paar minuten file zijn alle games besproken. De liedjes zijn op. Olaf zette nog twijfelend de carnavalstopper ‘links, rechts, piemel naar voren’ in, maar de vaart is eruit. Nathalie kneep in het stuur, Harm hing moedeloos tegen het raam en ik veegde driftig mijn neus af om daarna mijn vuist op te eten. De stoet auto’s imiteerde een rups in de winter. De klok stak zijn tong uit. 19:24. 19:28. 19:34. Vanaf een brug zagen we de mooi uitgelichte skyline van Nijmegen, maar na 11 minuten konden we het zo nauwkeurig als een autist natekenen. Kleine vliegjes plantten zich voort in mijn maag en aten de hele binnenwand eruit. Ze maakten gaten in mijn blaas, waar een halve liter vloeistof met bubbels van een fastfoodketen in is geland. Ik moest heel dringend naar het toilet. Ik was zelfs in staat om alles er aan twee kanten tegelijk uit te werken.

Om twee minuten voor acht stormden we eindelijk een ruim café binnen. Met onze geweldige openingszin overdonderden we onze tegenspelers van die avond. “Hoi! Wij spelen hier vanavond. Waar is het toilet?” De scheidsrechters keken ons streng aan vanonder hun hoeden. Na een razendsnelle warming up stuurden ze het publiek het zaaltje in. Achter de coulissen was het druk. Acht theatersporters, drie scheidsrechters, twee presentatoren en een pianist. Snel zette ik een strijdlied in met mijn teamgenoten om de spirit erin te gooien en de zenuwen te verdrijven. Ineens was daar de aankondiging. We sprintten het podium voor een geweldig entree.

Er klonk een lauw applaus. Ik knipperde met mijn ogen tegen het felle licht om het publiek te zien. Enigszins bevend overzag ik de situatie. Ik telde het publiek, maar kon daar al snel mee stoppen. We speelden voor anderhalve man en een paardenkop.

Achteraf troost ik mij met de gedachte dat het ontzettend gezellig was. We hebben met veertien personen een topprestatie geleverd voor negen mensen in het publiek. Later, als ik beroemd ben, zal ik met grote weemoed en nostalgie terugdenken aan dit moment. De knusheid. De warmte. De hartelijkheid van de mensen uit Nijmegen. Schitterende sterren in spe die met veel schwung een prestatie neerzetten en zich nergens door uit het veld laten staan. Het drankje achteraf met de spelers, het publiek. De tijd dat we allen nog zo gewoon waren.

Categorieën: VEC

15 reacties

Emiliever · 2 november 2009 op 10:26

Wat een leuk verhaal! ALtijd al willen weten hoe dat nou in zijn werk gaat…die theatersport. Laat je het even weten als je straks beroemd bent? Dan wil ik graag een van de eerste fans zijn!
:klappen: :klappen: :klappen:

SIMBA · 2 november 2009 op 10:36

Bedankt Neus, ik heb weer wat geleerd op deze maandagochtend. Ik had er werkelijk nog nooit van gehoord! Maar als ik nu student was dan ging ik ook meedoen, hartstikke leuk lijkt me dat.

pally · 2 november 2009 op 11:59

Erg leuk geschreven, Neus! En gelukkig heb je me op de meeting dit voorjaar uitgelegd wat theatersport inhoudt, anders had ik het waarschijnlijk niet helemaal begrepen. Stoere sport!

groet van Pally

arta · 2 november 2009 op 12:31

Theatersport: Leuk!
Hier in Den Bosch doen ze het al jaaaren 1x per maand en trekken volle zalen! De interactie met het publiek vind ik altijd zo gezellig! Laat je het weten als jullie een keer in ’t Zuuden spelen? Dan kom ik jullie publiek zeker tot 10 aanvullen!:-D
Leuke VEC!

Anne · 2 november 2009 op 13:18

Wat een heerlijk verhaal weer Neuskleuter! En wat is dat gek: iets dat ik pure kunst noem, improvisatie op een podium namelijk, wordt dus een sport genoemd, en als ik ergens een hekel aan heb……

maurick · 2 november 2009 op 13:19

Een waardig opvolgster!
Mooi geschreven 😉

Avalanche · 2 november 2009 op 14:56

Leuke column, leuke ‘sport’! Ondanks dat het plezier ervan afspat en ik het een prettig leesbaar stuk vind, toch twee kleine opmerkingen.
Het door elkaar gebruiken van tegenwoordige en verleden tijd in een alinea vind ik minder prettig lezen enne… nijverige moet zijn: ijverige of nijvere. Verder prima!

Prlwytskovsky · 2 november 2009 op 19:12

[quote]Wij spelen hier vanavond. Waar is het toilet?” [/quote]

Dit zegt toch hopenlijk niet iets over het stuk in kwestie? 🙁

En die topper van Olaf …. 😆

Ma3anne · 2 november 2009 op 22:23

Neus, wat knap van je om aan zoiets mee te doen! En wat heb je die zenuwen en de file geweldig beschreven.

Bij de laatste alinea hield ik het niet meer droog.
Mag ik alvast je handtekening?

lisa-marie · 2 november 2009 op 22:59

Dat had ik dus wel willen zien !
Door deze vec ben ik er toch bij de opweg – voorbreidingen die minstens zo leuk waren,geweest.
Knap dat je het durft.
Goede en humoristische VEC 😀

Mien · 3 november 2009 op 00:17

We want more, we want more …

Felies met je VEC, terecht met zo’n leuke en gedurfde column!

Mien

Dees · 4 november 2009 op 11:25

Hahaha, die laatste alinea maakt dat ik je een knuffel wil geven terwijl ik mijn lachen probeer in te houden. Echt geweldig. Ik heb het ook ooit gedaan en door jouw column ga ik weer eens kijken of er hier in de buurt ook zoiets is. Superleuke column. Leuk ook dat je soms wat dichter bij Neus blijft, die leuk is met d’r bibberknietjes 😉

Neuskleuter · 20 november 2009 op 22:42

Bedankt allemaal! Ik ben het wel eens met de kritiekpuntjes. Maar gelukkig zijn ze niet zo zwaar 😀

DreamOn · 22 november 2009 op 20:00

Leuke column, en ik snap die zenuwen maar al te goed…
Ik zou het ook graag eens willen proberen, theatersport, maar ik ben bang dat het in het echt zo verschrikkelijk tegenvalt…

Neuskleuter · 24 november 2009 op 21:13

De trainingen zijn nog leuker dan de wedstrijden zelf… Opgetild worden door 16 handen tegelijk, theatraal sterven, uit volle borst zingen en ouderwetse warming-up spelletjes als Annemaria Koekoek en tv-tikkertje. Het is gewoon net als het buiten spelen van vroeger allemaal, maar dan lijkt het allemaal veel knapper 😀

Geef een reactie

Avatar plaatshouder