Steunzooltjes

Ik ben kwaad, zeer kwaad. Geen ruimte voor een vriendelijke intro, geen nieuwsgierig makende aanhef, gewoon de frustratie en de woede in dit schrijven stampen en hopelijk wat opluchting voelen is al wat ik nu wil en zal doen. En het kort houden!!!!

Tuimelaar

Balend loop ik naar de bushalte. Ik mis mijn fiets. De twintig minuten, die ik er over doe om met de fiets thuis te komen, benut ik om de knop ‘werk’ om te zetten naar ‘privé’. In de bus lukt dat niet. Ik begrijp niet waarom. Het zal wel iets met ‘teveel prikkels’ zijn.

Sociale Controle

Net begin ik me een beetje thuis te voelen in de sociale media, blijkt dat de handrem er fors op moet. Het vroegere briefje achter het voordeurraam ‘mellukboer, we sijn van 1 juli tot en met 15 juli op fakansie’, is inmiddels vervangen door een bericht van dezelfde strekking op Facebook en Hyves, met begeleidend fotomateriaal.

In de kuip

Ik had vandaag niet veel te doen. Wat navelstaren en in de ruimte zweven. Daar ben ik goed in. Maar ja, op den duur begint dat behoorlijk te vervelen. Ik dacht bij mezelf: Wie heb ik al een tijdje niet meer gezien? Maar natuurlijk. Good old André. Nee, niet die onzichtbare. Nee, André van out of space. Beter gezegd André van in of space. Innerspace? Ach wat maakt het ook uit.

Maandacht

‘Pa, loop jij nu eens de andere kant op, dan weten we het zeker!’
Mijn vader en ik wisten het toen niet zeker. Mijn zoon en ik weten het nog steeds niet zeker. Maar ik loop nu zonder mijn vader, zonder mijn zoon. Ik wandel met mijn hond Bill. We lopen allebei in dezelfde richting.