Mijn lief zit nu al uren achter Skype om onze zoon te helpen een ellenlange tekst te verbeteren. Taalblindheid komt veel voor in onze familie en ook onze afstammeling is ermee behept.  We liggen in een deuk om zijn kromme zinnen en woorden die zó fout zijn gespeld, dat ze een andere betekenis krijgen. Als ze te lang op één woord malen, wordt dat woord grotesk. ‘Bepaald’ is eigenlijk een vies woord, merkt er eentje op, “zij is bepaald, bah! “
Het is een lange tekst, daar zijn ze in dit tempo nog wel de hele dag mee bezig.

Als je in het buitenland woont, is Skype een reuze uitkomst. Het is in de huidige tijd sowieso heel veel makkelijker om in het buitenland te wonen dan pakweg twintig jaar geleden. Via het Internet kun je contact houden met familie en vrienden en geïnformeerd worden over alle actuele weetjes die je belangstelling hebben. Ook het schrijven op columnx en het bijhouden van een blog zou ik niet willen missen.

Gedurende de eerste maanden, nadat wij neerstreken in Drávatamási, waren wij nog van de wereld verstoken. Althans digitaal. De postbode was in die dagen onze grootste held. Als hij brieven uit Nederland bij zich had kon ik hem wel zoenen. Dan werden acuut alle verbouwingsactiviteiten gestaakt om eens even ‘lekker’ te gaan zitten lezen.

Een echte brief, op papier en ook echt over de weg vervoerd, is toch iets heel speciaals. Het handschrift en de geur van de briefschrijver is zo lekker ‘tastbaar’. Omdat je toch niet direct kan antwoorden, mijmer je wat langer na over het geschrevene. Het terugschrijven is bijna nog leuker. Je weet dat de letters die op je papier verschijnen door de ander in de handen gehouden zullen worden. Je ziet de ontvanger als het ware vóór je. Zittend in zijn of haar favoriete stoel bij het raam…

Sinds de komst van het Internet is er geen brief meer de deur uitgegaan. Alle dringende zaken worden efficiënt afgehandeld per computer. De arme postbode is onschuldig van zijn voetstuk gevallen, die bezorgt enkel nog maar rekeningen.

Achter mij het zoveelste lachsalvo, er zal wel weer een vies woord zijn ontdekt. Als ik vader en zoon hoor gieren van het lachen, realiseer ik mij hoe dankbaar ik ben voor dat Internet. Ik laat ze lekker lachen en ga een leeg velletje papier pakken om een mooie brief te schrijven.

Al is het maar om nu eens de postbode te plezieren.


17 reacties

LouisP · 1 november 2011 op 00:46

De alinea over de geschreven brief, de 5de alinea, die springt er voor mij uit. Voel ik echt zo. Wat daar omheen staat past goed, bij die mooie alinea..

sylvia1 · 1 november 2011 op 08:11

Boukje, leuk dat je de VEC hebt gekregen. Gefeliciteerd! Mooie column, krijg spontaan zin om ook weer eens een papieren brief te schrijven.

Mien · 1 november 2011 op 09:19

Felies met de VEC.
Mooi staaltje digitale nostalgie.

Graag ontvang ik de VEC op papier.
Is dat mogelijk, in Word of als PDF?

Graag wat geur- en smaakstoffen toedienen.
Dan haal ik hem op met mijn speciale geur- en smaakdetector (= nog in ontwikkeling maar binnenkort op de markt).
Stuur maar even een PM dan zend ik je het adres van mijn mailbox. :hammer:

Mien

arta · 1 november 2011 op 10:57

Een inkijkje in huize Boukje.
De warmte vloeit tussen de regels door…
Leuk!

Libelle · 1 november 2011 op 11:19

Ja, de warmte proef ik.
Die moet bij ons nogal eens uit de convectorput komen.
Een oude tante uit Columbia schrijft ons soms.
Het enige waar we op afvliegen zijn die enorme postzegels.
Dat vieze woord van dat lachsalvo maakte me toch nieuwsgierig.
Ook hoe het afloopt met de postbode.
Ik wens je vele (verdiende) recenties toe.

WritersBlocq · 1 november 2011 op 13:53

Inderdaad waar, twintig jaar geleden werkte ik in Zwitserland en dan was je ook nog weleens verstoken van post, omdat de pas afgesloten was in de winter. En dan aan de receptie van het hotel die stapel enveloppen zien, uit het buitenland, allemaal. De postzegels uit Zweden, Portugal, Italië, Duitsland vroeg ik dan van collega-buitenlanders terug, en die stuurde ik weer naar mijn vader op, die ze spaarde.

Nou je ziet: je maakt wat los met je mooie nostalgie! Helemaal leuk, deze column, ben ‘bepaald’ krijgt voorlopig een bepaalde dubbelzinnige betekenis 😀

lisa-marie · 1 november 2011 op 13:59

een echte kaart of brief… heerlijk !!
heb genoten van je column en je hebt het digi gedeelte en het postgedeelte samen doen smelten.

Enne… weet zeker dat de postbode nu blij zal zijn 😀

SIMBA · 1 november 2011 op 15:30

Ik ben een echte brievenschrijver maar ik doe al die sociale media én e-mail er gewoon bij 😀
Dat verbeteren van teksten van dyslectische man én zoon komt me ook heel bekend voor, ik doe het nog wel gewoon op het scherm of op papier.
Leuke VEC!

Ferrara · 1 november 2011 op 22:08

[quote]De arme postbode is onschuldig van zijn voetstuk gevallen[/quote]

Ook hier in Nederland wordt de postbode een soort folderbezorger. Wel jammer. Zelf schrijf ik nog regelmatig brieven en felicitaties enz. gaan altijd nog per post.
Leuke inkijk in huize Boukje.

pally · 2 november 2011 op 11:07

Erg leuk Boukje, deze wat nostalgisch ruikende column. Ja, een echte brief, die je vast kunt houden en in een doos bewaren, of rechtop boven de schoorsteenmantel zetten, is toch wat anders dan een e-mail. Ik vraag me af of mensen nu hun handschrift, dat in de de loop van de jaren zijn eigen gezicht krijgt, nog wel ontwikkelen…
Grappig, dat decor van gniffelende huisgenoten.

Groet van Pally

Boukje · 3 november 2011 op 09:20

Dank jullie allen voor de hartverwarmende reacties!
Toen ik hier een jaartje geleden begon te schrijven kreeg ik een hoop kritiek. Dat begin ik zowaar een beetje te missen…

Dees · 3 november 2011 op 11:31

Oh heerlijk. Een enveloppe met een postzegel uit den vreemde, het spannende en exotisch, verweven met de voordelen van de moderne tijd (zeker voor dyslectici). Mooi geschreven.

Harrie · 3 november 2011 op 12:05

Goede ontwikkeling maak je hier door Boukje. Gefeliciteerd met de VEC. Leuke column.

Meralixe · 4 november 2011 op 10:18

Veel witregels!!!!!!!!!!!!!!!! :hammer:

embee · 7 november 2011 op 14:49

Proficiat met deze leuke column.

groet van embee

vanlidt · 23 november 2011 op 07:50

Meteen even gegoogled, waar Drávatamási ligt. 😀

Wat betreft spelfouten: volgens James Joyce zijn fouten “portalen van ontdekking”

Prima stuk.

Boukje · 25 november 2011 op 23:47

Waarom vind ik iedereen toch zo lief de laatste tijd?! :hammer:

Geef een reactie

Avatar plaatshouder