Ik klauter de trap op en open de slaapkamerdeur. De koude van de ochtend heeft zich tot diep in mijn botten genesteld en ik heb alweer spijt dat ik het in mijn hoofd heb gehaald om op te staan. Gretig trek ik het dekbed over mijn lichaam. Ogen dicht nu. Ogen dicht en nooit meer ook maar vijf minuten boodschappen doen. Op het kussen naast me liggen twee bossen prei. Als ik nu zou sterven zal degene die mij vindt mij vast voorgoed met groente associëren. Na luttele minuten ‘Cosmic Blues’ gaat de telefoon. Ik neem op, vastberaden om geestig en charmant te zijn, maar mijn stem klinkt vlak en rauw.
“Hallo. Zeg het eens.”
“Goedemorgen, u spreekt met God. Ik heb vernomen dat u er een eind aan wilt maken?”
“Dag God, u bent er snel bij. Toch zou ik het op prijs stellen als u me gewoon met rust laat. Er zijn vast mensen die harder behoefte hebben aan euthanasie dan ik. En trouwens, ik heb nog twee bossen prei die eerst opgegeten dienen te worden”
Ik hang op en draai me om. Rotgod. Hoe haalt hij het in zijn hoofd om mij in mijn diepste misère te treiteren met zijn zogenaamd ‘geestige’ telefoontjes?

De droevige groengele stengels prei staren me spottend aan. Prei maakt niet blij, en al helemaal niet als je er te lang voor in de rij hebt moeten staan op een vrijdagochtend waarop je verwacht dat ieder ander wel normaal functionerend mens aan het werk is. Ik werk niet, want ik moet koken. Preischotel welteverstaan. Goed, een zwakker excuus om mijn vrije dag te verantwoorden is nauwelijks denkbaar, maar het klinkt altijd nog beter dan te zeggen dat ik wakker werd met de nauwelijks controleerbare neiging om mijn hoofd in de eerste de beste oven te stoppen met de muziek van Billy Hollidays’ Gloomy Sunday op de achtergrond, en een Molotov – cocktail in mijn handen.

Wederom gaat de telefoon en iets in mij zegt me dat het Rotgod weer is. Geen fout voorgevoel want op de achtergrond klinkt de heilige begravenismis van componist wat-was-zijn-naam-ook-alweer, en het rumoer van een stuk of wat engelen die hoogstwaarschijnlijk zelfs op deze vroege ochtend al een biertje teveel hebben gedronken.
“Is dit God?” vraag ik alsnog om mezelf zeker te stellen.
“In één keer goed geraden,” antwoordt hij geamuseerd.
“Ik bel je om je eens een ander preirecept te geven. Die eeuwige preischotels van jou maken je er ook niet vrolijker op.”
Goed, ik moet toegeven dat God humor heeft en ik begin hem al iets minder rottig te vinden. Op mijn aller-assertiefst sta ik hem ditmaal te woord en meld hem dat ik tegen een ander recept met prei als hoofdingrediënt geen nee zeg, maar wel op voorwaarde dat hij het vanavond in hoogsteigen persoon bij mij komt bereiden.
God kucht en lijkt even te aarzelen, maar hij strijkt zich over zijn goddelijk hart en maakt een afspraak

Diezelfde avond nog staat hij aan mijn deur, maar het enige wat ik nog denkbaar goddelijk aan hem kan vinden is zijn lichaam.
“Ben je klaar voor een hemelse preiavond?” vraagt hij met in zijn handen een tas waaruit nog wat een stuk of wat stengels van deze vrolijke groente pronken.
“Met jou erbij kan ik alles aan” antwoord ik en samen tuigen we af naar de keuken.

Categorieën: Gein & Ongein

8 reacties

arta · 11 juli 2007 op 19:31

Totaal anders dan je normaal schrijft, maar erg origineel en grappig!
😀
Mooi geschreven!

SIMBA · 11 juli 2007 op 19:35

Die preischotel moet goddelijk geworden zijn 😀

Quinn · 11 juli 2007 op 22:33

Da’s een heel andere Troy! Luchtig en toch apart.

Troy · 12 juli 2007 op 18:40

Toch leuk om in deze zomerse reactiestilte nog wat respons te krijgen. Bedankt! Ik heb nu al over bonen geschreven, prei…..Iemand suggesties voor een volgende groentecolumn? 😀

Li · 12 juli 2007 op 20:56

[quote]Die eeuwige preischotels van jou maken je er ook niet vrolijker op.[/quote]
😀

Groentetip?
Wat dacht je van lof? 😉

Li

lisa-marie · 12 juli 2007 op 21:20

😀
heel humoristisch geschreven.

Troy · 13 juli 2007 op 09:23

@Li: Nou, die lof neem ik graag tot me (met een lekker sausje kan die groente er best mee door).

Mijn volgende groentecolumn zal waarschijnlijk gaan over rabarber. Mijn favouriete (helaas niet altijd even makkelijk te verkrijgen) groente en drager van één van de mooiste groentenamen 😀

bert · 21 juli 2007 op 00:05

Hoi Troy,

Ben nu wel heel benieuwd met wie je die rabarberschotel klaar gaat maken. Ik kijk nu al uit naar jouw volgende (duivelse) schrijfsels 😀

Geef een reactie

Avatar plaatshouder