Gisteren rond een uur of zeven stapte ik in de trein van Arnhem naar Doetinchem, om tot de ontdekking te komen dat meer mensen op dat idee waren gekomen. Hoewel de spits al zeker een uur voorbij was, bleek de trein echt óvervol en moest ik me letterlijk een weg banen door een kluwen van mensen om uberhaupt de trein binnen te komen. Nu is mijn ervaring dat er in zulke situaties altijd wel één of twee halve garen zijn die uit puur gemakszucht, egocentrisme of kortzichtigeheid in hun eentje met hun tas twee stoelen bezet houden zonder enige notie te nemen van het feit dat allerlei mensen geen plek kunnen vinden en moeten blijven staan. Misschien vanuit de overtuiging dat ook hun bagage een stukje comfort onderweg verdient bij het reizen ofzo, ik zou het niet weten. Nou is het niet zo dat ik niet meeleef met hun bagage, maar eigenlijk vind ik niet een al te sterk argument voor waarom andere mensen zouden moeten blijven staan, en dus laat ik me dan ook principieel door zoiets geen zitplaats ontnemen.

In deze trein zat een meisje met haar H&M-tas naast zich te genieten van de ruimte die de tweezitter haar bood. Andere reizigers probeerden, opeengepakt als sardientjes uit blik, hun plek te vinden maar veelal tevergeefs. Dus liep ik naar haar toe en vroeg beleefd of ik op de plek naast haar mocht gaan zitten. Zonder te antwoorden haalde ze haar tas weg, ten teken dat mijn verzoek werd ingewilligd. De neiging om haar op mijn blote knieën te danken heb ik nog maar net kunnen onderdrukken.

En terwijl ik me naast dit zonnetje nestelde bedacht ik me dat ook de retorische verpakking van mijn vraag eigenlijk niet kon kloppen. Het was immers geen vraag, het was een verzoek. Haast een eis eigenlijk, hoewel me geleerd is dat het niet netjes is te eisen. Stel eens dat ze op mijn vraag zou antwoorden: “ehm… ff denken. Nee, toch liever niet.” Dat zou een aardig passend antwoord zijn op de door mij gestelde vraag, ben ik bang. In het kader van de situatie misschien niet helemaal een adequate reactie, maar toch, een passend antwoord. En dat is dus het jammere van retorische vragen: het zijn namelijk geen vragen. Het zijn in ieder geval geen vragen waarop een antwoord verwacht wordt. Zoals: “Mag ik het zout even?” of: “Ben je gek geworden?!”. We formuleren ze op zo’n manier dat het een vraag lijkt die de mogelijkheid openlaat te kiezen hoe men erop reageert, maar eigenlijk verwachten we niet echt een antwoord. Bij wijze van grap een serieus antwoord geven op een retorische vraag is eigenlijk niet eens grappig, vooral flauw. Retorische vragen zijn op die manier eigenlijk ook een beetje schijnheilig, vind ik zelf. De vorm van de vraag past niet bij de achterliggende bedoeling. Je vertelt, verzoekt, eist of beveelt iets, maar door het te verpakken in mooi retorisch kadopapier schaaf je de botte kantjes van je boodschap, die anders voor de nodige irritatie zou kunnen zorgen. Het wordt vooral ook als beleefd beschouwd om je boodschap op die manier te brengen, en dus is het stellen van retorische vragen langzaam maar zeker gemeengoed geworden zonder dat iemand ooit maar een retorische vraag durfde te stellen over het eigenlijke nút van retorische vragen.

Toen het beuwste meisje even later vijf minuten lang in d’r telefoon zat te schreeuwen heb ik geprobeerd mijn verzoek om rekening te houden met anderen zo min mogelijk in de vorm van een retorische vraag te formuleren. Ondanks alles wat me is geleerd heb ik het als een harde eis overgebracht. Ik wil namelijk niet dat ze mij schijnheilig zou gaan vinden, dat zou erg jammer zijn. Het risico dat ik een volgende keer in de overvolle trein ten koste van een H&M-tas zou moeten blijven staan, is me namelijk net eventjes iets te groot.

Categorieën: Maatschappij

5 reacties

DreamOn · 17 januari 2007 op 09:08

Op zich een grappige column, iets korter en bondiger had wel gemogen, wat mij betreft.

Sommige zinnen zijn ook te lang en/of lopen niet lekker. Bijv. de laatste zin van de tweede alinea.
Ik herken het wel: ik vraag dan aan een van mijn kinderen: “Wil jij even naar de winkel om een pak melk te halen?” Eigenlijk bedoel ik: “Je moet even naar de winkel om een pak melk voor mij te halen.” Alleen, dat klinkt dan zo onvriendelijk. Daarom verpak ik het in een vraag.
Wat is trouwens een ‘beuwste meisje’? (geen retorische vraag 😮 )

pally · 17 januari 2007 op 10:08

Beetje te lang, ook de zinnen op zich.En misschien het woord ‘retorisch’ te vaak gebruikt. Maar wel een leuk onderwerp.Ik denk dat het nut van zulke vragen inderdaad is, dat het vriendelijker klinkt. Men weet heus wel wat je bedoelt. Als ik vraag:weet u hoe laat het is? Antwoordt niemand alleen maar: ja 😀

Pally

SIMBA · 17 januari 2007 op 11:13

Leuke column, en weer die telefoon in de trein als ergernis….komt echt vaak voor 🙂

Enne Pally…er zijn van die grapjassen die dat doen hoor 😀

Shitonya · 17 januari 2007 op 12:23

mua een uitvoerige uitleg over retorische vragen..was bijna mijn aandacht verloren door het hoge saaiheidsgehalte. Je zou er beter iets humoristischer over mogen schrijven, want enkel een objectieve beschouwing van zoiets kleins..mua niet bar interessant

DriekOplopers · 17 januari 2007 op 21:41

Mooi verhaal. Als in een treinwagon er geen leeg bankje meer is en ik dus naast iemand moet gaan zitten, kies ik altijd juist een plekje uit waar iemand een tas naast zich op de bank heeft neergezet. Principekwestie. Ik wil dat gedrag niet belonen maar afstraffen.

Overigens laat ik dan de vraag (retorisch of niet) gewoon achterwege. Ik leg mijn jas in het bagagerek en kijk nogal dwingend uit mijn ogen.

Eén keer had ik geen succes. Een Noord-Afrikaanse meneer van een jaar of 40 wilde zijn tas niet weghalen. Ook niet na herhaald aandringen. Ik had er geen vechtpartij voor over en ben dus maar ergens anders gaan zitten. Maar het zat me niet lekker. Dus toen we op het station van mijn bestemming waren, ben ik nog even bij hem langsgegaan. Minzaam heb ik hem toen medegedeeld dat zijn zus een pratende hoop stront is, en zijn moeder een hoer. Hij was te verbouwereerd om te reageren, en mij luchtte het eerlijk gezegd wel op…

Driek

Geef een reactie

Avatar plaatshouder