De afspraak

Christine staat op en loopt naar de keuken. Uit het keukenkastje trekt ze een rol beschuit en probeert die met de nagel van haar duim te openen. Maar tevergeefs. Ze zoekt naar de schaar, maar kan die nergens vinden in de la waar deze normaal gesproken ligt. Terwijl ze de keuken doorloopt op zoek naar de schaar, blijft ze proberen om met haar nagel de verpakking te openen. Uiteindelijk lukt het, luttele seconden voor ze de schaar bovenop de magnetron ziet liggen. Christine pakt de schaar en bergt hem op in de bestekla.

Het tij

Daan zit op de bank en kijkt uit het raam. Een druilerige dag heeft zich van de buitenwereld meester gemaakt en staart Daan nu met ongegeneerd zelfvertrouwen aan. Regendruppels tikken tegen het glas. De grote beuk in de achtertuin heupwiegt op het ritme van de wind, de grote houten schutting volgt en lijkt daarbij slechts met moeite het evenwicht te bewaren. Bladeren dwarrelen door de lucht, op zoek naar eindeloze nieuwe bestemmingen. Daan heeft zich zojuist een kop thee gezet en klemt die tussen zijn verkleumde handen terwijl zijn gedachten afdwalen.

Het kapotte dak

Enkele weken geleden was het de derde dinsdag van september, en traditioneel is dat de dag waarop koningin Beatrix d’r mooiste hoedje uit de kast tovert om ons het goede nieuws voor het komende jaar te voorspellen. En met haar het voltallige kabinet, dat op Prinsjesdag de begroting bekendmaakt.

Mevrouw De Vries

In een verpleeghuis niet ver hier vandaan zit mevrouw De Vries bij het raam naar buiten te kijken. Ze zit daar zoals ze er iedere dag zit en naar buiten staart. Het is een regenachtige dag tegen het einde van de zachte winter. Ze ziet de bomen, ze ziet passerende mensen. Ze ziet voorbijtrekkende vogels en schichtige katten. Ze ziet zelfs de wind, meent ze zelf, hoewel anderen zouden zeggen dat je de wind onmogelijk kan zien. “De wind is onzichtbaar”, benadrukt haar verpleegster als ze deze in vertrouwen neemt. “Alleen hetgeen de wind aanraakt kun je met het blote oog zien”. Maar ze is ervan overtuigd dat voor haar de wind te zien is.

Simon

Simon slenterde langs de vijver en keek naar de eendjes die in het water zwommen. Ze dobberden geruisloos rond, zonder enig doel, zonder noodzaak. De zachte wind deed de bladeren van de bomen ritselen terwijl het park overgoten werd door een golf zonnestralen. Het was nog maar ochtend maar het begon al vrij warm te worden, zoals het wel vaker vroeg warm was geworden de laatste weken. Simon genoot van die warmte.