Veel dooraderde bruine benen steken vooruit op de stenen boulevard. Er aan vast in de schaduw, oude mensen, als poppen in een doos. In rijen withouten strandhuisjes, de meesten met puntdak, felblauw omrand. Die meisjesnamen dragen als Michelle, Isabelle, Barbara, Antoinette in krullerige letters onder het puntdak. Zo petieterig zijn de bouwsels dat de naam er net op past. De mensen lijken ze eerder om zich heen getrokken te hebben dan dat ze er in zijn gestapt. Als ik goed kijk zie ik dat ze buiten de naam toch allemaal net even anders zijn. Ondanks strakke voorschriften, proef je de behoefte van mensen om zich te onderscheiden. Het spel ‘zoek de verschillen’ zou ik hier willen oefenen op een stille zondagmorgen.
Achter de hokjes is een soort schaduwrijk smal en tochtig pad vrijgehouden voor bewoners van villa’s en hotels. Het is er koud en stil in contrast met de warme zon aan de levendige zeekant. Een andere wereld waar je zo snel mogelijk vandaan wilt. Ik vraag me af waarom de huisjes niet op het strand staan.

De vloed geeft het afdoende antwoord. Op een bepaald tijdstip jaagt een jolige, schuimende zee het strand helemaal weg. Ze spettert het water tegen de vele toeschouwers op de stenen boulevardrand. Het hoogtepunt van de dag. Heel veel mensen spelen beneden in de golven van de uitgelaten, maar goedmoedige zee, waarin je kunt staan. De volwassenen zijn kinderen voor een klein half uur. Ze laten zich omvallen en staan proestend en joelend en zeedronken weer op. Dan kalmeert de branding. De kijkers gaan terug naar de terrassen. De zwemmers kleden zich met spijt weer in hun gewone ernst.

Tussen de rijen aaneengesloten strandhuisjes ontbreekt er regelmatig een. Donkere gaten in het verblindend witte gebit. Het blijkt de toegang tot rechte zijstraten te zijn met hoge smalle stoepen, vol met statige Art Deco huizen. Ze stralen de grandeur uit van oude tijden, toen de dames zwaar maar elegant gekleed in koetsjes met paarden ervoor een eindje de zee ingereden werden om te baden. Als ik langs de gevels loop heb ik mijn lievelingshuis snel gevonden.
Het is crèmewit, versierd met lavendelkleurige latten op de dakrand en de gevel. In tegenstelling tot de meeste huizen is het niet zorgvuldig in oude glorie hersteld door uitgebreide restauratie. Vervallen en licht gebladderd leunt het zwaar tussen de stralende buurgevels. Boven de deur een zout uitgebeten lelie in jugendstil en daaronder in dezelfde stijl nauwelijks leesbaar de naam: Rêverie. Een naam als een fluistering.

Achter de stoffige ruiten, halfvergane gordijnen met in de plooien veel geheimen, omdat ze al decennia lang niet meer zijn dichtgeschoven. Het hout bij de ramen is afgerond van verrotting. Toch staat het pand er, trots als een oude actrice met uitgelopen make-up, die nog steeds, geholpen door drank, gelooft in haar comeback.
Hier hebben gelieven elkaar in het geheim ontmoet, zijn deuren boos dichtgegooid. Hier hebben oude mensen met weemoed gemijmerd over hun jeugdliefdes op het ritme van aanstromende golven en het gekrijs van wintermeeuwen.

De deur gaat open en dicht. Een frêle vrouw in een zwart, laag uitgesneden jurkje springt naar buiten. Haar mobiele telefoon tussen linkeroor en schouder, alsof ze haar hoofd liefkozend op iemands schouder legt. Ze lacht zoemend. En danst binnen een paar seconden op gele espadrilles de hoek om.

Een windvlaag doet me rillen. De geur van mosselen, wier en voorbij waait me tegemoet.


pally

Genieten van leven en mensen en natuur om mij heen. Schrijven als belangrijke drijfveer om te ordenen, te relativeren en te communiceren.

6 reacties

Mut · 30 augustus 2008 op 08:18

Literair. Met plezier gelezen.

arta · 30 augustus 2008 op 14:32

Een column om nog een paar keer over te lezen. Er zit zoveel méér in dan op het eerste gezicht lijkt…
Rêverie…zzzucht…daar ga ik je een verhaal over vertellen… Morgen…:-D
Mooi geschreven, Pally!
🙂

SIMBA · 31 augustus 2008 op 12:53

Wat een heelijk stukje tekst Pally, ik zie dat huisje gewoon voor me!

Mup · 31 augustus 2008 op 19:04

Doet me denken aan cannobio in Italie, ga daar na jaaaren zeker nog eens terug, met jouw column als waarschuwing in mijn achterhoofd, moet er niet aan denken dat de authentieke bewoners vervangen zijn door vrouwen op gele espradilles en een gsm,

Groet Mup.

lisa-marie · 1 september 2008 op 09:16

Een paar keer gelezen en gewoon zitten te genieten :wave:
Ook zo mooi is het contrast aan het einde van die vrouw met de telefoon.
Het over komt mij ook weleens als ik van die mooie plaatsjes bezoek en dan wordt ik weer even met de neus op de moderne tijd gedrukt.

priet · 1 september 2008 op 18:27

mooi pally. ik houd van je taalgebruik en zinsbouw. hier en daar een glimlach, en een grijns bij ‘zeedronken’.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder