“Bij Seth*)!” laat Siamun-Ra zich ontvallen. Nooit eerder heeft hij zoveel seizoenarbeiders bij elkaar gezien. Liggend tegen een heuveltje lijkt de grote stroom mensen zich als een lint om het arbeidersdorp heen te vleien. Allemaal zijn ze op zoek naar een plaats om de komende honderd nachten door te brengen. Siamun-Ra heeft gelukkig zelf al een huisje gevonden. Hij is gelijk nadat de Nijl buiten zijn oevers begon te treden vertrokken. Terwijl zijn vrouw en kinderen voor het land en het vee zorgen, wordt van hem verlangd dat hij zijn artistieke handtekening zet in de tempel van Hatsjeptoet. Loom staat hij op en wandelt naar zijn onderkomen in het dal. Drie andere mannen hebben ook hun intrek genomen in het schamele huisje. Her en der staan hun bezittingen verspreid. Eetkommen van aardewerk, rieten drinkbekers en enkele godenbeeldjes staan op de grond. Één van de mannen kent hij nog van voorgaande jaren, de andere twee zijn vreemden. Alle vier hebben zij de eer om één van de grootste bouwwerken aller tijden te verfraaien met hun schilderkunst. Pepi, de oudste onder hen, haalt een grote kruik bier uit zijn bagage om hun laatste vrije dag weg te drinken. Algauw laat de alcohol hen vrijuit spreken over hun gezinnen, hun land en hun ervaringen tijdens eerdere herendiensten.

De volgende ochtend wordt iedereen in ploegen ingedeeld. Steenhouwers bij steenhouwers, schilders bij schilders en de beeldhouwers bij de beeldhouwers. Dit alles onder scherp toezicht van de architecten en de voormannen. Siamun-Ra en zijn huisgenoten krijgen te horen dat zij de reliëfs in de grote zuilengalerij mogen gaan schilderen. Nadat zij voor al hun materialen hebben getekend gaan ze onderweg. De eerste zonnestralen kleuren het landschap oranje en tonen de contouren van de tempel in al hun schoonheid. Siamun-Ra’s mond valt open van verbazing. Wat hebben de vaste krachten hard doorgewerkt deze winter. De goden moeten Hatsjeptoet wel goed gezind zijn. Hopend dat deze goedgezindheid op hem zal overslaan, kan hij niet wachten om te beginnen met schilderen. Zingend zoekt hij een plekje bij een muur, waarop een afbeelding staat uit het boek der doden.

Binnen twee uur zijn alle drieduizend arbeiders aan het werk. Er wordt gelachen, gevloekt en er worden vele verhalen uitgewisseld. Het gerucht gaat, dat farao Hatsjeptoet komende week een officieel bezoek zal brengen aan de tempel. Ze staat bekend als een vriendelijke vrouw, die enorme waarde hecht aan uiterlijke schoonheid. Tijdens haar regeerperiode is het land bevrijd van de littekens die de Hyksos hebben achtergelaten na hun jarenlange overheersing. In heel Egypte verrijzen de mooiste bouwwerken om de grootsheid van het land en hun heerseres te tonen. Vol vuur wordt er de hele week gewerkt tot midden in de nacht.

Een week later staan alle arbeiders gespannen aan de oever van de Nijl. In de verte komen enkele schepen hun richting op. Alle nekken zijn uitgerekt om als eerste een glimp op te mogen vangen van de farao. Nadat de schepen zijn aangelegd bij de steiger, snellen acht dragers met een draagstoel naar haar toe. Met sierlijke bewegingen stapt de farao er op. Ze draagt een witte linnen rok en haar borsten zijn bedekt met een brede ketting van lapis lazuli. Op haar hoofd draagt zij de kronen van boven en beneden Egypte. Vol ontzag slaan de mannen hun ogen neer wanneer zij hen passeert. Zenuwachtig loopt de architect van het gebouw naast de draagstoel. Hij verzekert de farao dat het werk volgens plan verloopt. Over zeven jaar zal het gereed zijn.

Siamun-Ra voelt kriebels in zijn buik, terwijl Hatsjeptoet de bouwwerkzaamheden inspecteert. Er heerst een doodse stilte als zij weer in het zonlicht treedt. Haar zachte stem dringt tot elk oor door, wanneer zij zegt: “Mijn volk! U hebt uzelf overtroffen in uw volgzaamheid. Mogen alle zegeningen van Amon u ten deel vallen!” De menigte juicht opgelucht, maar zij vervolgt: “Vandaag krijgt u allen een vrije dag. Mijn gevolg heeft vers vlees, brood en bier meegenomen om de nieuwe ontwikkelingen in de tempel te vieren. Mijn trots is groot!” Bij deze laatste woorden buigt zij nederig haar hoofd, terwijl haar onderdanen scanderen: “Leve onze god, de god van Egypte.”

De verdere dag wordt er gegeten, gedronken en gedanst. Niemand denkt meer aan vrouw en kinderen. Seth’s verleidingen overstemmen alles. Lofliederen ter ere van Hatsjeptoet worden gaandeweg verdrongen door schunnige liedjes. Er wordt geruzied, gelachen en dronken mannen vieren hun lusten bot op elkaar. Wanneer de maan zon’s taak overneemt liggen vrijwel alle arbeiders uitgeteld door het dorp verspreid. Siamun-Ra is één van de weinigen die nog nuchter is. Vol schaamte overziet hij het geheel. Hij zoekt zijn plaatsje op de heuvel weer op en sluit zijn ogen. Nog 92 dagen…

*)Seth: God van oa. de oorlog, foute verleidingen, werd gebruikt als vloekwoord.

Categorieën: Verhalen

Arta

Zijn. bewonderen, verwonderen, notuleren, opwaarderen; Het zijn zomaar wat steekwoorden, die voor mij onlosmakelijk zijn verbonden aan 'Schrijven'. *Overigens schrijf en reageer ik als arta natuurlijk op persoonlijke titel

12 reacties

lisa-marie · 5 september 2007 op 13:13

Bij Seth! het is een geweldige en prachtige sfeertekening van de gewone gang van zaken in het oude Egypte. Ik werd helemaal meegenomen en heb genoten van de column :kus:

pepe · 5 september 2007 op 17:04

Jij neemt ons mee terug in de tijd en ook nog eens naar een andere cultuur, prachtig en zeer boeiend geschreven.

lagarto · 5 september 2007 op 18:41

Oude bekende gegevens aangevuld met fantasie en gevoel. Mooi gedaan!

SIMBA · 5 september 2007 op 19:33

Ik heb hier maar één woord voor:PRACHTIG!

dj_Eddy · 5 september 2007 op 20:40

Mooi verhaal hoor en een uitstekende sfeertekening!

pally · 5 september 2007 op 21:48

Wat apart, Arta, dat je een historisch moment uit de Egyptische geschiedenis beschrijft. Jezelf even in die tijd hebt teruggetrokken. Zelfs je woordgebruik heb je een beetje aangepast.
Knap gedaan, heel geloofwaardig neergezet!
En leuk dat je een vrouwelijke farao als hoofdpersoon gebruikt.

Een heel klein technisch puntje:
[quote]Nadat zij voor al hun materialen hebben getekend gaan ze onderweg[/quote]

Ik denk dat het hier moet zijn : op weg

groet van Pally

WritersBlocq · 5 september 2007 op 22:08

Wat een mooi en boeiend geschreven verhaal Arta. Goed rond ook.

Ik lees een column praktisch nooit twee keer, maar heb van dit verhaal twee keer genoten. Alles klopt, en jij blijkt maar wéér veelzijdiger te zijn dan wie dan ook.

Column van de Maand wat mij betreft!

Vette compli’s, Pauline.

Mup · 6 september 2007 op 14:23

Sluit me aan bij die kommaneukende Bosse Bollen eter:-)

Groet Mup.

Dees · 6 september 2007 op 17:33

Het is heel goed geschreven, zoals altijd eigenlijk, dat staat voorop.

Maar (ja er is een maar) het verhaal komt op mij een beetje over als een verhaal voor in een schoolboek, om kinderen het idee te geven van hoe het ongeveer geweest moet zijn.

Bij jou heb ik altijd het idee dat je remt voordat je zou moeten remmen, dat je fantasie veel ongebreidelder is dan je pen je uiteindelijk toestaat. Ook dit verhaal blijft steken aan de oppervlakte van het waarheidsgehalte en zou je ontzettend kunnen uitdiepen op het moment dat je je echt inleeft en vervolgens je grenzen pardoes mijlen overschrijdt. Geef je personages, je omgeving, je [i]belevingswereld[/i] kleur, geur en smaak!

Maw, ik zie meer dan ik zie, maar ik heb het meer (nog) niet gezien.

(oh en ‘Bij Seth’ uit je eerste alinea zet me een beetje in een Asterixboek: bij Toutatis! :-D)

vanlidt · 6 september 2007 op 18:34

Zeer boeiende en nauwkeurige historische observatie. Ik beveel je het boek [i]Ancient Evenings[/i] van Norman Mailer aan.

arta · 6 september 2007 op 20:17

Heel erg bedankt voor de reacties! 🙂
@ Pally:[quote]En leuk dat je een vrouwelijke farao als hoofdpersoon gebruikt.[/quote]
Hatsjeptoet was de eerste bekende vrouwelijke farao, dus ik vond het wel grappig om juist over haar te schrijven!
*edit* en het moet inderdaad ‘op weg’ zijn! 🙂
@ WB en Mup: Wow, 2x!! *kijkt trots*
@ Dees: Dank je wel! Het blijft een eeuwig leerproces, dat schrijven, maar fijn om op dit soort puntjes gewezen te worden, ik blijf er aan werken!
@ Vanlidt: tnx voor de tip, ik ga op zoek!

Li · 6 september 2007 op 22:30

Mooi Arta. Net als Dees ben ik van overtuigd dat hier veel meer uit te halen valt. Het zou zomaar een opstapje voor een roman kunnen zijn.

Li

Geef een reactie

Avatar plaatshouder