“Maar je kunt toch vijf minuten langs komen?”, en nadat ik had gestameld dat ik mijn best zou doen verbrak ik de verbinding. Ook dat nog: een verjaardag.
Eigenlijk begint dit verhaal twee weken eerder. Mijn vrouw en ik zijn toen uit elkaar gegaan. Niet met ruzie of vanwege een meningsverschil en zelfs niet vanwege een ander. Niet eens vanwege de kinderen en dat wil wat zeggen. En voor de volledigheid: we hebben niets verdeeld en evenmin hebben we uitgesproken dat we goede vrienden zullen blijven. Ach we hebben het allebei eerder meegemaakt. Vechtend tegen de tranen stonden we in elkaars armen en keken we in vochtige ogen die niets anders wilden zeggen “blijf”. Maar we bleven niet, we gingen toch, de pijn verbijtend.

En zo begon onze afzonderlijke vakantie. Mijn vrouw naar haar zusje in Italië en ik met mijn dertienjarige zoon ons jaarlijkse ‘één op één’ uitje naar Noordwijk. En ofschoon we van elkaar gewend zijn dat één van ons wel vaker de hort op is duurde dat nooit langer dan een week. Deze trip echter zou ons twee volle weken scheiden.

Er was ook nog een achterblijver. Een meerderjarige zoon bleef thuis. Vermoedelijk wegens studieverplichtingen al dansen mijn vingers nu van het lachen over het toetsenbord. In elk geval bleef hij thuis hetgeen hem tevens de mogelijkheid gaf om een feestje te organiseren nog ter gelegenheid van zijn verjaardag. En natuurlijk zou alles keurig worden opgeruimd. Vol vertrouwen, mijn vrouw meer dan ik, gingen we uit elkaar respectievelijk naar de mediterrane en de westlandse kust. Tot zover.

Afgelopen zaterdag belde de dochter van mijn zusje. En omdat ik maar één ‘echt’ nichtje heb, overigens omringd door een leuke surrogaatcollectie, heeft zij een speciale betekenis voor me. Ze zou de volgende dag vijftien jaar worden, en er werd toch wel van ome Krasblog verwacht dat hij acte de présence zou geven ’s middags bij de thee met taart. Inmiddels was ik weer terug van mijn trip naar Noordwijk, mijn zoon weer naar zijn biologische moeder teruggekeerd, en had ik ondervonden dat ‘alles zou keurig worden opgeruimd’ in het hedendaags Nederlands een compleet andere betekenis blijkt te hebben dan in mijn tijd toen het nog gewoon betekende dat je niet alleen de rotzooi in de prullenbak flikkert maar ook een stofzuiger ter hand neemt. En in geval van dat laatste: extra noodzakelijk vanwege het feit dat zo’n vijfendertig man in een paar uur tijd de keukenvloer, met name ter hoogte van de koelkast, had getransformeerd in een circuspiste, nota bene inclusief de onverklaarde aanwezigheid van stro.

Omdat ik geen rekening had gehouden met jarige nichtjes, in de wetenschap dat ik mijn echtgenote zondagmiddag van het station moest halen, nam ik mij voor om onze vreugdevolle hereniging niet te laten verpesten als gevolg van een klerebende in en rond het huis. En zo stelde ik mij in op een verlate voorjaarsschoonmaak alvorens naar Arnhem te gaan zodat ik de bijna jarige antwoordde dat ze maar niet op mij moest rekenen. Uiteraard begreep ze het, vooral omdat ik voor de gelegenheid de metafoor van de circuspiste verruilde voor een moddervloer als waande ik mij in de Everglades om de ernst van de situatie met tekort schietende superlatieven kracht bij te zetten

De volgende ochtend ben ik vroeg op gestaan en heb na een grondige stofzuigronde op internet gekeken hoe je het best een vloer kunt reinigen. Met allemaal flacons reinigingsmiddelen, twee emmers water en een afwasborstel ben ik aan de slag gegaan, tijdens het drogen nog even de kamer onder handen genomen, de slaapkamer opgeruimd, de overloop gezogen, badkamer, vaatwasser uitruimen, was opvouwen enzovoort. Op zich volkomen normaal doch alles onder vermelding van de term ‘mannenhuishouding’. Missie geslaagd!

Vervolgens berekende ik hoeveel tijd ik nodig zou hebben om om half vijf op het station te staan. Het was half vier dus dat moest makkelijk lukken. Sterker nog: ik zou zelfs even door kunnen rijden naar Oosterbeek, naar binnen kunnen glippen en quasi onverschillig lachend ‘surprise’ en ‘gefeliciteerd’ roepen om dan vervolgens als een haas richting Arnhem te gaan.

Aldus besloten, al diende het volgende dilemma zich direct aan: ik had geen cadeau. En het is toch een kind. Vanuit mijn ooghoek zag ik een blik champignonsoep op het aanrecht staan. Dat zal ze lekker vinden zo redeneerde ik, niet wetende of ze überhaupt van champignons houdt laat staan van soep.

In Oosterbeek feliciteerde ik mijn verbaasde doch blije nichtje, overhandigde conform plan het blik soep inclusief de mededeling dat ‘mocht ze het al hebben het geruild mag worden’, om vervolgens zonder een antwoord af te wachten twee minuten later weer buiten te staan, mijn verbouwereerde nichtje achterlatend.

Een kwartier later zag ik de trein bij het perron stoppen en sloten mijn vrouw en ik elkaar in de armen alsof we minstens een wereldreis per fiets hadden gemaakt. Thuis gekomen deed of ik haar niet verstond en glunderend van genot liet ik haar nogmaals haar verwondering uitspreken over de blinkende keuken. ‘s Avonds kreeg ik een sms van mijn nichtje: of ik het bonnetje nog had, ze had liever tomatensoep.


4 reacties

DACS1973 · 21 mei 2011 op 18:12

Ja, een blik soep, welk kind wil dat nou niet? Leuke eindzin.

Had misschien iets minder breed uitgesponnen kunnen worden.

Mien · 22 mei 2011 op 11:56

Ik mis een beetje de vermicelli in deze column.

Mien met balletjes

Mup · 22 mei 2011 op 12:21

Lekker stukje over het verschil in vertrouwen in de meerdejarige zoon en je idee van opruimen!

Ik zeg verder inkorten, geeft wat extra smaak aan de soep.
Woorden als ‘aldus besloten’ en ‘vervolgens’ m.i. overbodig.

Groet Mup

DriekOplopers · 22 mei 2011 op 16:46

Een leuk verhaal uit het leven van alledag. Een verhaal dat soepeltjes en ontspannen wegleest.

Fijn werk, dus.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder