Besodemieterd door het UNOX-meisje

Even met Nico Mul gebeld: “Goedenavond, Drika Oplopers hier,” piepte ik, “ik ben 14 jaar. Mijn ouders zijn niet thuis en ik ben héél erg geil.” Dat was wel koren op de molen van Nico-de-camperpedo. Gretig antwoordde hij: “O, heerlijk dat je belt, Drika. Vind je het ook zo fijn als de wind langs je onderkantje waait? Kleed je je uit? Wacht even, dan doe ik ook mijn onderbroek omlaag. Of weet je wat? Kom maar lekker even bij me langs…” De ranzige gore smeerlap. Want zo is het ongeveer gegaan, maar dan niet met mijzelf als telefonerend zogenaamd pubermeisje, maar met een onderzoeksjournalist in de rol van chattend kind.

IJscrisis

Het gaat slecht, heel slecht! Eerst een kredietcrisis (die nog steeds doorwoekert), en daar bovenop een genadeloze IJscrisis. De temperaturen duiken diep onder de nul. Of het met de IJslandse bank Icesafe te maken heeft weet ik niet. In ieder geval waait er een koude, snijdende wind door Nederland.

Zichtbaar, voelbaar: onzegbaar

Mijn ochtendloopje langs de dijk op deze vriesmorgen drukt mij met mijn neus op de onhaalbaarheid van het werkelijk uitdrukken in woorden van wat ik voel en zie.
De kleur, de sfeer breekt al snel af tot alledaagsheid op het moment dat je het probeert te beschrijven. Onmacht, die ik wil doorbreken. Het ultieme schrijven. Het toch kunnen.
Bij voorbaat verloren, maar een mooie strijd verliezen is niet erg.

Tintelende oortjes

Gadverdamme. Wat een kou. Ik trek mijn sjaal verder op, laat mijn haar tegen beter weten in over mijn oren hangen en trek nog een velletje van mijn lip om tijd te rekken. Ik kan het wel. Ik trek de deur open en onmiddellijk blaast de wind mijn haar in een fietshelmmodel. Het zit in een ruk naar achteren, waardoor de kou vrij spel heeft op mijn oren. Ik begrijp het verlangen naar die Oudhollandse winters niet. En dan is het nog maar vijf graden boven nul.

Verkeerd lichaam

Ik ben geboren in een verkeerd lichaam. Aan de buitenkant zie je niets bijzonders. Misschien een beetje mollig, maar alles binnen de perken. Maar binnenin zindert de spirit van een sporter. Lenig, gespierd, een gestroomd lijf dat tot alles in staat is: de marathon van New York lopen, op olympisch niveau oefeningen doen op paard en brug, topscorer zijn in het nationale hockey team, Wimbledon winnen. U begrijpt wat ik bedoel.