Broodzakverhaal

Als echtgenoot middagdut na de picknicklunch, achterover met zijn hoofd op de rugzak, baal ik omdat ik vergeten ben schrijf- of leesgerei mee te nemen. De achterkant van de vetvrije net leeggegeten broodzak brengt verlossing uit mijn lijden. Op de helft van onze wandeling kan ik dan toch nog mijn drang om letters te krabbelen bevredigen. Onze gedeukte aluminium waterfles dient als schrijftafel. Een kunst op zich om op deze manier leesbare hiërogliefen te produceren.

Amai!

“Ik ben mijn hele leven al bezig om het mijn vrouw naar de zin te maken” zegt de bruinverbrande man in het rode Hilfiger T-shirt terwijl hij zich over de tafel buigt. Mijn bestek blijft hangen. Hij is bloedserieus. Ik kijk naar de bruinverbrande vrouw in kwestie. Zij zit links naast mij en knikt vanzelfsprekend. Haar gouden collier beweegt mee. Het is duidelijk: beide echtelieden zijn het eens. Manlief begeeft zich weer naar zijn eind van de eettafel en het gesprek wordt weer opgepakt.

Onder Nul. Kroniek van een reparatie. Deel 1

Onze diepvriekast is stuk. Het begon zaterdagavond een paar weken terug. WK Schaatsen op TV, de ontknoping van de 10 km is aanstaande.
Plotseling een onheilspellend gebrom dat vanuit de berging zelfs boven het zelfgenoegzame geloei van Mart Smeets uitkomt.
Mart, uitsmijter van de seniorensoos, wiens ijdelheid met elk nieuw pochetje nóg weerzinwekkender vormen weet aan te nemen.

Gladjakker

-“Kom op, Sofie. We gaan het gewoon doen.”
“Oh, Hans. Ik weet het niet, hoor. Het is zo lang geleden voor me.”
-“Een vrouw zoals jij verleert het nooit.”
“Hihi.”
-“Volgens mij hou je me voor de gek. Ik kan me niet voorstellen dat jij het zolang niet gedaan hebt.”
“Ik zou toch nooit tegen jou liegen?”

Koers kan je ruiken

De koers kan je ruiken, leerde ik van m’n vader. Er was een tijd dat ik lachte. Omdat ik het niet helemaal vatte denk ik nu. Toen dacht ik dat het was zoals in de zin: de roos ruikt zoet. Later leerde ik en kreeg het door. Net zoals ik leerde wat Shakespeare zoal kon hebben bedoeld met die roos van hem. Toen ik leerde over rode rozen en dat eraan ruiken niet de helft van de betekenis van dat zoet zijn was.