Zondag had ik weer zo’n dag. Het was mijn eerste zweefvliegdag van het jaar. Toen ik ’s ochtends van huis vertrok, op weg naar de trein, was ik zenuwachtiger dan ooit. Heb ik al mijn spullen wel bij me? Weet ik wel zeker dat de trein om vier voor acht vertrekt? Kan ik eigenlijk nog wel vliegen? Kennen de andere vliegers mij nog? Al deze vragen schoten door mijn hoofd omdat ik al bijna een half jaar niet meer gevlogen had. Eenmaal aangekomen bij het station om zeven voor acht, zag ik tot mijn grote verbazing dat het loket gesloten was. Ik wist niet zeker of er nog wel geld op mijn pinpas stond en die kaartjesautomaten op het station eten geen briefjes. Ik haastte mij zo snel mogelijk naar een kaartjesautomaat om het te weten te komen. De zenuwen sloegen opnieuw toe. Ik wist niet meer wat ik moest intoetsen op die automaat. Toen ik de eindbestemming had ingetoetst, en alles wat daarna komt, was ik inmiddels vijf minuten verder. Nadat ik mijn pinpas in de automaat had gestopt en hem er weer uit had gehaald, moest ik mijn pincode intoetsen. Ik toetste in alle haast, de verkeerde pincode in. De tweede keer dat ik het probeerde toetste ik de pincode in van mijn andere pas, omdat ik dacht dat ik misschien die pas had gebruikt. Ik wist dat je maar drie pogingen had en ik had er al twee verbruikt. Ik werd nog zenuwachtiger en ging mijzelf weer allemaal dingen in mijn hoofd halen. Als je het nog een keer fout doet ben je een loser. Zo meteen is mijn pas geblokkeerd en kom ik nooit meer in Castricum. Maar gelukkig toetste ik de goede code in, ik moest op akkoord drukken en het kaartje rolde uit de automaat. Het was inmiddels al acht uur. Toen ik naar de trein rende, die om vier voor acht zou vertrekken, wordt er omgeroepen: ‘De Intercity in de richting Castricum, Alkmaar en Den Helder zal over enkele minuten binnenkomen’. Ik was alweer wat gerustgesteld en kreeg weer een klein beetje moed. Toen ik het perron opgerend kwam hoorde ik de conducteur al fluiten. Alle deuren van de trein zaten al dicht, behalve die bij de conducteur. De conducteur zag mij nog net op tijd en wachtte. Toen ik instapte probeerde hij nog een geintje te maken: ‘Volgende keer wat harder rennen jongen’. Ik zat nog vol zenuwen en viel uit tegen de conducteur: ‘Dan moeten jullie maar eens zorgen dat die kut loketten open zijn en dat die kut automaten ook briefjes accepteren!’ De conducteur kalmeerde me en zei: ‘Het was maar een geintje hoor’. Dat begreep ik uiteindelijk ook wel weer en ik liet mijn kaartje zien, ‘toch niet voor niks een kaartje gekocht’ dacht ik.

Na een treinreis van ongeveer een kwartier kwam ik aan op station Castricum, weliswaar tien minuten later dan normaal, maar het was nog op tijd. Ik fietste door het bos, zo snel als ik kon. Toen ik eenmaal aankwam op het vliegveld waren er nog maar drie mensen. Ik vroeg waarom er niet meer mensen waren, het bleek dat de vliegdag pas om negen uur begon en niet om half negen. Alle stress viel even van me af en het was een gevoel als vanouds, als op een normale vliegdag. Dezelfde sfeer, dezelfde mensen en de droge humor en het sarcasme dropen er weer vanaf. Het was gezellig en ik kon me weer even laten gaan.

Het volgende half uur stroomden de anderen langzaam binnen. We waren maar met een klein groepje, zo´n vijftien man, vorig jaar waren er altijd twintig tot dertig man. Toen de koffie op was en iedereen zich opgeladen had begonnen we de spullen buiten te zetten. Ik was blij, want ik wist nog hoe alles moest en het was nog steeds dezelfde routine als voorheen. Doordat er zo weinig mensen waren ging alles een stuk vlotter, niemand hield elkaar op en iedereen was iets serieuzer. De briefing begon, het zou een redelijke dag worden. Door wat weersomstandigheden zouden we waarschijnlijk niet zo lang en hoog kunnen vliegen, maar voor deze tijd van het jaar was het een mooie voorspelling.

Een half uur later, rond kwart voor tien stond alles op zijn plek en waren we op de startplaats aangekomen. De vliegtuigen werden geïnspecteerd. Alles was goed zeiden de instructeurs, behalve de snelheidsmeter, die deed niks. Wat zou er nu weer zijn, zou het weer zo’n rotdag worden dat we met z’n allen aan het vliegtuig moesten knutselen of was het maar een klein iets? De gezellige sfeer sloeg om in gemok en iedereen was chagrijnig. Na tien minuten kabeltjes checken bleek er een buisje waar lucht doorheen stroomde niet aangesloten te zijn en zonder lucht geen luchtsnelheid. Het probleem werd opgelost en we konden starten.

Wat was dat mooi, het mooiste wat er is, als iets de lucht in gaat. Een half jaar geen zweefvliegtuig meer gezien, maar nog steeds hetzelfde gevoel om het te zien vliegen. Het vliegtuig was ingevlogen en ik was aan de beurt. Ik pakte zo snel mogelijk mijn lood uit de startkar, zette het in het vliegtuig, en ging zitten. De instructeur kwam achter me zitten en gaf me een korte briefing. ‘We hebben een redelijke crosswind, dus je moet goed opsturen. Kabelbreuk hoogte is 75 meter als we loskomen vliegen we het oefengebied in. Op het circuit moet je een beetje opsturen en houd bij de landing rekening met een windgradiënt’. Alles wat hij zei ging het ene oor in en het andere er weer uit. Ik was te geconcentreerd en te blij om er nog iets van te begrijpen. We stegen op en ik voelde me weer eens zo vrij als een vogel. Ik kon alles even loslaten, behalve de stuurknuppel natuurlijk. We stegen tot 250 meter en vlogen het oefengebied in. Ik maakte wat bochtjes, maar zo vroeg op de morgen was er nog geen stijging te vinden. Dus ik begon aan mijn circuit, de landingsprocedure. Ik zette het vliegtuig netjes aan de grond en werd ‘gedebrieft’ zoals dat heet. Mijn dag kon niet meer stuk en ik maakte nog vijf vluchten.

Wat zo rot leek te beginnen draaide uit op mijn mooiste dag van dit jaar tot nu toe. Ik dronk nog een biertje na afloop van de vliegdag en ging op weg naar huis, waar mijn ouders alweer zaten te wachten wat voor verhalen ik nu weer had, ik vertelde dat ik wel zes keer had gevlogen en dat ik weer helemaal blij was. Ik prakte gauw mijn portie eten naar binnen en kon niet wachten om deze ervaringen met mijn vrienden op MSN te delen.

Hugo Kooi


5 reacties

Neuskleuter · 2 mei 2008 op 13:10

Ik vind het een lief stuk. Het vertedert me om je zo over je passie te zien schrijven. Toch is dit verhaal vooral een blog, een dagboekfragment. Om te zorgen dat het wel voor veel mensen interessant wordt, zal je ons mee moeten nemen met die ervaring. Iemand die nog nooit heeft gevlogen, moet je ook kunnen begrijpen.

Het is ook spannender als je meer van die elementen als het treinkaartje inbouwt. Ik wil zenuwen omdat iets mis gaat, dat uiteindelijk goed komt. Of ik wil zwijmelen op een perfecte dag, met een hele nare wending. Want wendingen maken het spannender.

En schrappen, is de laatste tip die ik je nu mee wil geven. Maak het korter. Haal de tijdsbeschrijvingen weg, waar die niet nodig zijn. Vat dingen samen. Dat maakt het veel leesbaarder voor internet.

Je schrijft wel lekker helder, dus van harte welkom hier!

Dees · 2 mei 2008 op 13:52

Op de een of andere manier wiegen al je uitweidingen me in een heerlijke cadans, waardoor ik lekker gelezen heb. Oh en dat hele stuk van vroeg opstaan, geen loket, pincodes, rennen, net op tijd, grap conducteur, doorracen, aankomen en erachter komen dat je het allemaal voor niks hebt gedaan, zo gaat het bij mij nou altijd, om razend van te worden. Maar jij niet dus, how very zen of you… 😀

Van de laatste alinea krijg ik dezelfde vertedering als mijn bovenbuurvrouw.

Mosje · 2 mei 2008 op 15:53

Nou Hugo, leuk verhaal, hoewel toch een klein beetje verteld als een schoolreisje.
“Moe maar voldaan kwamen we ’s avonds thuis, waar wij alle verhalen in geuren en kleuren vertelden aan onze nieuwsgierige ouders.”
Nou ja, dat schreef jij dan wel niet, maar het lijkt er wel een beetje op.
Maar als geheel: leuk verhaal.

arta · 2 mei 2008 op 18:16

Ik ben het eens met Mosje, en als je detips van de daar weer bovenstaande dames bij je volgende in acht neemt zal jouw volgende veel minder ‘beschrijving van een schoolreisje’aandoen!
🙂
Welkom hier!

Hagert · 2 mei 2008 op 23:32

Bedankt voor de reacties:)… en voor het welkomheten natuurlijk! :wave:
Ik zal zeker wat doen met alle reacties en mijn volgende zal waarschijnlijk snel weer komen:)

Tot de volgende keer;)

Geef een reactie

Avatar plaatshouder