Wanneer je van hout houdt, houdt hout je bezig. Misschien heb ik deze liefde wel altijd onderdrukt of genegeerd maar dat deze brandstof mij sinds jaren bezig houdt is een feit. Dat het warmte kan geven is mij derhalve wel bekend maar mijn bewondering ervoor ging niet verder dan een glimlach op mijn gezicht wanneer ik weer een hoofd of iets anders zag in een vreemd vergroeide stam of tak waarna het gezaagd en gekloofd uiteindelijk in de open haard belandde. Dit alles veranderde toen zowel mijn ketting- en cirkelzaag de geest gaven en ik op zoek moest naar vervangend gereedschap. Surfend op het net om te zien wat er beschikbaar is om een stuk tak in tweeën te krijgen, ging er een wereld voor mij open. Nu liggen de honderd beitels die ik heb aangekocht op een tafeltje naast me en kijken me uitnodigend aan. Zorgvuldig kies ik er eentje uit, maar niet voordat ik eerst plastic handschoenen heb aangetrokken. De patiënt die voor me ligt komt uit Brazilië, heeft een bruin gespierd lijf van tropisch hout, een beetje knoestig dat wel. Hij lekt uit zijn nek, een vreemde sapstroom waarvan ik de herkomst niet ken, roodachtig stroperig. Als jonge onderzoeker heb ik natuurlijk een monster genomen en dit onder mijn microscoop onderzocht.

Het resultaat was verbluffend. Is dit een bewijs van een knagend vermoeden waar ik al zo lang mee rondloop? Op zoek naar mijn roots denk ik een verloren tak uit de familiestamboom gevonden te hebben! Om uiting te geven aan mijn opwinding blies ik de handschoenen op tot ballonnen en trakteerde mezelf op een spirit. Echter het feestje kon niet te lang duren, nader onderzoek was vereist.

Ik had kennelijk te vroeg gejuicht. In het monster dacht ik sporen te herkennen van indianenbloed, wat mij meteen op het spoor zette van het Wilde Westen. Om absoluut zeker te zijn van mijn zaak stuurde ik het monster op naar het tropisch laboratorium van Woodstock, gelegen onder de rook van New York. Ik las de brief die ik ontving van het laboratorium hardop voor aan mijn vrouw, waarbij de laatste zin veelzeggend was. “Om zeker te zijn dat uw monster indianenbloed bevat, raden wij u aan contact op te nemen met de Irokese Confederatie die zetelt in de hoofdstad van Onondaga County, Syracuse.”

Die eikels van de Confederatie namen dit contact wel heel letterlijk zodat ik hen persoonlijk moest ontmoeten. Liever heb ik vaste grond onder mijn voeten maar in dit geval kon ik niet anders dan het hele takke end te vliegen. Voor het vertrek nam ik afscheid van mijn Braziliaanse broeder die nog steeds uit zijn nek lekte. Dankbaar nam ik hier nog enkele monsters van voor het geval dat men in Syracuse nog aanvullende testen wilden doen. Mijn vrouw ging mee ter ondersteuning omdat zij geen blad voor haar mond neemt.

De ontvangst in Syracuse was boven verwachting want de voorzitter van de Irokese Confederatie heette ons persoonlijk welkom op Syracuse Hanckock International Airport. De resultaten van het onderzoek hadden een opmerkelijke uitkomst gegeven die zowel de Irokezen als mij en mijn vrouw hogelijk verbaasden. Het monster bleek niet tropisch en niet uit Brazilië afkomstig te zijn maar uit Canada, gedetermineerd door het onderzoekscentrum als een sierlijk stuk 18e eeuws dennenhout, gebruikt als ornament voor Irokese woonhuizen, ook wel Longhouses genoemd. Aangezien het sierlijke ornament als familiestuk al eeuwenlang bewaard is gebleven viel een grote zorg van mijn schouders. Mijn familieroots lagen niet in Brazilië maar in Canada, ik was geen oude Arawaak en ook geen importslaaf, ik was een onvervalste indiaan, uit het juiste Irokese hout gesneden .

[i]Co-column geschreven door KingArthur en Mien[/i]


6 reacties

Libelle · 20 augustus 2012 op 09:00

Het is net zoiets als het ’teken’ verhaal, alles wordt hier ondergeschikt gemaakt aan het voornemen om associaties met hout te maken.
Dan worden de mensen van de Confederatie plotseling eikels en moet je vrouw mee omdat ze geen blad voor de mond neemt.
Van dit zoethout kan ik geen mooie pijlen maken.

Chucky · 20 augustus 2012 op 11:27

Beetje vreemd verhaal, wat te weinig uitgediept is. Hoe kwam je bijvoorbeeld aan deze tak en waarom had deze tak ineens direct met je roots te maken ? Dit alles is mij niet duidelijk en doet voor mij afbreuk aan het verhaal.

Jip · 20 augustus 2012 op 15:45

Ik vind het wel een mooi in elkaar gewrocht verhaal! Beetje houterig, maar dat komt bij dit onderwerp goed uit!
poot! Jip

pally · 20 augustus 2012 op 18:20

In de wetenschap dat een co-schap dit wat abstracte houtsijwerk heeft gewrochten, begrijp ik ook meteen waarom het abstract is uitgepakt…
In dat licht gezien vind ik het een aardig kunstwerkje. 😉

groet van pally

Mien · 21 augustus 2012 op 07:31

Bedankt voor de reacties.
Het blijft leuk om samen co-columns te schrijven.
Het was me wederom een genoegen KingArthur.
Mooie wisselwerking. Thanx.
Tof ook dat ik je [b][u][url=http://www.rondetafelverhalen.nl]Gast aan tafel[/url][/u][/b] mocht zijn.

Groet,

Mien

WritersBlocq · 21 augustus 2012 op 23:11

Beetje houterig geschreven, vooral het eerste gedeelte. Dat mag m.i. de voorpret die jullie gehad hebben met het heen-en-weren van deze co-column niet drukken. Leuk om te lezen, leuk idee en initiatief, dus zeker het houtjebijten waard :hammer:

Geef een reactie

Avatar plaatshouder