In de pauze gaan we naar het eetcafé, naar onze groene zitbank onder de roze huiskamerlamp. Mijn vriendin drinkt nooit koffie, zij heeft warme chocolademelk besteld. Zelf wil ik een cappuccino, die is hier heel lekker, met een dikke laag schuim, die je zo met je lepeltje kunt scheppen. We zitten een beetje onderuit gezakt, lui te genieten. Aan de andere kant van de glazen pui slentert het winkelende publiek voorbij. Zouden er veel mensen rondlopen met relatieproblemen?

“Het is zo raar”, denk ik hardop, “het gaat nu al zo lang moeizaam tussen mijn man en mij, terwijl ik niet weet waarom. En ook niet wat ik eraan moet doen.” Ik kijk mijn vriendin aan, en moet lachen om haar chocolademelksnor. “Ach, laat ook maar zitten, ik doe gewoon weer veel te moeilijk, zoals altijd.” Ze schiet ook in de lach. “Nee hoor, dat is niet waar. Ik vind het vervelend voor je, maar het komt allemaal weer goed.”
Ik staar naar buiten en denk aan haar, de vrouw uit het boek. Wanneer is het bij haar begonnen?

[i]Het is begonnen. Door hem, hij viel haar op. Tussen de mannen in groene overalls, licht gebogen ruggen, blote onderarmen, zware werkschoenen die diep wegzakken in omgeploegde aarde. Door werkuniform en houding allemaal gelijk, behalve hij. Geen belofte van rijkdom, van status, geen onderscheidende kleding, en toch trok hij haar meteen aan. Zijn bijna dierlijke, mannelijke uitstraling, onweerstaanbaar. Thuis wacht haar een man in pak, een man met status. En haar vijfjarige zoontje. Zelf vervult ze de rol van echtgenote zoals haar dat is geleerd, zoals ze is grootgebracht. Ze vergezelt haar man op diners en borrels. Ze zijn het ideale gezin en tot voor kort dacht ze dat het goed was, dat dit het leven is dat ze wil. Geen enkel vermoeden van het gemis.
De wandelingen in het park veranderden van smaak. “Hallo.” Een onschuldig woord, hun eerste woord. Daarna volgden er meer, in de beschutting van struiken, woorden van herkenning, woorden die prikkelden. Niets aan de hand, aardig zijn mag en een gesprekje aanknopen is vriendelijk. Maar blikken werden dieper, lichamen raakten elkaar terloops aan.
Een plekje werd hun plekje.
Haar man is een vreemde geworden, waar ze aardig tegen is, naast wie ze loopt, eet en slaapt, maar die ze niet meer kan liefhebben nu ze zijn liefde heeft gevoeld, de enorme kracht die de tuinman losmaakt in haar hele lijf. Haar honger is niet gestild, het kwelt haar dag en nacht, het enige waar ze aan kan denken is hem, ze wil meer. Ze pakt een koffer in en trekt de deur achter haar dicht. Er is geen weg terug.[/i]

“Waar zit je aan te denken”, vraagt mijn vriendin. “Oh, een boek dat ik aan het lezen ben.” Ze gelooft me niet. “Het komt wel goed hoor, jullie zitten gewoon in een relatiedip.” Even denk ik aan die andere man, onze collega op het werk. Hij trekt aan me. Hij is leuk, maar ik moet opletten, hij mag niet mijn tuinman worden. “Ja, natuurlijk komt het goed, ik moet er niet aan denken dat het fout gaat. Ik bedoel, we hebben samen kinderen, we zijn het aan ze verplicht om samen te blijven, zo zie ik dat.” Ik probeer het overtuigend en zeker te laten klinken, maar hoor een spoortje twijfel in mijn stem. Het maakt me bang.

Ik lees haar verhaal en zie de tragiek, het onvermijdelijke noodlot van de hoofdpersoon. Het dilemma, het kiezen uit twee kwaden. Een moeder die haar gezin in de steek laat is fout. Maar een vrouw die plots wakker wordt geschud, en weet dat ze nooit echt heeft geleefd, kun je die verwijten dat ze weigert weer in slaap te vallen?


11 reacties

LouisP · 20 juni 2010 op 14:34

Sylvia 1,

ik vind het bijzonder, knap, als er in een stuk al een z.g. ’twist’ zit..meestal gepaard met kippevel. Bij jouw ‘vlucht’ zitten er zelfs meer dan een in…da’s bijzonder..

“Hij trekt aan me. Hij is leuk, maar ik moet opletten, hij mag niet mijn tuinman worden”

mooie zin…

groet,
Louis

Prlwytskovsky · 20 juni 2010 op 15:22

[quote]we hebben samen kinderen, we zijn het aan ze verplicht om samen te blijven[/quote]

Op dat moment is een huwelijk al kapot en voorbij.

Goed verwoord Silvia1. :duimop:

arta · 20 juni 2010 op 16:24

[quote]Maar een vrouw die plots wakker wordt geschud, en weet dat ze nooit echt heeft geleefd, kun je die verwijten dat ze weigert weer in slaap te vallen?[/quote]
Wow, wát een einde!! En nee, je kunt haat absoluut niets verwijten, hooguit dat ze te lang geslapen heeft…

Mien · 20 juni 2010 op 19:11

.

[b][u][url=http://www.youtube.com/watch?v=52bh36j023Y]Sweet dreams are made of this. Who am I to disagree[/url][/u][/b]

Mien let go

.

LouisP · 20 juni 2010 op 23:04

Sylvia 1,
‘k heb het nog eens gelezen…die ene twist komt door dat ontspannende gezellige begin met dat detail van die chocomelksnor…en dan dat levensgroot probleem…da’s bijzonder

louis

Anti · 21 juni 2010 op 10:43

Je hebt dit hartverscheurende dilemma mooi verwoord. Realiseer je dat je van verliefd zijn ontoerekeningsvatbaar wordt. En je het jezelf later als de roes voorbij is, lange tijd aanrekent dat je voor jezelf hebt gekozen, ten koste van je kinderen.
😀 Ik spreek uit ervaring.

lisa-marie · 21 juni 2010 op 12:40

Die zin aan het einde wauw, dat raakt.
die terugblik /denken aan het boek vind ik erg goed passen in dit stuk.
ik heb genoten!

Chi_Dragon · 21 juni 2010 op 14:22

Wederom een mooie Syl!

sylvia1 · 21 juni 2010 op 15:59

Dankjewel allemaal voor de fijne reacties!
Wat ik nog wil toevoegen, ik weet niet of ’t nodig is, maar het boek waarop deze column is gebaseerd is Asylum van Patrick McGrath. Zo, is dat ook verantwoord…

pally · 21 juni 2010 op 23:14

Mooi geschreven, Sylvia, dat boek erbij is goed gevonden. Wat ik een beetje te formeel vind, is dat je zegt tegen je vriendin: ” Tussen mijn man en mij enz…..” Je zou gewoon zijn naam noemen, denk ik.

groet van Pally

LouisP · 5 mei 2011 op 09:11

Wat ik nog wil toevoegen, ik weet niet of ’t nodig is, maar het boek waarop deze column is gebaseerd is Asylum van Patrick McGrath. Zo, is dat ook verantwoord…

tja…super!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder