Midden in de wonderful sixties behoorde ik als knul van 14 tot de schoolgaande jeugd. Ik bezocht een school waar men geduldig probeerde mij de beginselen van auto’s bij te brengen zodat ik later een volwaardige monteur kon worden. Na 3 jaar op deze school ging ik in een garage werken met daarbij de avondschool, een hele opgave dat wel maar tijd voor een potje straatvoetbal werd altijd wel gevonden, dit voor de broodnodige ontlading. In die garage liep een werkplaatschef, een chagrijn van-heb-ik-jou-daar en uitgerekend dat chagrijn zou mij even leren hoe je in een handomdraai auto’s repareert. Van hem heb ik dan ook de beginselen geleerd hoe ik mensen de boom in kan krijgen maar dat doet er nu even niet toe. Alles wat verkeerd ging had ik gedaan en alles wat goed ging daar kreeg hij pluimen voor, dat had ik snel door.

Als leerling mocht ik bijvoorbeeld zijn sigaar vasthouden terwijl hij stond te lassen waarbij ik die sigaar per ongeluk op de accutafel in het accuzuur legde en hij rare bekken trok toen hij weer een trekkie wilde nemen, een rotschop van hem was het gevolg.

En die keer dat hij een Ford-Thunderbird op de brug reed om de uitlaat te lassen, ik moest mee naar boven en in de gaten houden dat de vloerbedekking niet in de fik vloog. Wat een mooie radio zat daarin zeg, kon je heel veel zenders op krijgen en een geluid dat eruit kwam; dat was voor die tijd het summum op autoradio gebied. Ik rook een brandlucht en keek om. Bij de achterbank stond wel erg veel rook en ik schreeuwde naar buiten dat er rook binnenkwam. Hij liet de brug zakken en zo snel kon ik niet uit de auto klimmen of ik had weer een paar rotschoppen ontvangen van hem. Maar ik zou hem krijgen.

Een van mijn eerste gewaagde grappen was om vanaf het acculaadstation 2 heel dunne draadjes over het muurtje in de toiletpot te hangen. Nu moest ik als een kat voor een muizenholletje wachten tot hij naar de wc ging.

Eindelijk was het zover en ik sprintte naar het laadstation, op het moment dat ik dacht dat zijn straal de pot raakte drukte ik de draadjes op de beide polen van een 6-volt accu, een soort accu die toen nog in veel auto’s werd gebruikt. Plots hoorde ik een gestommel alsof er iemand in een te krap pashokje een spijkerbroek staat te passen en zijn evenwicht niet kan houden maar dan ook nog in dit geval gepaard gaande met heel veel gloeiende-gloeiende Godvers en meer van die taal. Met een rood hoofd kwam hij naar buiten en keek briesend van woede om zich heen maar zag niemand. Later vertelde hij tegen een monteur dat hij het ergste vond dat hij zijn zojuist opgestoken sigaar daardoor in de pot had laten vallen, een sigaar die hij net van een klant had gekregen. Nooit heeft hij geweten wie hem dit geflikt heeft, en dat vond ik destijds wel zo safe.

Categorieën: Verhalen

8 reacties

Mosje · 15 september 2006 op 11:28

O jeetje, Prezwalsky begint weer aan een serie. Beloof je dat je niet meer dan 36 delen instuurt?
Dank je wel.

Prlwytskovsky · 15 september 2006 op 13:16

@Mosje, bij deze beloof ik je: twee is het matje. 😉

DriekOplopers · 15 september 2006 op 19:13

Weer heel smakelijk gelachen om je column. Ik zie het helemaal voor me, zo’n vloekende en tierende garagechef…

Jij en toiletten: een foute combinatie, dat is wel duidelijk. En electriciteit: linke soep. Vol spanning kijk ik dus uit naar deel 2.

Groeten,

Driek

WritersBlocq · 15 september 2006 op 22:44

Je hebt wel gein gehad tussen al die rotschoppen door. Ik ook, tijdens het lezen 😀

KawaSutra · 16 september 2006 op 02:51

Het gevaar is nu geweken, veronderstel ik? 😛

Ann · 16 september 2006 op 18:56

Dat moet ik ook eens proberen!
😀

Li · 16 september 2006 op 19:56

Wat ben je toch een leuk etterbakkie.

[quote]Van hem heb ik dan ook de beginselen geleerd hoe ik mensen de boom in kan krijgen maar dat doet er nu even niet toe[/quote]

Vertel, vertel… 😀

Li

Ma3anne · 16 september 2006 op 20:09

Rotjong! :laugh:

Geef een reactie

Avatar plaatshouder