Als zondagavond de telefoon gaan op ons vakantieadres staat mijn hart een seconde stil. Ik voel onbewust dat het zover is. En jawel, mijn neef belt met de mededeling dat zuslief eindelijk zelf om een ziekenauto heeft gevraagd. Het is kritiek. Maar aangezien hij nogal direct alles overdrijft en snel in paniek raakt, zelfs als er niets aan de hand is, bel ik toch even voor de zekerheid mijn nicht die daar dichtbij woont om toch nog even te controleren of het allemaal waar is wat hij zegt. Kritiek wil zeggen bij Wilma dat ze terminaal is, dus voordat wij in de avond naar Den Haag rijden wil ik zekerheid voor alles. Die zekerheid kijgen wij binnen tien minuten en 20 minuten later zitten wij beiden met een betraand gezicht al in de auto richting Den Haag.

Mijn nicht zou maandagmorgen om 8 uur in de ochtend gaan rijden voor een korte vakantie. Zij is de hele nacht gebleven totdat haar man haar de volgend ochend op kwam halen om zeven uur of zo, het zou niet lang meer duren. Wilma heeft gevochten voor wat ze waard was. Nee niet Wilma zelf, zij wilde allang dood, want haar leven was geen waardig leven meer. Maar het hart wilde nog niet stoppen. In de vooravond aangekomen bij het bed van Wilma zie ik al dat het foute boel is. Ze is al een beetje weg en herkent haast niemand meer, denken wij. Verkeerd gedacht. Maar dat later.

Mijn nichtjes en neef komen snel uit Amsterdam, zoals altijd in dit soort situaties ben je er voor elkaar en zet je al je persoonlijke vetes even laag, of hou je fatsoen en gedraag je. Zo zijn wij opgevoed. Twee nichten die al jaren met elkaar bonje hebben zijn samen even naar beneden om een sigaretje te roken. De nacht gaat traag en soms verlaat ik de stoel naast haar bed even om mijn benen te strekken. Zij zoekt steeds mijn hand, ik voel de ruwheid van haar vingers, zie de droge lippen en nicht Nannie komt met gaasjes en water en het deppen begint. Wilma merkt het niet meer. Om de beurt praten wij tegen haar.
“Laat je gaan Wil, ga naar mamma ze wacht op je”, en wat je al niet zegt in je verdriet als je iemand ziet lijden. Onmenselijk. Maar de wet is daar duidelijk in. Zij had om “Niet Reanimeren”verzocht en kreeg dat ook. Het gaat ons te langzaam. Wilma wordt constant beneveld en de zuurstof die zij krijgt heeft al geen werking meer. Al wat nog werkt is het hart dat pompt als een gek. Ik huil en druk haar hand tegen mijn wang, dan voel ik haar ruwe vinger een traan van mijn wang wegvegen. Ze zal het niet beseft hebben. Haar ogen zijn dicht. langzaam is ze aan het wegglijden en snakkend naar adem die zij met moeite binnenkrijgt zou ik haar zo leven in willen blazen.

Als ik even alleen met nicht Angelique beiden aan een kant van het bed zit en beiden haar handen vasthouden, omdat ze steeds de neiging heeft om het kapje van haar gezicht te trekken en onverwachte bewegingen maakt met haar armen, rukt zij zich ineens omhoog en roep in de leegte van het kleine kamertje “Leen help me nou, help me nou ik wil dood”. Op dat moment knapt er iets in mij.

Weer dat janken van mij en ik huil zelden of nooit. Ik wil je wel helpen, met alle liefde in mijn hart, maar dan moeten wij collectief een kussen op je neus en mond drukken om je uit je lijden te verlossen. En dat wil niemand op het geweten hebben. Wij leggen haar weer neer in de kussens, plakken het zuurstofslangetje weer vast en vegen het klamme zweet van haar gezicht en haar droge lippen bevochten wij weer. Waar die kleine asbak de kracht vandaan haalt als zij mij ineens onverwacht een knal om de oren geeft, zéér onverwacht mag ik wel zeggen, is een verbazing op zich. En helemaal als ik zie dat mijn bril ook nog scheef geslagen is. Als een soort van “Zo engnek wil jij mij niet helpen, hier die is voor jou”.

Steeds als ik een bakje koffie wilde halen en het bed wilde verlaten moest ik toch haar hand loslaten, het gevolg was wel steeds dat ik een knal voor mijn kanis kreeg van haar. Achteraf denk ik ineens dat dit haar manier van converseren was om het feit dat ik nog niet naar haar nieuwe huis was wezen kijken dat zij al 14 dagen bewoont. Wij hadden de planning om volgend weekend te gaan. Nu gaan we na de crematie toch naar haar nieuwe huisje om te kijken. Anders weet ik zeker dat ze mij het leven zuur komt maken de komende jaren, heeft ze me al beloofd.

De koffie blijven ze aanslepen, iedereen is kapot en moe. Velen van ons hebben er natuurlijk al een hele dag opzitten en zondags doe je in de regel meer als op een doordeweeksedag. Dus om drie uur `s nachts waren de meesten van ons een wrak, maar wij waren hier om te waken bij de jongste zus die zo graag dit leven uitwilde, omdat dit haar leven niet was. Niet zonder lucht. De verpleegkundige bleef komen kijken, steeds frequenter en zij bleef vriendelijk omdat wij weer bleven zeuren of zij nou niets kon krijgen voor die onrustigheid die mijn zus steeds tentoonspreidde om met haar armen te slaan en mij daarbij regelmatig een linkse directe of een kleine uppercut gaf. Later kon ik ze ontduiken, maar in het begin van de nacht heeft zusje Wilma mij duidelijk laten voelen dat zij heus wel wist dat ik naast haar zat. Maar ik mocht niet van haar weg, zij bleef mijn hand of arm maar vasthouden, doch wanneer ik de kans kreeg gaf ik een ander een seintje en stond ik op, een ander familielid streelde dan over haar arm en ik maakte even dat mijn bloedtoevoer wat adem kreeg. En dat ik wat koffie kon nuttigen in de recreatiezaal waar de kannen niet aan te slepen waren.

Hulde voor mijn familie die trouw aan haar bed bleven waken om haar laatste gang niet alleen te laten lopen. Hulde voor hen die afspraken moesten verzetten om Wilma niet alleen te laten sterven.
Maar toen de verpleegkundige zei dat dit nog uren kon duren keken wij elkaar even aan, ook omdat iedereen van buiten Den Haag kwam, behalve haar zoon natuurlijk. Wat was wijsheid? Wilma had laatst nog door de telefoon gezegd dat ze ons eerst lekker de hele nacht wakker zou houden en als ze even alleen zou zijn zou zij naar het licht fietsen alleen om ons te pesten. Plagen was een tweede natuur van haar, dus in stilte had ik het vermoeden dat zij dit echt waar wilde maken.

Ik zag haar gezich al veranderen, de huid rond de ogen werd al bruin, de lippen één witte streep, de blosjes van het zweet of koorts, kortom alles werd wit. Het was bijna tijd. Ik zei tegen mijn vrouw “Wij gaan zo, ik wacht op haar zoon en dan gaan wij ook naar huis, zij gaat niet eerder of wij moeten gaan, zij heeft haar woord gehouden”. Haar zoon had die nacht bitter weinig bij het bed van zijn moeder gezeten en de nichten en neef Max waren continue om haar heen. Doch om half zes gingen zij richting Amterdam, in de hoop op géén spits want ook zij hadden hun vaste verplichtingen die helaas niet te verzetten waren, ook omdat Wilma toch plots zou komen te overlijden. Blijven was niet echt een optie meer. Wij allen waren gesloopt, van de slaap, de ellendige krukken en stoelen en gaar van de koffie en duf en moe van de slaap en moe van het gehuil en de onmacht die je op dat moment ervaart als vijand nummer een.

Toen zoonlief terugkwam zei ik dat wij ook richting huis gingen, wij waren gesloopt, de rest was al weg. Ik gaf hem als het ware de order om bij zijn moeder aan het bed te gaan zitten met zijn meisje omdat ze misschien nog met haar armen zou gaan zwaaien. Maar dat was het laatste uur al niet meer gebeurt, doch ik bleef dicht in de buurt en bleef op haar inpraten. Zij moest voelen en horen ( dat is het laatste dat scherp werkt bij comapatienten) dat er vertrouwde mensen om haar heen zaten die haar niet in de steek lieten.

Na de zoveelste huilbui nam ik voor altijd afscheid van mijn jongste zusje. Weer een stuk jeugd uit mijn leven, ik kneep nog even zacht in haar hand, maar zij reageerde al niet meer. Het zou niet lang meer duren. En ik wist zeker dat wat ze beloofde zou doen. Als wij allen weg waren zou Wilma ertussen uit piepen, zoals ze beloofd had.

Toen wij om 10 uur in de auto bij Meppel reden ging de telefoon. Wilma was overleden, bij het bed zat de vriendin van haar zoon die ze alleen even gedag had gezegd in de middag en voor de rest kende zij het vrouwtje niet. De verkering was nog net aan. Wilma ging voor mijn gevoel alleen, zoals ze beloofd had. Ons allen achterlatend met een grote leegte en groot verdriet. Ik zal je missen klut. De dagelijkse foontjes, het altijd lachen aan de foon, je geklaag en och en wee en er dan om lachen omdat er eigenlijk niets aan de hand was. Onze discussies over wat dan ook. Ik denk dat sommige familieleden (?) zich in één ding grondig vergist hebben, zij hebben zich mee laaten slepen door hun eigen gekonkel en jou de dupe daar van laten worden. Het zal ze eeuwig spijten. Zij hebben waarschijnlijk nooit geloofd hoe ziek je wel niet was, dat jij jezelf sterker voordeed dan je lichaam liet tonen. Men had een verkeerde indruk van jou, ze hebben een grote fout gemaakt door in te schatten dat je niet ziek was maar misschien wel verslaafd. Ja verslaafd aan de zuurstof die je zo hard nodig had. Maar als je nooit komt en nooit belt kun je ook nooit weten hoe ziek iemand is. Deze mensen hebben zelf kinderen.

En geloof me, God zal hen straffen voor het feit dat zij jou nog niet een telefoontje waard waren om alleen even te vragen hoe het met je was, terwijl zij ook nog dichtbij je woonden, Zij die dit lezen moeten beseffen dat het leven heel kort is. Ik heb weer gezien hoe kort. Ik heb ook gezien dat mijn zus twee jaar voor haar leven heeft gevochten en de strijd tegen COPD heeft verloren. En zij die altijd maar riepen “Moet je die sigaret mar laten staan”, hé begin dan zelf ook eens te stoppen met roken!! Het kan ook jou of je kind gebeuren, hopelijk sterven jullie niet alleen zoals Wilma is gegaan Zij heeft nu rust, lucht en is waar ze zo naar verlangde. Haar moeder en ze was zo nieuwsgierig naar haar vader, omdat ze zich niets van papa kon herinnren. Rust zacht lieve schat, we hadden een leuke kerst bij Nannie, je had een heerlijke week in de hut, je had een zalig weekend bij je neef Jopie in Amsterdam. Wij waren zondagavond en in de nacht een klit familieliefde die elkaar omarmde en troostten om het verdriet dat jij ons achter zou laten.
Maar jij hebt je zin, je bent gegaan zoals je wilde. In je uppie.
Maar lieverd….bij geboorte is het zo druk om je heen doch sterven doe je alleen.
Vergeten zal ik je nooit lieverd.
Rust zacht , je zit in onze harten en je zit in onze ziel.
Dag K**

Wilma stierf op maandagmorgen 28 april 2008 om 10 uur in de ochtend op de leeftijd van 52 jaar.


klapdoos

Gewoon een Amsterdamse vrouw die met een vrouw getrouwd is, ziek is, zodanig dat de neerwaartse spiraal steeds verder zakt. maar een kniesoor die daarop let. Ik lach graag, heb genoeg traantjes gelaten om mijn ziekte en nu is het tijd om via mijn nieuwe boek eens door te gaan met uit het leven te halen wat er te halen valt, zeker in een crisistijd is het de kunst om toch vrolijk te blijven. Mijn motto is dan ook: Een dag niet gelachen is zeker een dag niet geleefd.

9 reacties

arta · 29 mei 2008 op 07:45

Jeetje…

Jeetje…

Wat een verhaal, al lezende bekroop me een gevoel van voyeurisme, zoiets van, hier hoor ik niet bij.
Gecondoleerd en heel veel sterkte!

SIMBA · 29 mei 2008 op 09:07

Sterkte Leny!

Dutchie · 29 mei 2008 op 11:01

gecondoleerd…

Prlwytskovsky · 29 mei 2008 op 18:48

52????
Amaai wat jong nog, maar gecondoleerd Leny. 😥

Dees · 29 mei 2008 op 23:16

Klapdoos,

Gecondoleerd en sterkte.


Je hebt een rocky road leven volgens mij. Moeilijk om iets te zeggen over dit stukje, het is rauw van het mes op papier en enerzijds doet dat veel voor de oprechtheid ervan, anderzijds is het inderdaad bijna te voor mensen die er buiten staan en je verhaal in worden getrokken.

Troy · 30 mei 2008 op 00:02

Ik wil nu niet met zo’n standaard reactie aankomen, want dit is zo intens, zo pijnlijk, zo triest. Hoe dan ook, ik weet zeker dat Wilma nu over je schouder meekijkt terwijl jij de reacties op dit uit je hart gegrepen verhaal leest. En nee, dat is niet cliché, daar ben ik van overtuigd.

pally · 30 mei 2008 op 16:38

Sterkte, Leny, heel dichtbij jezelf dit stukje, Ik voel me wat ongemakkelijk bij het lezen. Alsof ik onuitgenodigd een intiem moment meemaak. Erg eerlijk stukje,

groet van Pally

Neuskleuter · 30 mei 2008 op 21:04

Dat was zeker nogal een nacht. Je hebt het zo beschreven, dat het gevoel erg duidelijk op me over kwam, me ook raakte, zonder dat je er zelf heftige emoties bovenop hoefde te leggen door meer beschrijvingen.

Veel sterkte.

klapdoos · 3 juni 2008 op 09:35

Mag ik jullie allen danken voor deze lieve reacties? Dit is voor mij een zeer goede uitlaatklep gebleken en ik had mijn zus trouwens beloofd om het verdriet maar van mij af te schrijven, want praten kan ik heel moeilijk. Nogmaals een stuk uit het hart, al had ik liever wat anders ingestuurd.
groet van leny

Geef een reactie

Avatar plaatshouder