Schat waar liggen mijn foto’s”?
“Wat voor foto’s”?, vroeg ik verbaasd. Alle foto’s lagen tenslotte altijd bij elkaar, gezamenlijk alle familie en trouwfoto’s, kortom, alles wat maar herinnert aan een mooie jeugd, of niet natuurlijk. “Die foto’s van vroeger, met mijn lange haar, je weet wel op het voetbalveld”, antwoordde mijn vrouw vol van verbazing.
“Ik heb je nog nooit in een voetbalbroekje gezien, laat staan op een foto”, reageerde ik verbaasd.
“Het mapje lag hier in de kast, tussen de schalen, kijk hier”, en ik was ondertussen opgestaan en naast haar in de grote kast gedoken. Tussen het Spaans serviesgoed en de verzekeringsmappen, en de nog niet ingeplakte trouwkaarten en eigengemaakte foto’s.

“Wat voor een mapje dan, waar heb je het nu over”.
“Gewoon een klein wit mapje, met foto’s van vroeger, je weet wel”.
Nee, ik wist echt niks. Temeer daar ik het schaatsen aan het volgen was, kwam dat hele gezoek naar een fotomapje mij niet echt uit.
Maar mijn vrouw is vissen van sterrenbeeld, dan weet je het wel, wat ze in haar hoofd heeft, heeft ze niet in haar kont. Dus moet het gelijk gebeuren.

Aldus geschiedde. We begonnen te bekvechten over een mapje foto’s die ik van mijn hieperdepiephoeraseleven nog nooit had gezien ( of ben vergeten kan ook) en zij was er van overtuigd dat ik ze had weggemaakt.
“Gotverd…juffertje Strijbos ik kijk boven wel even, daar gaat mijn schaatsen”, bromde ik boos.
“Nou laat maar, ik zoek zelf wel”, klonk het nu ook boos uit de diepte van de kast.
“Nee, als je een wit mapje met foto’s hebt, zoek ik voor jou een wit mappie met foto’s. Al moet ik ze zelf in een wit schrift inplakken, maar jij krijgt een wit mappie”.
“Nee laat maar”.
“Heb je dan helemaal geen foto’s van vroeger in een ander mappie voor die collega van jou”?

Want daar ging het geheel om, zij had wat jeugdfoto’s beloofd aan een collega, omdat die collega wel nieuwsgierig was naar mijn vrouw van vroeger. Ja, ja…
Boven de boel omver gehaald, geen wit mappie. “In augustus toen we de boel hier aan het verbouwen waren heb je alles naar boven gebracht”. Zij moest mij nog even attenderen op het feit dat ik de kast had leeggehaald, en niet zij. Dus dat ik wel wist waar alles lag. Ja, ja….
“Claudy, ik kan echt niets vinden, maar kan het niet zo zijn dat jij ze zelf al hebt opgeruimd”?
“Nee, dat lijkt me sterk”.

Natuurlijk liefje, bij jou gaat alles altijd goed. Ja, ja….
Het eind van het liedje? Ik ging boos op de bank voor mij uit zitten staren ( schaatsen van toch al afgelopen–halve finale) en Claudy ging thee maken.
Toen ze naast mij kwam zitten keek zij van opzij naar mij en pakte mijn hand.
“Kussie”?, vroeg zij twijfelend.
“Oké, maar niet meer zeiken over dat witte mappie”, mokte ik nog wat na…
Die kus kwam, en hand in hand zaten wij samen op de bank nog wat na te kakelen over een gereden race, die we dus beiden niet gezien hadden, op de herhalingen na…

Tussen haakjes, mappie is nog steeds pleitte…ja ja


klapdoos

Gewoon een Amsterdamse vrouw die met een vrouw getrouwd is, ziek is, zodanig dat de neerwaartse spiraal steeds verder zakt. maar een kniesoor die daarop let. Ik lach graag, heb genoeg traantjes gelaten om mijn ziekte en nu is het tijd om via mijn nieuwe boek eens door te gaan met uit het leven te halen wat er te halen valt, zeker in een crisistijd is het de kunst om toch vrolijk te blijven. Mijn motto is dan ook: Een dag niet gelachen is zeker een dag niet geleefd.

2 reacties

pally · 16 september 2007 op 20:44

Leuke soap van jullie dagelijks leven, Lenie. Daar ligt in mijn optiek jouw sterke kant.

groet van Pally

pepe · 17 september 2007 op 14:49

Wat een chaos weer in huize Klapdoos, dat heb je natuurlijk ook met een warrig vrouwtje. Wel lachen, want ik denk dat het bij velen niet anders gaat;-)

Jammer. Hier en daar wat leestekens die buiten de aanhalingtekens vallen. “Vraagtekens en punten.”

Geef een reactie

Avatar plaatshouder