Ze noemden hem Boy, maar zo heette hij vast niet. Maar het was wel Boy voor en na. Boy, kun je mijn sleutels geven, Boy twee bier, Boy bel even een taxi. Boy, Boy, Boy.
En Boy deed het allemaal. Gestoken in een zwartrood lakeienpak deed hij wat hem werd gevraagd. Het rode colbert vol met grote zwarte knopen en op zijn schouders zaten prachtig gekrulde gouden epauletten die nergens toe dienden. Ja, alleen voor de mooiigheid misschien. Zo’n pak doet me sowieso altijd al aan een aap denken. Hij zwart en barman en die anderen niet. En dit was zijn werk en hij had vast een vrouw en zwarte kindjes die wat te eten wilden. Begin jaren tachtig op de jachthaven van Shell op Curaçao.
Boy.
De naam alleen al deed me huiveren. Ik dacht aan Roots en Kunta Kinte. Slavernij. Heftig. Ook de manier waarop de naam werd uitgesproken. Hard en kort.
Afgemeten.
Maar altijd met een glimlach. Hij was de bediende en hij en zijn bezoekers wisten dat. Het was geen spel maar werkelijkheid. Zo was de verhouding nu eenmaal. Boy paste zich aan. Yessur, zei hij elke keer als zijn naam weer klonk. En trouw deed hij zijn werk. Hij was er voor.

Buiten lagen de zestien kwadraten te bonken tegen de steigers. Shell zorgde goed voor haar mensen, uitzonderlijk goed zelfs. De boten lagen te wachten om de golven van het Spaanse Water te doorklieven. Iedereen bij Shell kon zeilen toen ze nog op het tropische eiland de raffinaderij bezaten. Eenmaal op het open water sloeg het water over de boorden en stroomde het zeilbootje binnen. Boten namen het tegen elkaar op. Klaar om te wenden, klonk het schreeuwend over het water. Roer om, fok inhalen en het grootzeil slaat vanzelf over. Volgende leg. Zon is er altijd in de Caraïben en vaak ook een stevige wind.
Zeilweer bij uitstek.

En eenmaal druipend van het water terug was daar altijd weer Boy die zorgde voor een natje of droogje. Gaf de autosleutels terug of de afgegeven uitpuilende portemonnee.
Stelen?
Hij moest er niet aan denken. Dan was het ‘weg baantje’ en tja, wat dan? Nee Boy hield zich aan de regels en onderwierp zich aan het gezag van de meestal blanke bezoekers. Ik kon weinig anders doen dan hetzelfde, alleen sprak ik het woord Boy niet uit en sprak met twee woorden tegen hem. Zelfs in de U vorm. Ik weet niet of het hem opviel.
Misschien wel.

Ze hadden ook een meid, vertelde ze in de auto. Thuis in Julianadorp kwam de bevestiging. Maar eerst passeerden we nog een lage muur. Op die muur stond eerst een hek.
Ter beveiliging.
Blanken binnen en zwarten natuurlijk buiten. In het dorp was een eigen school waar de witte blonde jonge kopjes les kregen van witte juffen en meesters. Geen zwarten, ook hier niet. Shell zorgde goed voor haar eigen personeel, niet voor anderen. De zwarte oude vrouw slofte door het huis met in haar handen de schone witte was. Ze sprak niet. Alleen af en toe een ‘ja missie’ en ‘nee missie’. De vrouw was thuis de baas en zorgde voor het huis. Liet er voor zorgen dan, want strand lonkte elke dag. Maar personeel heeft wel leiding nodig.

Ze vertelde dat de zwarten lui waren en ze er stevig de wind onder moest houden. Ik weet het niet. De zwarte vrouw deed alles in huis tot en met koken. Geld zat, dacht ik, Shell moet goed voor haar mensen zorgen. En ze deed dat ook. Het leven van de Hollander was goed in die tijden op Curaçao. Zon, zee strand en een jachthaven. En natuurlijk personeel. Maar het werd minder, zeiden ze. De muur was al weg en de zwarten liepen soms door het dorp. Integratie zou ik nu denken. Toen dachten de mensen nog anders. Segregatie zouden ze het vast niet noemen. Te negatief, maar toch.


7 reacties

prikkels · 27 februari 2005 op 13:16

Hoewel je ijzersterk begint, zakt het middenstuk behoorlijk weg. Je taalgebruik is af en toe erg warrig. Je slotzinnen begrijp ik ook niet helemaal.

[quote]Toen dachten de mensen nog anders. Segregatie zouden ze het vast niet noemen. Te negatief, maar toch.[/quote]

Deze beoordeling is ook in het kader van je andere columns. Die zijn sterk, duidelijk en goed geschreven.

Mosje · 27 februari 2005 op 13:39

Moet het wel een beetje met Prikkels eens zijn.[quote]Ze hadden ook een meid, vertelde ze in de auto.[/quote]Wie is “ze”. Deze “ze” duikt zomaar plotseling in je verhaaltje op.

Overigens wel zeer sfeervol beschreven. Ooit woonde ik ook in een land waar “boys” tot het personeel behoorden. En ik had er hetzelfde dubbele gevoel bij als jij.

Louise · 27 februari 2005 op 15:04

Zeker door de uitgebreide beschrijving van de colour locale, is dit eigenlijk een kort verhaal. Maar wel een mooi kort verhaal 😉

Bakema_NL · 27 februari 2005 op 15:06

Dat het hele scheidingsgebeuren niet goed is is duidelijk. Wat ik alleen erg vreemd vind is dat iedereen het allemaal veroordeelt wat er gebeurd is en op enkele plaatsen nog gebeurt………..je zou haast denken dat er niemand meer is die discrimineert als je alles en iedereen er over hoort. En veel mensen die zich er nu ineens druk over maken interesseerde het vroeger geen hol en een hoop mensen lullen gewoon mee met de massa, maar toch…

Dees · 27 februari 2005 op 20:05

Mooi! Ik houd wel van de afstandelijkheid waarmee je verhaalt hier, dat pakt soms meer dan met je mening slaan. Knap gedaan.

Ma3anne · 27 februari 2005 op 23:40

Even waande ik me op Bali bij Wayan. Qua verteltrant dan.

Mooi beeldend en sfeervol geschreven.

Mup · 28 februari 2005 op 13:45

[quote]Maar het werd minder, zeiden ze[/quote]

En nog steeds niet op het niveau waarop het zou moeten zitten, helaas,

Groet Mup.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder