Een kamer op de tweede verdieping, niet waar ik om gevraagd had. Bovendien niet moe genoeg om de slapen. Daarnaast is het bed slecht en de kamer hiernaast voor rokers.
De verwarming kan niet lager gezet worden. Ramen potdicht want buiten regent het. Verstikkend is het woord om kamer 309 te omschrijven. Boven hoor ik een gast klagen, over een kamer die de tv te hard heeft staan.
Ik denk dat het tijden als deze zijn die me herinneren dat ik mijn voeten op de grond moet houden. Volgende dag, na een nacht met weinig slaap. Nog steeds die tv, verwarming en rokerskamer naast me. Vroeg wakker, rond half 8. De housekeeper klopt op de deur. Het “do-not-disturb sign” moet op de deur hangen. Wat een idioot om me zo vroeg wakker te komen maken. Dan zie ik dat het nog op de vloer ligt.

Mijn ogen doen zeer want de goedkope nylon gordijnen laten het felle zonlicht binnen. Het licht wat zich een weg door de wolken heen vecht, verwarmd mijn oververhitte gezicht. De verwarming wil nog steeds niet uit. Vermoeid sta ik op, wrijf mijn zere ogen uit en stap op het “niet storen” bordje.
Loop door naar de badkamer waar men ook al in geen dagen heeft schoongemaakt. Die douche zullen we dus maar uitstellen tot thuis. Zoek mijn kleren bij elkaar en schrik van mijn eigen weerspiegeling in de spiegel aan de wand. Nog steeds regent het, nog steeds staat de tv hiernaast heel hard.

Vervolgens loop ik naar beneden, hoor overal kinderen krijsen. Mensen met grote koffers komen uit te kleine kamers zetten, de een nog vermoeider dan de andere. De lift naar beneden is overvol en dus ik kan de trap nemen, want “ik heb toch geen koffers”. Kinderen rennen op en neer op de te smalle en gladde treden terwijl hun ouders met de hutkoffers proberen naar beneden te komen.
Beneden staat er een meisje wat veel te vrolijk en veel te gemaakt lacht. Zij heeft het ook niet naar haar zin, ze staat er omdat ze betaald krijgt. In een vreselijk pakje verwijst ze iedereen naar de eetzaal.
Door naar de eetzaal, die is ook veel te vol. Laten de dat dan maar overslaan. Iedereen loopt door elkaar heen, er is ook al bijna geen brood meer. Koffers staan overal tussen de tafels. Kinderen huilen, mensen kijken geïrriteerd over hun krant heen. Het is warm en te donker in de eetzaal. Ik loop naar buiten langs de receptie, waar een ander meisje me vrolijk een “fijne dag” wenst.
Met zo een begin moet dat ook zeker wel lukken.

Ik ben nog nooit zo blij geweest dat ik een deur kon openen en het verstikkende hotel achter me kon laten. Diepe zucht, frisse lucht. Een auto passeert en rijd door een plas. Mijn schoenen zijn doorweekt, maar het kan me niks schelen. De regen blijft maar vallen, de rust op de straat.
Het zijn de tijden als deze die me laten inzien dat ik gewoon mijn beide voeten op de grond moet houden. Die me laten inzien dat een iets duurder hotel vaak wel de moeite waard is en dat het misschien nog wel beter is om gewoon naar huis te gaan. Kortom, ik ben helemaal geen hotelmens en zal het nooit worden ook.

Wat hou ik van de frisse lucht en de rust op zondagmorgen.


7 reacties

WritersBlocq · 5 oktober 2008 op 11:03

[quote]Bovendien niet moe genoeg om de slapen.[/quote]

Hoi Lola, ik kwam niet verder dan dit, want de 1e alinea moet meeslepend zijn en zeker niet zo’n fout bevatten. Vind ik.

SpaansePeper · 5 oktober 2008 op 13:05

Ach een foutje is menselijk en natuurlijk mag er iets over gezegd worden, maar om dan niet verder te komen dan het 1e stukje vind ik toch wel wat overdreven.
Ik vind het een leuk stuk, ga zo door!

KingArthur · 5 oktober 2008 op 14:25

De tekst leest net zo vermoeiend als dat je erover schrijft en dat is een beetje jammer want de essentie die je met je tekst wilt meegeven vind ik mooi. Ook lelijke dingen zijn mooi te omschrijven.

pally · 5 oktober 2008 op 15:50

Behalve de slordigheidjes, vind ik het jammer, Lola, dat je het trieste gedoe waar je (overigens niet slecht) over schrijft niet een beetje verdund hebt met wat zelfspot of andere humor. Nu loop je het gevaar dat het te veel blijft hangen in gewoon gezeur.

groet van Pally

Dees · 5 oktober 2008 op 18:04

Ha Lola,

Tja, hotels. ik heb er ook een hekel aan, zowel aan de dure als aan de goedkope varianten ervan. Maar het doet mij altijd (eigenlijk in alle situaties) goed om te observeren zonder er emotionele, of gevoelsmatige oordelen aan te hangen. Alles heeft charme! En ik zie wel dat je goed kijkt, dus ik denk dat als jij je toch ietwat defensieve houding laat varen er echt prachtige observaties uit voort kunnen komen.

Verder wil ik nog zeggen dat je behoorlijk wat tegengas krijgt en dat ik er ook wel een beetje bewondering voor heb dat je stug doorschrijft. En zo hoort het trouwens ook 🙂

Keep ‘em coming (and as I said before, I never repeat myself ;-))

Troy · 6 oktober 2008 op 00:31

Er wordt hier zoveel prut geplaatst, daar valt deze column in ieder geval niet tussen. Ik voelde de beklemming van het hotel en uiteindelijk de bevrijding bij het openen van de deur volop. Natuurlijk kan alles altijd beter en zul je je zeker nog verder ontwikkelen als schrijver, maar de ingrediënten zijn er!

Mien · 6 oktober 2008 op 10:26

Hee Lola, een hutje op de hei is voor jou een uitkomst. Heb je geen last van herrie en vervelende gasten en ook niet van taalpuristen.

Ben het eens met Dees.
Gewoon je columns blijven schrijven.
Desnoods met geblust houtskool van een knapperend haardvuurtje op een lazy sunday afternoon …

@Writersblocq: Ben jij nooit moe rondom de slapen? Ik wel, ik heb vaak rode koontjes!

Mien Hutje op de Hei

Geef een reactie

Avatar plaatshouder