At last

Ik word wakker van de geur van gebakken eieren met bacon. Heerlijk, om op deze manier gewekt te worden. Ik spits mijn oren en hoor je inderdaad zingen. Godzijdank niet zo hard als de keer dat ik in jouw huis wakker werd. Je hebt mijn advies dus niet in de wind geslagen. Prettig!
Ik ga mijn bed uit en begeef me naar de badkamer. Ik stap onder de douche en pas daar realiseer ik me dat ik het de normaalste zaak van de wereld vind dat ik nu sta te douchen en jij eieren staat te bakken. Terwijl juist ik altijd degene ben die zo op zichzelf is en eigenlijk niemand langer dan een nacht in huis wil. Het kan raar lopen.

Het nimmer loslaten

Gillende sirenes, gegil, ambulancemedewerkers die zwetend hun werk doen. En ik, ik sta op afstand het tafereel te bekijken. Als verdooft. Flarden van je geboorte doemen op. Je donkere haartjes, die licht opkrulden in je nek, je amandelvormige ogen, waarvan de kleur nog niet te definiëren viel, je roze mondje, met een prachtige welving in de bovenlip. Je huilde niet, je keek verwonderd de wereld in. Ik huilde wel, om het wonder dat zich net had voltrokken.

Gestampt

“Ik heb je lief, veertien bloemencorso’s lang”.

Dat is te lang. Voor liefde, althans. Voor een bloemencorso trouwens ook.
Liefde is sowieso niet leuk. Zeker niet als ze ook nog wordt bezongen door Paul de Leeuw.
Daar springt het zoute vocht je spontaan van in de ogen.
En nu helemaal. Nu de bladeren vallen en het dag in dag uit kloteweer is. Nu ik je meer mis dan dat ik je eigenlijk altijd al mis.

Tussen hoop en herinnering

De nietszeggende blik in zijn ogen vind ik denk ik het ergst. Uit niets kan ik opmaken of hij blij is met mijn komst, of juist helemaal niet. Hij zit daar maar wat voor zich uit te kijken en mompelt er zo nu en dan wat bij. Ik voel mijn tranen branden en ik heb een brok in mijn keel.
Het helderblauw van zijn ogen heeft plaats gemaakt voor grijsgrauw en de eens zo gulle glimlach is gereduceerd naar een triestheid die me angst aanjaagt. De volle lippen die me vroeger vol passie konden kussen zijn nu gevormd in een rechte lijn.

Ragfijn

Zijn leugens werden geslikt als thee met honing. Bij elke leugen lepelde hij er een schepje zoetstof bij en zag hoe de dames het genietend door hun keeltjes lieten glijden. Hij was de man die je dromen waar maakte, hij was de man die ervoor zorgde dat jij je speciaal voelde, hij was de man die al je complexen als sneeuw voor de zon liet verdwijnen. En steeds kwam hij er mee weg. Elke keer opnieuw wist hij zijn zoete verzinsels kracht bij te zetten door vrouwen te strelen op de manier die ze deed sidderen en elke keer geloofden ze alles wat hij zei.