Woensdag

Waar gehakt wordt, vallen spaanders. Dat moet Richard Klinkhamer gedacht hebben toen hij korte metten maakte met zijn wederhelft. Een soort gehakt half-om-half dus. Maar wie was nu het rund en wie het varken?

Toekomstvisie

Ik sta naakt voor de spiegel en mijn ogen dwalen willekeurig langs de contouren van mijn borsten. Ik probeer ze weg te denken maar het afschuwelijke beeld van onterende littekens blokkeert mijn gedachten.

Heterdaad

Beng! Beng!
Twee enorme knallen weerkaatsen tussen de huizenblokken, kort na elkaar. Mijn hart staat stil. Geen twijfel mogelijk; dit is een aanslag. Ik besluit poolshoogte te nemen en draai me om. Maar dan sta ik oog in oog.

Boekenweekgeschenk

Geconcentreerde ogen volgen zijn dwingende wijsvinger.
“Daar is Tillie. Ze loopt in de tuin. Wat ziet ze er leuk uit!” Bij het zien van het uitroepteken herhaalt hij de zin met de juiste klemtoon en haastig zoekt hij de volgende regel. Ik glim van trots. Precies zoals ik het hem heb voorgedaan in al die jaren dat ik hem al voorlees.

Ideale collega

Mijn kamergenoot is een gezegend mens. Ik ben namelijk, als ik de uitslag van de onlangs gehouden poll mag geloven, de ideale collega. Voor 35% moet het een harde werker zijn, 31% vindt gezelligheid het belangrijkst. Bij 23% is de ideale collega nog niet geboren. Bij 7% is dat de collega die altijd de koffie haalt en voor 4% is het de beste vriend. Nou, ik voldoe aan werkelijk alle criteria in de poll genoemd, voor het gehele totaal van 100%. Zelfs het geboortecriterium is toepasbaar want ik werk al zo lang bij onze dienst dat mijn geboorte allang verjaard is.

Spoorzoeken

De schemering dreigt. Een gure wind jaagt door de straten. Met moeite weet de zon zich nog net boven de dicht opeengepakte gevels uit te trekken, waarna hij berustend zijn ondergang aanvaardt. Voor hem is er geen eer te behalen. Zijn krachteloze stralen weten nauwelijks door het grijze wolkendek heen te dringen. Ze geven de mistige contouren van de stad niet meer dan een geelachtige gloed.

Jong, blond en blauwe ogen (deel 3)

Uitgeleverd aan de wolven heb ik hem. Zo voelt het. En zo voelt hij het. Met vier man hebben ze hem in bedwang moeten houden.
“Je bent een sterke vent”, had zijn psychiater een keer tegen hem gezegd. “Eenvoudige arbeid kun je best verrichten, sjouwen, in de bollen, of magazijnwerk. Als je straks weer aan het werk gaat en een zekere structuur in acht neemt, dan kun je best nog wat van je leven maken.”

Rozenvlucht

Elke zin die in mij opkomt blijft onafgemaakt. Het maagdelijk witte papier onder mijn hand weigert mijn teksten, door ieder vers geschreven woord te verbleken tot een lege leegte. De tijd vertelt een verhaal dat niet geschreven wil worden. Ik haal diep adem en kijk naar de afbeelding op de voor mij uitgestalde kaart.

Nakken of tukken

In oktober werd het grootste dorp van Europa weer eens flink op de kaart gezet. Zélfs vergeleken met grote broer Parijs. Vanaf mijn dagelijkse werkplek uitkijkend over de asgrauwe daken van Amsterdam-West zou je de onderhuidse emoties niet direct bevroeden. Maar als je de kranten van die week openslaat bekruipt je toch een onbestemd gevoel of je auto op Sloterdijk nog wel veilig geparkeerd staat.

Perspectief

Het is een onbestemd gevoel, beklemmend. Zo tussen maag en middenrif. En het drukt, het ligt zwaar op de maag. Af en toe vlamt het op. Als een veenbrand woekert het onderhuids om plotseling als een steekvlam in de hersenen tot ontbranding te komen. Door oververhitting knappen er hersencellen waarna het vuur door verstikking lijkt te doven. Maar dat is slechts schijn.

Equinox

Alles in het leven is complementair. Goed tegenover kwaad, liefde versus haat. Oorlog en vrede. Minima, maxima. Rijk, arm. Optimist, pessimist. Geluk, verdriet. Klein, groot. Nat, droog. Macht en onmacht. Geloof, ongeloof. Roofdier, prooi. Dader, slachtoffer. Winnaar, verliezer. Water, vuur. Vrouwelijk, mannelijk. Maan en zon. Yin en yang. Allemaal onevenwichtige tegenstellingen maar in samenhang één geheel.

Kennis voor het leven

“Ik heb nog een laatste vraag. Wie hem goed beantwoordt gaat over naar de volgende klas. Ik geef jullie zeven dagen de tijd.”
Tientallen ongeduldige kinderogen zijn gespannen gericht op meester Marabout die hen streng aankijkt. “Waaruit bestaat het grootste deel van alle kennis op aarde.”